Technisch hobbyloos in tijden van corona: de vincker

© gf
Yanko Beeckman Medewerker Sport/Voetbalmagazine

Hans Bressinck (30) zag zijn favoriete tijdverdrijf gedwarsboomd door het coronavirus. De groundhopper, excuseer: vincker – wie is hij, wat doet hij en wat drijft hem?

Het gesprek met Hans moet noodgedwongen telefonisch. Op de vraag of hij zich tijdens de coronacrisis wat kan bezighouden, weerklinkt een zucht. ‘Ik ben dat thuiswerken kotsbeu’, zegt hij. ‘Maar ik heb een goed excuus gevonden om morgen op kantoor te zijn: ik moet wat dingen afdrukken.’

Hans houdt van sociaal contact én van voetbal. De twee combineert hij in zijn passie: groundhoppen, voetbalstadions over de hele wereld bezoeken. ‘Groundhoppen horen we eigenlijk niet zo graag’, tikt Hans me beleefd op de vingers.

‘Dat heeft een negatieve bijklank omdat het de nadruk legt op het hoppen en dus de kwantiteit. Het Nederlandse magazine Staantribune is al een tijd aan het proberen om ‘vincken’ in het woordenboek te krijgen.’

Hans’ vinckontmaagding was een Spaanse. ‘Mijn eerste buitenlandse wedstrijd was in 2007 in Córdoba, daar zat ik voor een uitwisselingsproject van school. Van de wedstrijd weet ik niet veel meer, maar ik herinner me wel nog dat ze aan het werken waren aan het stadion. De werken op de Bosuil zijn dus vrij herkenbaar.’ Hans is ook Antwerpsupporter.

‘Na die eerste wedstrijd ben ik wat beginnen opzoeken over vincken en dat leek me wel iets. Ik denk dat het ook een soort verlangen naar Europees voetbal was. Antwerp was op dat moment nog een troosteloze tweedeklasser.’

Kwaliteit boven kwantiteit

De komende maanden ziet hij zijn vincklijstje geboycot door het coronavirus. Eind mei zou hij normaal de Europa Leaguefinale in Polen bijwonen, gekoppeld aan een rist lokale wedstrijden. In het najaar wilde hij naar Argentinië. ‘Buenos Aires is mijn ultieme droom. Dat is het walhalla voor vinckers. Op de drie hoogste niveaus heb je daar dertig of veertig ploegen. Als je wil, kan je elke dag een wedstrijd zien’, vertelt hij enthousiast.

‘Buenos Aires is mijn ultieme droom. Dat is het walhalla voor vinckers.’

‘Al ben ook ik de laatste jaren meer belang gaan hechten aan kwaliteit dan aan kwantiteit. Een sfeervolle derby, een karakterrijk stadion of mooie natuur, dat zijn voor mij de belangrijkste criteria. Als je geen kwaliteit nastreeft, zit je op de duur bij wedstrijden waarbij je je afvraagt: waarnaar ben ik in godsnaam aan het kijken?’

‘Zo ben ik eens naar een groundhopweekend in Engeland geweest. Die mannen zien van vrijdag tot maandag soms acht wedstrijden. Na een tijd heb je dan wel genoeg voetbal gezien. Soms gebeurde het dus dat ik in de pub bleef om een pint te drinken. Dan zien die Engelsen je als een valsspeler, hé.’

‘Eigenlijk zijn er twee soorten groundhoppers: zij die maniakaal met cijfers bezig zijn en zij die ook graag eens een pint drinken. Een gulden middenweg bestaat niet. Ik hoor eerder bij de tweede soort.’

‘Er bestaan ook heel veel clichés binnen het wereldje’, zegt Hans. ‘Zo kicken de Engelsen op hun programmaboekje. Als ze dat niet te pakken krijgen, telt hun vinck niet.’

‘Van Duitsers wordt dan weer gezegd dat ze heel veel wedstrijden bezoeken en dat je ze dus ook overal tegenkomt. Ik maakte het zelf mee in Wit-Rusland. Ik zat vast na een wedstrijd, had wel vervoer naar het stadion geregeld, maar niet terug naar het centrum. Ik besloot dus om een taxi te proberen tegenhouden. In de eerste taxi die stopte, zat, jawel, een Duitser. Heerlijk clichébevestigend.’

Aan hoeveel stadions zit hij zelf sinds die eerste wedstrijd in 2007? ‘Wacht, dat moet ik even opzoeken. Ik lach wel met de clichés en vinckers die alles tot in het autistische bijhouden, maar eigenlijk ben ik even erg. Ik noteer alles in Worddocumenten en Excellijsten’, biecht hij op. ‘Het zijn er 339.’

339 stadions, waarvan 95 in België en de rest in het buitenland. 24 landen, van Duitsland over Nederland en Georgië tot Polen. Vooral met dat laatste land heeft Hans een speciale band.

‘Radoslaw Rzeznikiewicz, een kameraad die ik door het vincken heb leren kennen, is in Polen een nogal bekende vlogger onder de naam Kartofliska. Als ik er ben, spreek ik altijd met hem af. Hij regelt dan vervoer naar de wedstrijden. Van een match in de lagere afdelingen op het Poolse platteland, daar kan ik echt van genieten.’

Bekend in Polen

Hans stond zelf ook al op het veld in het land van Robert Lewandowski en Marcin Wasilewski. In een officiële bekerwedstrijd dan nog. ‘Voor zijn veertigste verjaardag had Radoslaw een ploeg opgericht met vrienden van hem, onder wie enkele bekende journalisten en ik. In de eerste ronde namen we het op tegen de ploeg van zijn stamkroeg. Hij heeft me zelfs aanvoerder van zijn team gemaakt. Na vijf minuten ben ik naar de kant gehaald onder een erehaag en een staande ovatie en is hij erin gekomen. Er was zeker zeshonderd man aanwezig en de samenvatting is uitgezonden op de Poolse versie van Extra Time. De presentator was onze rechtsachter.’

‘Van een match in de lagere afdelingen op het Poolse platteland, daar kan ik echt van genieten.’

Gevraagd naar zijn allermooiste vinck moet Hans niet lang nadenken. ‘Dat was op de Faeröer. Een veld bovenop een heuvel, met nog meer heuvels errond en zicht op zee. We hadden op de website van de voetbalbond gezien dat de derde ploeg van Vikingur thuis speelde. Maar toen we daar aankwamen, was er niemand te bespeuren.’

‘We zijn een kleedkamer binnengestapt, middenin de tactische bespreking van de eerste ploeg van Vikingur. Daar hebben ze ons heel vriendelijk verteld dat de derde ploeg aan de andere kant van de heuvel speelde, in Leirvik.’

Hans’ hobby leverde hem talloze onvergetelijke anekdotes op, maar kostte hem ook al een aardige duit. ‘Ik heb dat ooit allemaal bijgehouden, maar dat was te confronterend. Met al het geld dat ik in het vincken heb gestoken, had ik een appartement kunnen kopen.’

Spijt heeft hij echter niet. ‘Die trips zijn veel meer dan alleen maar voetbal. Het voetbal is eigenlijk niet meer dan een excuus om weg te zijn en nieuwe plekken te bezoeken. Het vincken heeft mij geleerd dat Europa kleiner is dan we denken. Ik hoor mensen soms zeggen: ‘De zee, amai, da’s ver.’ Terwijl wij soms een dag heen en weer naar Darmstadt rijden om een wedstrijd te zien nog voor de tribune gesloopt wordt.’

‘Ik heb landen bezocht waar ik zonder het voetbal nooit was beland en ik heb mensen leren kennen die ik anders nooit had ontmoet. Die ervaringen en vriendschappen zijn me zo veel meer waard dan een appartement.’

‘Met al het geld dat ik in het vincken heb gestoken, had ik een appartement kunnen kopen.’

Ter afsluiting vraag ik of Hans tips heeft om het vincken te combineren met een relatie. ‘Ik ben zelf een eeuwige vrijgezel’, zegt hij lachend. ‘Maar ik heb genoeg maten die een relatie hebben en meer vincken dan ik. Die moeten gewoon nu en dan deugpunten scoren in de Ikea.’

De tips van Hans

Olympisch Stadion in Berlijn: ‘Ondanks de piste wondermooi.’

Estadio 1º de Maio in Braga: ‘Een van de meest volmaakte stadions ter wereld.’

Ros Beiaard Stadion in Dendermonde: ‘Een onbekende parel in eigen land.’

Wojska Polskiego in Warschau: ‘Ongelofelijke sfeer.’

Stadion Marymont in Warschau: ‘Er mag niet meer gespeeld worden, maar naar mijn mening een stadion dat de perfectie benadert.’

Hans Bressinck
Hans Bressinck© gf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content