Toby Alderweireld: ‘Het voetbal heeft me veel gegeven, maar ook veel afgepakt’

© BELGAIMAGE
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Rode Duivel Toby Alderweireld praat in Knack openhartig over zijn moeilijke beginperiode bij Ajax en het soms overschatte bestaan als profvoetballer.

Het moet niet altijd The Players Tribunezijn waar gevierde sportvedetten hun vaak zeer persoonlijke verhaal doen over het pad naar succes. In Knack van deze week legt Toby Alderweireld, de Rode Duivel die doorgaans wat op de achtergrond blijft, een stukje van zijn ziel bloot. ‘Veel mensen denken: oh, als ik maar het geld, het succes en de mogelijkheden van een topvoetballer had, dán zou ik pas echt genieten. Terwijl ik vaak het tegenovergestelde ervaar: doordat ik dit leven leid, geniet ik juist minder’, zegt Alderweireld.

De 96-voudige Rode Duivel vindt dat zijn leven ‘wordt geïdealiseerd’, maar de medaille heeft ook een andere kant. ‘Dingen die voor de man in de straat vanzelfsprekend zijn, kan ik niet meemaken. Vertaal dit alsjeblieft niet als klagen. Natuurlijk ben ik dankbaar. Het voetbal heeft mij op plekken gebracht waar ik anders nooit zou zijn geraakt. Maar het heeft me ook veel afgepakt, en dat begrijpen sommige mensen niet. De boodschap is: iedereen heeft zijn struggle. Benijd je buurman niet, ook al is zijn huis mooier dan het jouwe.’

Amsterdam

Toby Alderweireld heeft geworsteld met heimwee, die diepere sporen liet dan louter wat voorbijgaand hartzeer. Een blijvend litteken, noemt hij het zelf. Op zijn vijftiende verliet Alderweireld Ekeren voor een droomtransfer naar Ajax Amsterdam. ‘Ik was daar niet op voorbereid. Ik kom uit een warm, geborgen nest.’

Die beschermde jongen belandde op een school in de Amsterdamse Bijlmer. Een ruige, multiculturele buurt. ‘Letterlijk de eerste zin die ik tegen een medeleerling durfde te zeggen, was: ‘Waar hebben we subiet les?’ Hij begon te lachen, zelf had ik niet door hoe Vlaams dat klonk. Heel mijn lijf zei toen: ik wil dit niet. Dit is te veel voor mij. Laat me alsjeblieft naar huis gaan.’

‘Ik draag dat nog altijd mee. Ik voelde me verloren in Amsterdam, jarenlang. Het milderde, maar ging nooit over. Als een duiveltje dat op mijn schouder bleef zitten. En het lag ook helemaal niet aan Amsterdam. Jan Vertonghen en Thomas Vermaelen hebben hetzelfde parcours afgelegd en zij voelden geen heimwee.’

Hoe hij daar uit kwam? ‘Ik heb opgelijst wat ik nodig had om gelukkiger te worden. Dat was: alleen wonen, en een autootje kopen zodat ik naar Antwerpen kon wanneer ik dat nodig had. Ik speelde al in de eerste ploeg maar verdiende echt geen schatten. Het was rekenen: heb ik genoeg om deze week benzine te kopen? Maar ik had mijn lot opnieuw in handen, en dat maakte een groot verschil.’

Citaat van Jim Carrey

Als één van de voornaamste nadelen van het voetballersbestaan noemt Alderweireld de familiale ontberingen. ‘Mijn dochtertje begint te stappen. De kans is groot dat ik er niet bij ben wanneer zij voor de eerste keer de kamer doorstapt. Haar geboorte heb ik mee kunnen maken, maar daarna was het: boem, nu zie je je dochter een week niet – we speelden op verplaatsing met de nationale ploeg. Ik liet mijn vrouw alleen, die me op dat moment hard nodig had. Ik verdien goed, maar op dat soort zaken valt geen prijskaartje te plakken. Daarom ben ik soms jaloers op mensen met een normale job. Al hebben zij óók hun problemen, dat snap ik best’, is de Tottenhamverdediger eerlijk.

‘Erkenning is leuk, maar om bekend worden heeft het voor mij nooit gedraaid’, gaat hij verder. ‘Een citaat van Jim Carrey heb ik uit het hoofd geleerd: ‘Iedereen zou rijk en beroemd moeten worden om te beseffen dat er niks aan is.’ Het lijkt fijn, maar hoe meer de buitenkant blinkt, hoe harder de realiteit achter de schermen.’

Lees het volledige interview van Jef Van Baelen met Toby Aldweireld in de Plus-zone van Knack of in Knack van woensdag 23 oktober.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content