Tactisch Dessert: KRG Genk slaat bressen, Club Brugge en Anderlecht proberen die te dichten
Elke dinsdag werpt onze redacteur Guillaume Gautier zijn tactische blik op het voorbije weekend in de Jupiler Pro League. Deze week belicht hij onder meer een indrukwekkend KRC Genk, en de problemen op het middenveld bij Anderlecht en Club Brugge.
Onbeschermd Club Brugge
Al snel keek iedereen naar Brandon Mechele, die meer dan ooit stond te bibberen. De Rode Duivel wist niet waar hij het had met de loopacties van Cyriel Dessers, die meer uitblonk door zijn actieradius dan door zijn afwerking.
Ter verdediging van de Brugse nummer 44 moeten we zeggen dat het overal volgen van de ex-topschutter uit de Eredivisie ertoe leidde dat er elders bressen vielen die niemand kon dichten.
Op het middenveld had Carl Hoefkens de heerschappij in de middencirkel weer aan Ruud Vormer gegeven. Dat is problematisch als je weet dat de Nederlander het spel laat lopen wanneer de bal zich achter hem bevindt.
Dat wordt nog gênanter als je weet dat er ene Noah Mbamba naast hem stond, die wel indrukwekkend was met de bal aan de voet. Al is die nog lang niet in staat om de verdedigende intensiteit te ontwikkelen die op die positie vereist is.
Net als zijn voorgangers moest Hoefkens dus al heel snel bijsturen. Dat de jonge Mbamba bij de rust werd vervangen door Eder Balanta was logisch. Maar ook dat leidde niet tot evenwicht. Dat kwam er pas toen Casper Nielsen de plaats innam van Ruud Vormer. Voor slechts enkele minuten? Of voorgoed?
Wervelend KRC Genk
Dat blauw-zwart in zijn eerste competitiewedstrijd zo afzag, kwam ook door het al erg uitgekiende voetbal dat Wouter Vrancken de voorbije weken neerzette in Limburg. Bij balverlies stellen ze zich op in een 4-2-4, waarbij Mike Trésor naast Cyriel Dessers komt lopen om de eerste passes van de tegenstander af te blokken.
Op die manier beheersen de Genkies al goed het ‘chaotische balbezit’ dat hun coach verlangt: combinaties met driehoekjes op de flanken, gesteund door flankverdedigers die niet gierig zijn met hun inspanningen wanneer ze nog eens diep gaan om de tegenstander uit verband te spelen.
De witte symfonie werd gespeeld met veel bewegingen. Om te beginnen die van Dessers, die Brandon Mechele uit zijn comfortzone lokten. Verder ook die van de ongelukkige Luca Oyen (die zwaargeblesseerd uitviel) en van de altijd onhoudbare Junya Ito.
Hun afhaken creëerde ruimte, hun diepgang vulde die op. Dat gaf de indruk van een voortdurende wervelwind – en toch wel georkestreerd. Niemand bleef op zijn positie, maar alle belangrijke zones waren wel gecoverd. Zeker degene van waar de passes in de rug van de Brugse verdediging vertrokken. Passes die vaak op vuistslagen leken.
Het risico is evenwel ook duidelijk, meer bepaald wanneer er balverlies wordt geleden. Dat risico is wel minder groot dan bij een soms wankel KV Mechelen, vooral omdat Jhon Lucumi en Carlos Cuesta tot de besten in België behoren als het erop aankomt om de boulevards dicht te lopen.
En omdat Maarten Vandevoordt het traject van de bal zo goed kan lezen – een ondergewaardeerde troef!
Adrien Trebel, temperament dat aan twee kanten snijdt
Met een geïnspireerde assist aan Majeed Ashimeru wist Adrien Trebel plots bijna iedereen opnieuw te overtuigen. De Fransman was hyperactief en speelde verticaal zoals in zijn beste dagen. Zo leek hij de rol van patron op het paars-witte middenveld op te eisen. Maar ook al passen zijn energie en zijn voetbal naar voren prima bij de ideeën van Felice Mazzu, de middenvelder legt zo ook wel enkele zwaktes bloot bij een Anderlecht dat nog in volle opbouw is.
Omdat Trebel niet genoeg om zich heen kijkt wanneer hij de bal vraagt bij zijn verdedigers, wordt hij vaak aangevallen wanneer hij een aanval wil opzetten. Zo wordt zijn spel soms wat chaotisch en creëert hij zelf bressen in het Brusselse blok. Door zijn voorliefde om duels aan te gaan verlaat Trebel vaker zijn positie dan de gedisciplineerde Josh Cullen. Op die manier vond KV Oostende veel ruimte tussen de ver uiteengeschoven linies van Anderlecht.
Die ruimte werd nog vergroot door het defensieve trio, waarin Hannes Delcroix de enige is die niet te veel achteruitkijkt. Wesley Hoedt en Zeno Debast zijn minder dynamisch dan hun linksachter en aarzelen wanneer de collectieve pressing vereist dat ze het contact met de offensieve spelers van de tegenstander moeten zoeken.
Zo creëerden ze de ruimte waar de Kustboys vrolijk konden induiken. Misschien is het gewoon een kwestie van afspraken, maar misschien ook van profielen.
De nieuwe missie van Adem Zorgane
De positie op het middenveld het dichtst bij de verdediging werd bij Charleroi vaak ingenomen door Marco Ilaimaharitra, soms geflankeerd door Ryota Morioka, maar lijkt nu toevertrouwd te worden aan Adem Zorgane.
De Algerijn kan daar zijn twee grote troeven uitspelen. In de eerste plaats zijn verdedigende kracht: stevig in het duel en bekwaam om mandekking te spelen, terwijl het duo gevormd door de Japanner en de Malagassiër vooral sterk was in de zoneverdediging.
In de tweede plaats zijn spelopbouw, waarmee de Carolo’s makkelijker onder de druk van de tegenstander uitkomen en hun favoriete tegenaanval kunnen opzetten.
Charleroi staat dus al goed op de eigen helft, maar aan de andere kant van het veld kan het zijn stabiliteit nog niet benutten. Daar lopen de combinaties vaak in het honderd en missen de bewegingen spontaneïteit.
Misschien komt dat door de spelers die er rondlopen, een Youssouph Badji bijvoorbeeld heeft het heel moeilijk om balbezit om te zetten in kansen. Maar het komt allicht ook door de spelopvattingen van Edward Still. Zijn positiespel is vaak te voorspelbaar, zodat het makkelijk gelezen en geneutraliseerd kan worden door de coach van de tegenstander.
Welk van beide oorzaken zal doorwegen in de diagnose bij de Zebra’s? We zullen alleszins moeten wachten op het debuut van Nadhir Benbouali om het verdict te kennen.
Hoe speelt nieuwkomer Westerlo?
Behalve de aandachtige volgers van 1B waren er maar weinigen die zich een beeld konden vormen van de voetbalideeën van Jonas De Roeck, die op de bank van Westerlo een succescoach geworden is.
De ex-assistent van Vincent Kompany keerde terug naar eerste klasse met een zeer beweeglijke 4-2-3-1. Opgepept door een linkerflank waar de hyperactieve Maxim De Cuyper en de slimme Thomas Van den Keybus voor positiewissels, combinaties en diepgang zorgen.
Tegenover een Cercle Brugge dat al snel met z’n tienen viel, maakte de promovendus gebruik van veel verschuivingen in het spel. Dat bleek erg nuttig om de pressing in zone van de mannen van Dominik Thalhammer te counteren.
Het voetbal is dynamisch, de ideeën zijn modern en de spelers hebben die in de voeten: de Kempenaars lijken geen ploeg te zijn die geneigd is om weer de lift naar beneden te nemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier