Stammentwist in Deurne: achtergronden bij het ontslag van D’Onofrio bij Antwerp

© koen bauters
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

In de schaduw van een sportief geslaagd seizoen beleefde Antwerp op alle niveaus zeer woelige weken. Verwarring en onzekerheid regeerden. Het eindigde allemaal met het vertrek van Luciano D’Onofrio.

Wie halt houdt bij de lange rechthoekige vijvers aan de esplanade voor de Bosuil, kan alleen maar bewonderend kijken naar de gigantische glaspartijen die de gevel vormen van het stadion van de Great Old. De nieuwe machtspositie van stamnummer 1 laat zich bekijken in vijf verdiepingen met kantoren en tribunes. Vanop de vierde of vijfde verdieping kunnen de beleidsmakers van Antwerp over de metropool uitkijken en hun macht inschatten. De hiërarchie kan uitgedrukt worden in hoogte: de lagere verdiepingen zijn het domein van degenen die met hun voeten spreken. Helemaal vanboven bevindt zich de thuishaven van de bazen, Paul Gheysens en Luciano D’Onofrio op kop. De twee werelden worden gescheiden door een lift en enkele lange gangen die op die van een hospitaal gelijken. De scheiding is zo hermetisch dat ‘de mensen van beneden’ vaak in de kranten moeten vernemen wat er enkele meters boven hen gebeurt.

Als we van het huidige sportieve succes de vernis afschrapen, dan zien we vooral een quasi ononderbroken stroom van onzekerheden uit de kleedkamer naar buiten komen. Tussen de vele gehuurde spelers en spelers van wie het contract afloopt op 30 juni, lopen er maar weinigen die de contractuele zekerheid hebben dat ze over enkele weken nog steeds via de glazen deuren naar binnen mogen gaan. Om te beginnen is er Frankie Vercauteren, die in januari een contract van zes maanden tekende en nog niet zeker is dat zijn Antwerps avontuur na dit seizoen zal blijven duren. Die situatie lijkt de coach niet erg te deren, hij heeft wel andere dingen meegemaakt. Maar het zorgt wel voor onrust binnen een spelersgroep die zich ook al beroofd zag van een van haar leiders, sinds Lior Refaelov aan de kant werd geschoven toen die zijn overstap naar Anderlecht bekendmaakte.

Sommige leiders in de ploeg verloren een beetje hun aanzien en anderen profiteerden daarvan om zich vrijheden toe te eigenen.

Enkele maanden eerder was dat ook al het lot geweest van Simen Juklerød, die na een training met de Great Old aankondigde dat hij het seizoen 2021/22 voor Genk zou spelen, en dus had het bestuur geen andere keuze dan zijn Israëlische Gouden Schoen op dezelfde manier te straffen – tot groot ongenoegen van de kleedkamer. Het staat immers in schrijnend contrast met de vrijheden die ene Didier Lamkel Zé zich mag veroorloven. Hem wordt blijkbaar niks verboden: de Kameroener wordt al sinds lang de hand boven het hoofd gehouden door de directie (vooral door D’Onofrio) en is té belangrijk in de plannen van Vercauteren. Dus traint hij zoals het hem uitkomt, vindt hij geregeld een smoes om de training te verlaten, komt hij te laat bij het ontbijt nadat hij eerst even bij de bakker is gepasseerd, of rekt hij zijn vrije tijd wat op door in de perszaal van de Bosuil op zijn PlayStation te spelen. De meeste van zijn ploegmaats zeggen geen woord meer tegen hem, hij is het symbool geworden van een club waar ‘laat maar waaien’ de norm is geworden.

Leko versus Luciano

Het contrast met het begin van het seizoen kan amper groter zijn. Toen waren de strikte principes van Ivan Leko de wet in Deurne. De Kroaat was niet zo’n voorstander van overdreven individuele vrijheden en stoorde zich dus al snel aan het buitensporige gedrag van Lamkel Zé. Dat leidde indirect tot een conflict met Luciano D’Onofrio, die het altijd bleef opnemen voor de speler die een van de hoogste marktwaardes in de hele kern vertegenwoordigt. Het was wel de Luikse zakenman die de onderhandelingen voerde met Leko in de zomer van 2018, toen de coach net kampioen geworden was met Club Brugge, maar hun visies liepen al snel op meerdere vlakken uiteen.

Hoe Leko omging met Lamkel Zé zorgde voor een botsing met D'Onofrio.
Hoe Leko omging met Lamkel Zé zorgde voor een botsing met D’Onofrio.© PHOTONEWS

D’Onofrio was bijvoorbeeld een fervent voorstander om doelman Alireza Beiranvand tussen de palen te zetten, die via zijn uitgebreid netwerk naar de Bosuil was gekomen. Hij liet geen gelegenheid voorbijgaan om zijn trainer erop te wijzen dat de Iraniër meer een kans verdiende dan Jean Butez – een theorie die door de wisselvallige prestaties van Beiranvand eind 2020 de prullenmand in mocht. Dat voorbeeld is tekenend voor de onenigheden over het sportieve beleid van de club, en zo zijn er nog. D’Onofrio is eerder pragmatisch ingesteld en was altijd overtuigd van de ideeën van László Bölöni, die hij graag op de Bosuil had gehouden. Het al te gedurfde voetbal van Leko kon hij dus maar matig smaken. Hun beider ideeën liepen op den duur zover uiteen dat Don Luciano, toen Leko hem kwam vertellen over het bod uit China dat hij had gekregen, niet de minste aanstalten maakte om te proberen zijn coach in Antwerpen te houden.

Paul Gheysens, de ambitieuze voorzitter, van zijn kant let erop zich niet te veel te bemoeien met het sportieve, ook al kan hij het soms niet laten om in het heetst van de strijd een emotioneel bericht te sturen wanneer het niet goed draait. Enkele jaren nadat hij Luciano D’Onofrio in het kostuum van sportief verantwoordelijke gehesen heeft, zou de grote man van Ghelamco door zijn entourage gepusht worden om de toekomst anders aan te pakken.

De sportieve successen van de voorbije jaren lijken soms op drijfzand gebouwd.

Die verandering zou onvermijdelijk in de richting van meer moderniteit gaan, iets waar de clan van Don Luciano sceptisch tegenover staat. Net als Bölöni, die vaak het tegengestelde deed van wat de statistieken over fysieke paraatheid die op trainingen verzameld werden hem vertelden, zou ook D’Onofrio naar verluidt weigeren om een speler aan te werven op basis van data. Toen de sportieve staf hoopte op de komst van Cyle Larin of Junior Edmilson, waren het Guy Mbenza en Nana Ampomah die naar de Bosuil kwamen. In het geval van Birger Verstraete daarentegen was het de wens van Leko waarnaar geluisterd werd, terwijl D’Onofrio niet overtuigd was. Hij zou uiteindelijk in het dagelijks werk ook geen genade vinden in de ogen van de Kroatische coach.

De methode van Frankie

Vercauteren, die minder rechttoe rechtaan is dan Leko en minder streng op het veld en in de kleedkamer, heeft niet zo’n moeite om zich te voegen naar de sportieve richtlijnen die van de bovenste verdiepingen komen. Zijn enige eis was blijkbaar dat José Jeunechamps mocht meekomen, de assistent met wie hij al bij Cercle had gewerkt. Zo kon hij samenwerken met een vertrouwenspersoon, die zijn karakter en zijn werkmethodes goed kent. De voormalige jeugdtrainer van Standard staat niet bepaald bekend om zijn moderne manier van coachen. Vaak laat hij de trainingen over aan de andere assistent Rudi Cossey, terwijl Vercauteren verkiest vanop een afstand toe te kijken, zo’n beetje als met Vincent Euvrard bij OH Leuven. Een aanpak die eens te meer contrasteert met de alomtegenwoordigheid van Ivan Leko op het trainingsveld en die maakte dat de spelers zich meteen veel vrijer voelden op het veld nadat ze lange tijd bestookt waren met richtlijnen.

Weinigen in de spelerskern spreken nog met Didier Lamkel Zé.
Weinigen in de spelerskern spreken nog met Didier Lamkel Zé.© belgaimage

Ook wat het leven in de kleedkamer betreft, houdt Vercauteren zich liefst op de achtergrond. Die aanpak, samen met de twijfels die er rezen na het vertrek van een coach die bij de meeste spelers geliefd was, zorgde ervoor dat de groep wat uit balans geraakte. Sommige leiders verloren een beetje hun aanzien en anderen profiteerden daarvan om zich vrijheden toe te eigenen die niet bestonden onder de Kroaat. De verwarring nam hand over hand toe, al had dat niet meteen een weerslag op de resultaten, die de club naar de Champions Play-off voerden. Toch werd het voetbal almaar slapper, tot frustratie van sommige spelers die hielden van de duels die in het spel van Bölöni en Leko ingebouwd waren en minder aanwezig zijn bij Vercauteren, die een laag blok verkiest. De resultaten zijn minder overtuigend sinds Didier Lamkel Zé, die in de eerste weken na zijn terugkeer ernst toonde maar nadien terugviel, niet in zijn beste vorm meer verkeert en dus geen wedstrijden meer beslist.

De Kameroener wordt verguisd door de supporters, die hem niet vergeven hebben ondanks zijn goals waarmee Beerschot of Club Brugge werden geklopt. Komende zomer zou hij dus de Bosuil moeten verlaten, waardoor de club eindelijk weer eens iets kan verdienen via een uitgaande transfer. Al valt het natuurlijk nog af te wachten welke potentiële kopers er zullen zijn voor een speler die wel talentrijk is maar wiens fratsen zich ook voor ieders ogen afgespeeld hebben. Daarvoor zal Antwerp hoogstwaarschijnlijk moeten rekenen op de bemiddeling van D’Onofio, voor zover die tegen dan nog een rol speelt binnen het Antwerpse project…

Het einde van de Don

De voormalige sterke man van Sclessin is, zoals onze collega’s van Le Vif op 6 mei publiceerden, in enkele rechtszaken verwikkeld samen met zijn vrienden en vennoten François Fornieri en Samuel Di Giovanni (directeur-generaal van Protection Unit). Hij zat dus tussen twee vuren: aan de ene kant de rechercheurs van justitie, aan de andere kant enkele naaste medewerkers van Gheysens. De Gazet van Antwerpen onthulde al dat Don Luciano geviseerd werd via het ontslag van een van zijn eigen naaste medewerkers, Frédéric Leidgens, die de functies van teammanager en perschef cumuleerde, zelfs zonder het Nederlands machtig te zijn. De krant maakte ook enkele gevoelige dossiers over hem openbaar, met name over de reservaties van wintervakanties voor sommige spelers, terwijl de club buitenlandse reizen had verboden wegens besmettingsgevaar en quarantaine. Die informatie kan alleen maar van een bron binnen de club komen, vermoedelijk van iemand die een einde wil maken aan de almacht van de clan-D’Onofrio in het dagelijks bestuur van Antwerp.

Dat artikel en de gevolgen ervan waren tekenend voor de heuse stammentwist die zich in de wandelgangen van stamnummer 1 aan het afspelen is. Toen Leidgens de maandag na de publicatie aan zijn bureau plaatsnam, konden sommigen naar verluidt een glimlach moeilijk onderdrukken. Niet veel later verdween de Luikenaar van het ene moment op het andere: hij meldde zich lastminute af voor de verplaatsing naar Mouscron, waarop de club bekendmaakte dat de samenwerking met de teammanager was stopgezet.

Het is op een gelijkaardige manier, via een droge mededeling in de ochtend, dat de kleedkamer te horen kreeg dat Lior Refaelov niet meer met de groep zou trainen en niet zou deelnemen aan de play-offs. In tegenstelling tot Simen Juklerød, die naar de C-kern verwezen werd en zijn ploegmaats al maandenlang niet meer heeft gezien, loopt de Israëliër nog wel rond op de Bosuil, maar hij werkt voornamelijk in de fitnesszaal om zijn conditie te onderhouden en is niet meer aanwezig op het trainingsveld. Refaelovs aangekondigde vertrek was koren op de molen van de tegenstanders van D’Onofrio en zijn kliek, omdat het de limieten aantoonde van een overdreven kortetermijnpolitiek: een Gouden Schoen wiens contractonderhandelingen men bleef uitstellen en die dus zijn oor te luisteren legt bij andere gegadigden.

Dat Rafa daarvoor openstond, kwam ook omdat hij een van de spelers was die het slecht hadden verteerd dat Lamkel Zé opeens weer in de gratie viel. De Kameroener had hem in het begin van het seizoen dan ook persoonlijk aangevallen op de sociale media.

En zo lijken de sportieve successen van de voorbije jaren soms op drijfzand gebouwd en hopen sommigen op een revolutie, die ervoor moet zorgen dat Antwerps terugkeer aan de top niet alleen maar façade is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content