Tessa Wullaert: ‘We zijn met het vrouwenvoetbal goed bezig’

© Belga Image

De Red Flame houdt zich in West-Vlaanderen klaar voor een terugkeer naar Manchester City, maar denkt ook na over haar sportieve toekomst.

1. Ook al is de oorzaak treurig, ben je toch blij dat je de bubbel van het voetbal even kon verlaten?

‘Ja. Want ik ben toch altijd gelukkig als ik even in België kan zijn. Ondertussen zitten we al aan vijf weken en het onthaasten is een verademing. Meestal zijn de maanden maart en april de moeilijkste, omdat je lichaam dan wat moe wordt. Ik heb nu immens veel tijd om die door te brengen met mijn familie. Ik geniet hier veel intenser van, omdat het heel lang geleden is en we dit nooit meer zullen meemaken. In plaats van maximaal 24 of 48 uur in België, krijg ik nu de tijd en de kans om uit te slapen of wat langer op te blijven. Zalig, om een serie op tv of een boek te kunnen lezen. Het rushgevoel is eruit.’

2. Ga jij nog uit van een scenario dat je straks het kampioenschap beëindigt met Manchester City en eventueel een titel kan of mag vieren?

‘Ik hoop het. Maar dan het liefst op de eerlijke manier, met het afwerken van wedstrijden in competitieverband en op een gezonde basis. We moeten afwachten. Ik zou het ook raar vinden. Je moet iedere keer altijd iedereen kunnen testen. Dat lijkt me niet zo evident.

‘Wij hebben regelmatig een onlinemeeting met de manager en onderling contact tussen de speelsters. Alles wordt goed en duidelijk meegedeeld via WhatsAppgroepen. Ondertussen volgen wij ons schema. Na vier weken intensief werk, was er nu wat ruimte voor iets minder load. Voorlopig heb ik thuis hier nog een programma voor acht weken verder. Ik richt me toch op een hervatting eind juni.’

3. De internationale spelersvakbond FIFPro is bezorgd om de gevolgen van de coronapandemie op het vrouwenvoetbal. Ze spreken zelfs van een existentiële bedreiging, met een kortere looptijd van contracten, gebrek aan verzekeringen en wegvallen van inkomstenbronnen. Kan je hun stelling volgen?

‘Als er moet bespaard worden, zal dat iets sneller gebeuren bij de vrouwenteams. Maar anderzijds is de hap die zij nemen uit het algemene budget niet zo groot in de praktijk. Het kan dus twee kanten opgaan. Het kan vooral gevolgen hebben voor ploegen waar de manager onze sport niet echt hoog in het vaandel draagt. Ik hoop alleszins dat er geen grote gevolgen aan vasthangen. Wij bij City worden nog voor de volle honderd procent correct betaald. Ik mag me dus gelukkig prijzen. Daarom deel ik ook niet echt die bezorgdheid nu. Wij zijn met het vrouwenvoetbal goed bezig.’

4. Jij bent in juni einde contract. Welke stap overweeg jij nu het meest: een nieuwe buitenlandse competitie ontdekken of toch eerder België, waar Anderlecht concreet interesse toont?

‘Een goeie vraag, want ik weet het zelf nog niet. De uitwijkmogelijkheden zijn groot: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje. Er bestaan zelfs opties in China en Japan. Ik wacht gewoon op de dag waarop ik ’s ochtends opsta en een beslissing neem waar ik voor de volle honderd procent achter sta. Voorlopig ben ik er nog niet echt uit, maar ik ken geen stress. Sociaal en sportief moet het plaatje kloppen. Voor de eerste keer ga ik op één van beide aspecten moeten inbinden. De onderhandelingen staan nu ook op een laag pitje, omdat er onduidelijkheid bestaat wanneer alle competities eindigen en hervatten, naast de financiële mogelijkheden. Zelfs een verlengd verblijf bij City is nog mogelijk. Vorig jaar had ik dat zeker gedaan, nu is dat door een gebrek aan speeltijd meer twijfelachtig.’

5. Je mama werkt in de zorg. Hoe groot is je respect voor haar beroep en de werkomstandigheden?

‘Dat kan je moeilijk onder woorden brengen. Want ik zou het niet kunnen, al dat geregel en die zware belasting. Mijn moeder is verpleegster in het rusthuis van Wielsbeke, waar tot nu toe gelukkig geen besmetting is geweest. Ik duim dat het ook zo blijft. Wat zij en haar collega’s op een dag verzetten van werk, dat is ongelofelijk sterk. Bovendien is het frustrerend dat zij, door haar verschillende shiften, ons nu niet maximaal kan zien. Want als wij thuis zijn, moet zij vaak weg. Gelukkig zijn we in de buurt. Ik probeer haar te ondersteunen, waar mogelijk. Met de hond gaan we minstens eenmaal per week eens wandelen tot bij onze grootouders, om hen te groeten en boodschappen te doen. Alle beetjes helpen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content