Sven Vermant: ‘Waar ik binnen vijf jaar zal staan, interesseert me niet’

© BELGAIMAGE
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Zondag is het Waasland-Beveren-Club Brugge, de club waar Sven Vermant vorige maand debuteerde als hoofdtrainer tegen de club waar hij speler, aanvoerder, jeugdopleider, sportmanager en beloftentrainer is geweest. ‘Het is’, zegt hij, ‘een leuke wedstrijd om te zien waar we hier staan.’

Zijn carrière als hoofdcoach is Sven Vermant halsoverkop begonnen. ‘Ik werd om halftwee ’s nachts met een taxi afgehaald in Duitsland, waar ik met de beloften van Club aan een internationaal indoortoernooi deelnam’, vertelt hij net voor het sluiten van de transfermarkt in het perslokaal van zijn nieuwe club. ‘In de vroege ochtend ben ik hier aangekomen, waarna de papieren in orde gebracht werden, ik kennismaakte met de staf, mijn eerste training gaf en aan de pers werd voorgesteld. En ’s anderendaags verzamelden we al om vier uur ’s morgens aan het stadion om op winterstage te vertrekken. ( lacht) Maar eigenlijk viel dat allemaal wel best mee.’

Ik houd graag zelf de touwtjes in handen.

Sven Vermant

Hij is op de Freethiel ook in een andere wereld terechtgekomen. Zo is dat als je van een heel sterk uitgebouwde en gestructureerde topclub verhuist naar een bescheiden eersteklasser als Waasland-Beveren. ‘Maar voor mij is dat geen probleem. Uit de gesprekken is gebleken dat deze club vooruit wil en dat ik met wat ik weet en met mijn manier van werken daar een bijdrage in kan leveren. Bovendien: ik kom van bij de beloften van Club en niet van bij de eerste ploeg. Ook daar werd wel heel professioneel gewerkt, maar het is toch een verschil. Ik wil hier meegroeien en mee de lijnen uitzetten. Dat is iets wat ik graag doe. Maar als je ergens begint, is de eerste prioriteit resultaten halen, presteren met de ploeg. Dan komt het eropaan je spelers zo snel mogelijk duidelijk te maken: zo zit ik in elkaar, zo zie ik voetbal en dat wil ik zien bij balbezit en dat bij balverlies.’

Visie

Hoe zie je voetbal en hoe vormde zich die visie?

SVEN VERMANT: ‘Dat ontwikkelt zich vanuit je eigen carrière. Je herkent het spel, denkt mee met de coach en geeft mee leiding aan de ploeg. Maar op het einde had ik niet het gevoel dat ik trainer zou worden. Ik had iets van: we zien wel. Sowieso ben ik al iemand die niet ver vooruit plant. Bij Knokke bouwde ik mijn spelersloopbaan lichamelijk gedurende anderhalf seizoen gestaag af en ben ik tegelijk de trainerscursus UEFA B beginnen volgen om te ontdekken: is dat iets wat ik wil? Ik liep daarvoor toen stage bij de U14 van Club Brugge en bij de bond bij de nationale U15-ploeg. Je zet stap na stap en kijkt hoe het evolueert. Iedereen maakt zijn eigen keuzes, maar ik vind: eender wat je doet, dat bouw je toch op?’

Sven Vermant: 'Een systeem is voor mij niet de prioriteit. Mij gaat het meer om de voetbalprincipes dan om de opstelling waarmee je speelt.'
Sven Vermant: ‘Een systeem is voor mij niet de prioriteit. Mij gaat het meer om de voetbalprincipes dan om de opstelling waarmee je speelt.’© BELGAIMAGE

Had je dan na je spelerscarrière nog niet een nieuwe droom, een beeld van waar je met jezelf naartoe wou?

SVEN VERMANT: ‘Voor mij bestaat dat erin dat je elke dag weer kijkt waar je grenzen liggen, dat je telkens de lat hoger legt en kijkt tot waar je limiet reikt. Ik ben iemand die alles heel grondig en tot in de kleinste details doet. Ook als voetballer leefde ik voor mijn carrière om er het maximum uit te kunnen halen. Ik zeg dat soms tegen spelers: elke dag dat je er niet alles voor doet, is een dag die je kwijt bent en waar je achteraf spijt van kunt krijgen. Het is ook omgaan met ontgoochelingen, ondanks alles doorzetten om nieuwe mogelijkheden te zien. Zo ben ik van klein af geweest, van toen ik op mijn zestiende nog bij de scholieren van derdeprovincialer Koningshooikt speelde al. Van daaruit ontwikkelde zich al de rest. Je kunt alleen maar verder komen als je jezelf altijd maar beter maakt en de top van je eigen niveau haalt.

Qua visie ben ik altijd iemand geweest die graag zelf aan de bal is.

Sven Vermant

‘Thuis leerde ik: de coach kiest, jij moet ervoor zorgen dat de coach voor jou kiest door hoe je werkt en presteert. Bij Schalke zat ik onder Jupp Heynckes de eerste zes of zeven wedstrijden in de tribune. Hij koos voor Hamit Altintop, die later nog voor Real Madrid speelde. De tiende week moest ik tegen Bayern München na twintig minuten opeens invallen voor de geblesseerde verdedigende middenvelder Christian Poulsen en ben ik er nooit meer uit gegaan. In zulke situaties hangt het ervan af of je capabel bent om verder te blijven doen om klaar te zijn wanneer er een nieuwe kans komt. In moeilijke momenten tracht ik de focus te verleggen van het onbeïnvloedbare naar wat je wel kunt beïnvloeden. Ik kijk wat er komt en probeer altijd weloverwogen keuzes te maken en daar dan het allerbeste van te maken. Mijn focus ligt op dagdagelijkse ontwikkeling. Waar ik binnen vijf of tien jaar zal staan, interesseert mij eigenlijk niet. Ik houd wel graag zelf de touwtjes in handen. Toen ik destijds assistent-trainer van de beloften was, ondervond ik dat dat niet meteen een rol is die mij ligt. ( lacht) En toen de voorzitter mij in de winter van 2010 vroeg om samen met Henk Mariman sportmanager te worden en een nieuwe structuur neer te zetten, zei ik in eerste instantie neen. Omdat het iets was wat ik op dat moment liever niet wou doen.’

Waarom niet?

SVEN VERMANT: ‘Omdat ik vond dat ik daar de ervaring voor miste. Maar de voorzitter overtuigde mij om het wel te doen en uiteindelijk deed ik het met volle overtuiging. We zijn toen alles rond het eerste elftal gaan herstructureren en van daaruit beginnen werken.’

Anderhalf jaar later werden jullie ontslagen. Hoe kijk je daar nu op terug?

SVEN VERMANT: ‘Niet negatief. Ik vond die periode een heel waardevolle ervaring. Je leert daar veel van. Je komt op plaatsen waar je als speler en als trainer niet komt, maakt veel mee en krijgt inzicht in hoe een organisatie werkt die je anders alleen maar van buitenaf ziet. Dat is een gigantische meerwaarde. Ik vind: alles wat je meemaakt is een verrijking voor wat daarna nog komt. Ook daar ben ik vrij rationeel in. Tot de laatste dag gaf ik alles. Daarna volgde een periode om alles op een rijtje te zetten en er conclusies uit te trekken, zoals dat ook na mijn spelerscarrière het geval was geweest. Ik ben in die tijd begonnen aan de Pro Licencetrainersopleiding en deed er aan de VUB ook nog een avondcursus sportmanagement bij. Toen in oktober bij de U10-ploeg van mijn zoontje de coach opeens wegviel, heb ik mij aangeboden om in te springen. Omdat het niet evident is om meteen iemand anders te vinden en omdat ik wou dat mijn zoontje een goede trainer kreeg. ( lacht) Na een tijd gaven ze mij de U17 en later de beloften. Dat waren meer logische stappen, omdat ik intussen tot het besef was gekomen dat coaching meer mijn ding is. Als sportmanager neem je wat afstand van het veld en dat miste ik: de spelers, met een groep samenwerken om tot een resultaat te komen vooral.’

Evolutie

Wat stak je op als trainer van de U10?

SVEN VERMANT: ‘Ik amuseerde mij enorm met die gasten. Het was een uitdaging om hen niet alleen tactisch maar ook op menselijk vlak te helpen om het beste uit zichzelf te halen. En het was plezant om hen individueel en als team een bepaalde evolutie te zien doormaken. Maar het was ook een ervaring die een rol speelde in mijn eigen ontwikkeling: je gaat voetbal met andere nuances zien dan toen je zelf nog speelde en verandert daardoor je trainingsmethodes en de manier waarop je tijdens een wedstrijd dingen aanbrengt. Ook dat is absoluut een meerwaarde geweest. Je bouwt voor die jongens trainingen op, komt tot oefenvormen en die evolueren op basis van wat het best werkt. Dat neem je allemaal mee in je rugzak.’

Sven Vermant: 'Ik zeg soms tegen spelers: elke dag dat je er niet alles voor doet, is een dag die je kwijt bent en waar je achteraf spijt van kunt krijgen.'
Sven Vermant: ‘Ik zeg soms tegen spelers: elke dag dat je er niet alles voor doet, is een dag die je kwijt bent en waar je achteraf spijt van kunt krijgen.’© BELGAIMAGE

In welke zin is jouw visie op voetbal geëvolueerd sinds je zelf nog voetbalde?

SVEN VERMANT: ‘Het voetbal is sindsdien natuurlijk zelf geëvolueerd. Het is versneld, fysieker geworden en er zijn heel wat hulpmiddelen bijgekomen. Cijfers mag je niet idealiseren of overwaarderen, omdat het nog altijd gaat om mensen die dingen moeten uitvoeren. Ik bedoel: de ene dag is de andere niet en als je bij iemand iets verandert in zijn manier van spelen, kan hij andere cijfers halen dan voorheen. Maar qua visie ben ik altijd iemand geweest die graag zelf aan de bal is. Zowel bij Club als bij Schalke voetbalden we dominant. In Duitsland kwam daar de factor bij dat je er van elk team kunt verliezen. Het was er als dominante ploeg belangrijker dan bij Brugge om ook heel goed georganiseerd te zijn bij balverlies. Als ik de bal niet heb, wil ik de tegenstander onder druk zetten. Maar je moet altijd realistisch blijven en de manier waarom je voetbal ziet in verhouding zien tot het beschikbare potentieel. Het vraagt veel energie, fysieke capaciteiten en mentale bereidwilligheid om er negentig minuten vollen bak tegenaan te gaan. Maar je kunt resultaat halen zonder afbreuk te doen aan je manier van voetballen. Ik bedoel: je hoeft daarvoor niet achteruit te kruipen, de boel dicht te houden en op de omschakeling te spelen. Al zijn er altijd momenten in een wedstrijd dat je minder controle hebt, meer één blok bent en wel eens sneller omschakelt.’

Ik ben iemand die alles heel grondig en tot in de kleinste details doet.

Sven Vermant

Welke trainers inspireerden jou het meest?

SVEN VERMANT: ‘Van alle trainers die ik meemaakte, zitten er hier van boven wel ergens zaken.’ ( lacht)

Wie was de beste: Hugo Broos, Erik Gerets, Trond Sollied, Huub Stevens, Ralf Rangnick of Jupp Heynckes?

SVEN VERMANT: ‘Je kunt dat moeilijk vergelijken. Elke periode is anders en naargelang je zelf evolueert, bekijk je dat ook vanuit een ander standpunt. Het verhaal van Jupp Heynckes bij Schalke was niet succesvol, maar dat wil niet zeggen dat hij geen goeie trainer is. Want met Bayern München won hij daarna wel de treble.’

Als je er één moet uitkiezen, wie is dat dan?

SVEN VERMANT: ‘Dan misschien wel Ralf Rangnick.’

Waarom?

SVEN VERMANT: ‘Door de combinatie van zijn gedetailleerde analyses met zijn menselijke omgang met spelers.’

Was je niet liever zoals Philippe Clement eerst assistent-coach van de A-kern geworden alvorens hoofdcoach te worden?

SVEN VERMANT: ‘Neen. Ik vond het belangrijk dat ik zelf keuzes kon blijven maken. Als assistent bij de eerste ploeg kan je dat niet. Je werkt samen met de hoofdcoach en het is hij die de beslissingen neemt, ook over oefenstof en vervangingen. Ik was graag beloftencoach. Als je dan een aanbieding krijgt om hoofdtrainer te worden van een eersteklasser die op zoek is naar jouw profiel, voer je daarover gesprekken, tast je af of dat je volgende stap zou kunnen zijn en neem je een beslissing.’

Is het een grote sprong van beloftentrainer van Club Brugge naar hoofdtrainer van Waasland-Beveren?

SVEN VERMANT: ‘Ik sta daar niet zo bij stil.’

Ben je klaar om te lijden?

SVEN VERMANT: ‘Je weet waaraan je begint, maar probeert ook daar toch gestructureerd mee om te gaan. Je bent er als hoofdcoach in de eerste plaats voor het kortetermijnwerk, maar ik kijk toch ook naar de langere termijn. De openheid om dat te doen, is er hier wel. Ik ben iemand met de ambitie om er elke dag op het veld het maximum uit te halen, maar ook om binnen een organisatie samen stappen vooruit te zetten in de benadering. Bijvoorbeeld: dat je om spelers beter te maken het fysieke, het medische, het tactische en het technische aspect als één geheel moet bekijken en niet als afzonderlijke deeltjes. Want het zit allemaal verzameld in alles wat je elke dag doet om spelers tot een maximaal rendement te brengen.’

Je bent hier pas en verloor met Ibrahima Seck al je aanvoerder en met Ryota Morioka je beste speler.

SVEN VERMANT: ‘Ik wist dat dit kon gebeuren. Maar dat belet niet dat we als club vooruit willen en de mensen die mij en mijn manier van werken kennen, weten ook dat ik als coach vooruit wil en naar boven wil kijken.’

Ben je tactisch voldoende flexibel om het met andere spelers eventueel op een andere manier aan te pakken?

SVEN VERMANT: ‘Ja. Een systeem is voor mij niet de prioriteit. Mij gaat het meer om de voetbalprincipes dan om de opstelling waarmee je speelt. Om hoe je de tegenstander onder druk zet als je de bal niet hebt en over hoe je voetballend onder de druk uit komt als je wel de bal hebt én uiteraard om al de omschakelingen die erbij horen. Dat moet je aan je spelers proberen duidelijk te maken en dat is waar je elke dag aan werkt om het nog te verbeteren. Het gaat om je eigen principes over hoog druk zetten en over loopacties die je wil zien, maar wel aangepast aan de mogelijkheden die je spelers je daartoe bieden. Ik zal niet zeggen dat het constant puzzelen is, maar het is wel constant naar balans zoeken. Daar gaat het in voetbal om. Je kunt offensief spelen, maar zonder evenwicht zal je bij balverlies heel vatbaar zijn voor counters.’

Zondag speel je voor het eerst als trainer tégen Club Brugge.

SVEN VERMANT: ‘Inderdaad. Het gaat om drie punten en voor ons is het ook een leuke wedstrijd om te zien waar we staan.’

Je bent bij Club Brugge nog aanvoerder geweest van de ploeg waar ook Ivan Leko deel van uitmaakte. Zag je in hem toen al de trainer die hij nu is?

SVEN VERMANT: ‘Jazeker. Als speler was hij ook al heel veel met het voetbalspel bezig. Hij was tactisch onderlegd, zag op het veld waar de problemen lagen en wat de oplossingen waren. Daaraan merk je toch of iemand meer of minder aanleg bezit om coach te kunnen worden.’

Lang voor het einde van zijn spelerscarrière in zicht was, zei hij al: ‘Als trainer word ik nog beter.’

SVEN VERMANT: ‘Dat heb ik nooit gezegd. Maar als ik naar een wedstrijd kijk, eender waar en op welk niveau ook, is het altijd al op een analytische manier geweest. Analyseren, dingen naast elkaar leggen en afwegen, dat is een deel van mijn persoonlijkheid. van wie ik ben, in alles wat ik doe.’

Jur Schryvers, hier in duel met Igor Vetokele, kwam afgelopen zomer over van de Brugse beloften.
Jur Schryvers, hier in duel met Igor Vetokele, kwam afgelopen zomer over van de Brugse beloften.© BELGAIMAGE

Vertrouwen in beloften

Waasland-Beveren kiest er bewust voor om beloften kansen te geven en met Sven Vermant haalde het een hoofdtrainer in huis die zich als beloftentrainer van Club Brugge bekwaamde in het begeleiden van jonge spelers én die heel vertrouwd is met het talent dat er in de beloftencompetitie rondloopt. Het gevolg daarvan is onder meer dat er in de voorbije transferperiode weer drie beloften (op huurbasis) werden aangetrokken: centrale verdediger/verdedigende middenvelder Niels Verburgh (Club Brugge), linksback Daam Foulon (Anderlecht) en centrale middenvelder Louis Verstraete (AA Gent). Hij weet vanuit zijn ervaring als jeugdopleider dat je jeugdspelers tot op een bepaald niveau kunt ontwikkelen, maar dat de laatste stap vaak de moeilijkste is. Zeker hoofdcoaches die onder druk staan en hun job met het mes op de keel uitoefenen, zijn niet snel geneigd om jonge spelers te integreren. ‘Dat is een terechte opmerking’, aldus Vermant. ‘Maar op een bepaald moment moet je ze toch durven laten doorstromen om te weten waar ze staan. Als je ze vertrouwen geeft, zal misschien blijken dat sommigen al verder staan dan je denkt. Mocht ik destijds bij Club nooit de kans gekregen hebben, dan had ik misschien ook nooit de evolutie gemaakt die ik uiteindelijk wel maakte.

‘Mijn voordeel was toen ook dat ik in Brugge in een heel ervaren ploeg terechtkwam en veel van routiniers als Franky Van der Elst, Lorenzo Staelens, René Eijkelkamp, Dirk Medved en Vital Borkelmans leerde. Nu zijn A-kernen jonger en minder ervaren. Nogal wat jonge spelers zijn tegenwoordig ook ongeduldiger. Soms willen ze te snel de volgende stap zetten, denken ze dat het elders beter is en zijn ze niet altijd bereid om na een tegenslag hard te blijven werken en te vechten voor een plaats. Maar elk heeft zijn verhaal. De ene is ook vroeger klaar dan de andere. Het is voor iedereen apart kijken wat de best mogelijke weg is.’

Een van de initiatieven die zijn genomen om de doorstroming te verbeteren, is dat vanaf het seizoen 2019-2020 de beloftenteams in de amateurreeksen zullen worden ingedeeld. ‘Maar daar zal je niet kunnen overleven met jongens die juist uit de U17 komen, want dat is daar een andere manier van voetballen, een ander fysiek en mentaal niveau. Het is volwassen voetbal. Terwijl de leeftijd in de beloftencompetitie de voorbije jaren altijd maar jonger is geworden. Daarbij kun je je afvragen: is de stap naar de eerste ploeg daardoor niet juist nog groter geworden?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content