Uit het archief: Sport/Voetbalmagazine op zoek naar Tew Mamadou

© Belga
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Vandaag is voetballer Tew Mamadou overleden. In 2010 trok Sport/Voetbalmagazine nog naar Senegal, op zoek naar de spectaculaire verdediger.

Tew Mamadou is op Facebook. De groep die op de populaire sociale netwerksite naar hem wordt genoemd, werd gecreëerd door Wim Vande Woestyne onder het motto ‘Waar is de zwarte parel van de Brugse defensie heen?‘ Momenteel telt de virtuele gemeenschap 73 leden, onder wie: actrice Jacky Lafon, voormalig wielrenner Ludo Dierckxsens en Tim en Silke Van der Elst, zoon en dochter van Franky. Op het prikbord valt onder meer het grapje te lezen dat Tew eigenlijk ‘Madou’ heette, maar dat hij stottert en dat zijn naam dààrdoor, door eigen onvolmaakte mondelinge overlevering, ‘Ma-madou’ is geworden.

Zijn gsm-nummer vinden we bij Sadio Demba, de Senegalese assistent-trainer van SV Roeselare. Als we ten slotte Mamadou zelf aan de lijn krijgen, is er geen énkel probleem meer: hij wil meewerken aan het magabook over Club Brugge en in de tweede helft van januari kunnen we hem ontmoeten in Dakar, verzekert hij ons. Maar kort daarna raken we in het exotische restaurant La Métisse in Overijse na een interview met Elimane Coulibaly in gesprek met iemand die betwijfelt of Mamadou wel in Dakar zal zijn. “Hij is assistent-trainer van Casa Sport in Ziguinchor op zo ’n vijfhonderd kilometer van de hoofdstad”, zegt de man, “en als je in Senegal van het noorden naar het zuiden moet reizen, is dat geen eenvoudige onderneming.” Waarna Coulibaly opmerkt dat er ook een bootverbinding is.

Op het internet is er sprake van een tocht door het stof die nog vertraagd wordt door de achttien kilometer brede Gambiarivier waar je overheen moet. Omdat bruggen nagenoeg ontbreken en de schaarse overzetschuiten slechts een beperkt aantal auto’ s aankunnen, is de oceaanboot een populair transportmiddel tussen Dakar en Zinguinchor, lezen we, maar zwaar overladen is die op 26 september 2002 in een storm gezonken. Slechts 64 mensen konden gered worden, de rest van de bijna 2000 passagiers verdronk in de Atlantische Oceaan. Maar Mamadou stelt ons gerust. Tijdens de Afrika Cup in Angola van 10 tot 31 januari zal hij wel degelijk bij zijn familie in Dakar verblijven. Zodra we op 23 januari rond 17 uur geland zijn, moeten we hem bellen en zal hij ons op de luchthaven komen afhalen. Twee dagen voor de afreis contacteren we hem voor alle zekerheid nog eens: hij bevestigt de afspraak.

‘Le fils de Mamadou’

Na de landing in Dakar bellen we zoals afgesproken Mamadou, maar we krijgen hem niet te pakken en sturen hem een sms-bericht.

Bonjour Tew,

Je suis à l’ aeroport.

Cordialement,

Christian.

In de luchthaven geraken we niet meteen voorbij de veiligheidscontrole. Op ons visum vulden we ons verblijfsadres in Senegal niet volledig in. We zullen logeren bij Awa Demba en Moussa Diop, zus en schoonbroer van Sadio Demba, in de wijk Ouest Foire, maar het huisnummer is ons niet bekend. De veiligheidsagent maakt er een punt van en roept ons terug. Als we hem uitleggen wat we komen doen en hem voorstellen om Tew Mamadou of de familie Diop-Demba zelf te bellen, geeft hij zijn verzet op. Ondertussen zijn we al omringd met helpende handen. Jongemannen met en vooral zónder officiële luchthavenbadge die ons verhaal hoorden en allemaal beweren Tew Mamadou persoonlijk te kennen, lopen mee tot aan de bagageband en bieden ons onder meer vervoer en de goedkoopste wisselkoersen aan. We zeggen hen dat Mamadou ons komt halen.

Maar Mamadou blijft onbereikbaar. Als we al zeker een minuut of twintig buiten voor de uitgang staan te wachten en de avond stilaan valt, komt er plots een jongeman van in de publiekszone over het dranghekken met de glimlach naar ons toe. ‘Bonjour, monsieur, je suis le fils de Mamadou’. Hij neemt onze reiskoffer van ons over, informeert naar hoe de vlucht was, vertelt dat ook hij voetbalt en ondertussen komt er nog wat volk bijstaan, onder meer een bedelaar in een rolstoel. Als ‘le fils de Mamadou‘ ons daarop nogal nadrukkelijk vraagt of we geen geld uit de muur moeten halen, krijgen we argwaan en zien we in een oogopslag dat de rits van onze bagage zo ’n tien centimeter geforceerd is, net voldoende om er een hand tussen te krijgen. “Dat moet gebeurd zijn tijdens de reis”, zegt de rolstoeler, en ‘le fils de Mamadou‘ noemt zich ineens ‘un ami de Mamadou‘. “C’ est une façon de parler, monsieur.” Er blijkt niets gestolen te zijn. Het opengebroken valies bevatte uitsluitend kledij en toiletgerief.

Als het al donker wordt en Mamadou nog altijd niet reageerde op onze telefonische oproepen, besluiten we de schoonbroer van Sadio Demba te bellen. Even later komt hij ons oppikken. Ook hij krijgt geen verbinding met Mamadou. We sturen een nieuw berichtje.

Bonsoir Tew,

Je suis à Ouest Foire 230.

Cordialement,

Christian.

‘C’est ça l’ Afrique’

’s Anderendaags kan Sadio Demba evenmin Mamadou bereiken, maar hij gelooft dat hij de komende dagen vanuit België iemand kan vinden die daar wel zal in slagen. In afwachting geraken we niet vooruit. Op de Senegalese voetbalbond belooft Abdoulaye Guéye Touré, vice-voorzitter van de profliga, ons te zullen contacteren van zodra hij iets meer weet over Mamadou, maar net zo min als Ibrahima Diongue Gazou, redacteur van het dagblad Kotch, en Babacar Gaye, woordvoerder van de partij van president Abdoulaye Wade die we in het prestigieuze Cafe de Rome in hartje Dakar treffen, zal hij ons kunnen helpen. Via Abdoulaye Bathily, general manager van de productiemaatschappij Pixel Vision, maken we wel kennis met Roger Mendy. Dat is een Senegalees die bij AS Monaco vier jaar onder leiding van Arsène Wenger voetbalde, bij Pescara de eerste Afrikaan werd die scoorde in de Serie A en bij de nationale ploeg nog samenspeelde met Mamadou.

“Mamadou is als een broer voor mij. Toen hij prof was in België, ben ik vaak bij hem op bezoek geweest”, vertelt hij ons. “Brugge is een mooie, propere en rustige stad waar je een formidabel bier kon drinken. Op de naam ervan kan ik niet zo meteen komen. Help je mij even?”

Eh, Gueuze Sint-Louis? Toch geen Gueuze Lambic? Brigand? Rodenbach? Kriek?

“Ju… Jùliper! Het eerste wat ik zei als ik aankwam, was: ‘Où est-ce qu’ il est, le Juliper la?‘ Alleen regende het een beetje veel in België. Met Senegal speelden we er ooit een vriendschappelijke wedstrijd (de Brugse Metten in 1985, nvdr).

“Mamadou was een grote speler en een uitzonderlijke vent, hard van karakter en een beetje nerveus. Hij stotterde en als hij zich opwond, blokkeerde hij helemaal. Ik zie hem niet veel meer. Als hij niet is opgedaagd, zal het zijn omdat hij belet is. In Senegal zeggen ze vaak ‘oui, oui, pas de problèmes‘, maar vaak betekent dat juist ‘beaucoup de problèmes‘.”

Veel problemen? Het laatste dat we in België van Tew Mamadou vernamen, kwam van een telefonisch interview dat op 5 december 2008 in Het Nieuwsblad verscheen. Daarin klonk hij alleszins niet vrolijk.

‘Het leven is niet altijd rooskleurig. De wereld heeft me vaak ontgoocheld.’ De inmiddels 49-jarige Tew Mamadou zegt het stellig. De stotterende Senegalees stond van 1984 tot 1990 in de verdediging van Club Brugge en zou ook nog twee jaar bij Charleroi spelen. ‘Toen trainer Peruzovic kwam en Janevski meebracht, was het gedaan. De Joegoslavische connectie, hé. Ik blesseerde me bovendien zwaar aan de knie. Ik stopte met voetballen en keerde terug naar Senegal. Mensen hingen rond mij als vliegen. Ik had geld, dus iedereen had iets nodig. Tot je plots zonder valt. Dan verdwijnen ze allemaal. Ik kende financiële problemen, privéproblemen… Neem nu de Rover waarmee ik destijds reed in Brugge: die is een paar jaar geleden in panne gevallen. Sindsdien heb ik geen auto meer.’ De uit Dakar afkomstige Mamadou is nu assistent bij zijn gewezen club Casa Sport. ‘Maar dat betaalt slecht. Sinds ik gestopt ben met voetballen, ben ik eigenlijk altijd min of meer werkloos geweest. Ik vond niets interessants in Senegal. Nu heb ik spijt dat ik België verlaten heb. Bij jullie had ik mijn trainerscarrière kunnen lanceren of toch in het voetbal kunnen blijven. Belgische oud-spelers zoals Luc Devroe, Philippe Vandewalle of Jan Ceulemans, gewezen ploegmaats van me, bekleden een functie in het voetbal. Hier in Senegal is het amateurisme troef. Enige visie om het voetbal uit het slop te halen, heeft de politiek hier niet. Mensen zijn jaloers, hé. Idem voor de nationale ploeg: jarenlang werd alle hoop gesteld op blanke tovenaars. Profiteurs. Dat maakte me kwaad.’ Toch is Mamadou geen hoopje ellende. ‘Ik leef op het gemakje. Het enige wat telt, zijn mijn drie zonen van 18, 20 en 22 jaar oud. Twee van hen voetballen, de andere turnt. Ze hebben talent, maar het belangrijkste is dat ze een diploma halen. Ik wil niet dat ze de blunders van mijn generatie overdoen.’

Het leven in Senegal is er sindsdien niet gemakkelijker op geworden. Integendeel. De mondiale economische crisis laat er zich fel gevoelen. Veel mensen klagen over de forse stijging van de prijs van onder andere de rijst, de boter, de suiker en de olie en begrijpen niet waarom de president 26 miljoen euro investeert in le Monument de la Renaissance, een monument dat de wedergeboorte van Afrika moet symboliseren en op 4 april officieel wordt ingewijd, terwijl zijn volk lijdt. Ook in het voetbal gaat het slecht: de FIFA installeerde er een comité de normalisation.

“Ik ben er zeker van dat Mamadou onder zijn situatie lijdt”, zegt Roger Mendy. “Het feit dat iemand die op het hoogste internationale niveau voetbalde, veroordeeld is tot het uitoefenen van de job van hulptrainer aan de andere kant van het land, daardoor van zijn vrouw en kinderen gescheiden moet leven en zelfs over geen auto meer beschikt, kan hem psychologisch kapotmaken.

“Een monument als hij verdient een betere post in het Senegalese voetbal. Zijn ervaring en uitstraling zouden van grote waarde kunnen zijn voor de jeugd, maar het probleem is dat hier helemaal geen globaal plan bestaat voor de opbouw en de ontwikkeling vanaf de basis van de voetbalsport. Iedereen is met zichzelf bezig en sinds de crisis is het alleen maar nog erger geworden. Hier zijn veel kleine écoles de football met banden met de een of andere spelersmakelaar en de enige bedoeling ervan is om wat geld te kunnen wegsteken. Kinderen betalen voor de belofte dat ze ooit prof zullen worden in Europa, blijven weg van school, maar zijn veroordeeld om hier te blijven en dood te gaan van de honger zonder dat iemand nog naar hen omziet. C’est ça l’ Afrique.”

Sadio Demba bezorgt ons uiteindelijk nog het telefoonnummer van een zekere Jean in Ziguinchor die ons volgens hem zeker moet kunnen helpen, maar ook dat valt tegen. “Excuseer mij,” zegt hij, “maar het is al lang geleden dat ik hem nog zag.” Zijn vraag hoelang precies wij nog in Senegal blijven, bezorgt ons meer dan ooit het gevoel dat Mamadou wordt afgeschermd. Bij het afscheid spreken we de hoop uit dat hem niets is overkomen. Maar, suggereren we, misschien is hij gewoon zijn gsm verloren. “Jaja,” pikt Jean daar opvallend gretig op in, “dat zal het zijn.”

‘Mon père Mamadou’

Terug thuis blijven we het gsm-nummer van Mamadou geregeld drukken, maar tot op heden nog altijd tevergeefs. Op Facebook is er ondertussen wel een nieuw spoor: Pape Demba. Van hem lezen we op het prikbord van de groep ‘Tew Mamadou’ de volgende woorden:

Salut a tous je suis tout nouveau dans ce groupe et jaime bien ce ke vous faite. et jai bien de ces nouvelles tout les jours parceque c’est mon père j’habite le sènègal merci

We sturen hem een bericht:

Bonjour Pape Demba, fils de Tew Mamadou,

Je suis très heureux de rencontrer quelqu ‘un qui vit avec Tew Mamadou. Le 23 janvier dernier j’avais un rendez-vous à Dakar avec votre père pour un reportage pour un magabook de Sport/Foot Magazine, hebdomadaire Belge, mais il n’ est pas venu et depuis ce jour-là il ne décroche plus. Je me demande: pourquoi pas?

Salut,

Christian Vandenabeele

Redacteur Sport/Foot Magazine.

Ook ‘de zoon’ antwoordt niet.

Het laatste woord is voor Sadio Demba. “Alleen Mamadou zelf weet wat de echte reden is waarom hij de afspraak die hij maakte niet nakwam”, concludeert hij. “Maar voor wie hem kent, is dit niet abnormaal. Het hangt van zijn humeur af of hij dan wel of niet opdaagt. Mamadou is altijd Mamadou gebleven. Hij is een van de grootste stoppers uit de geschiedenis van het Afrikaanse voetbal en een heel sterke persoonlijkheid. Ik denk niet dat hij wegbleef omdat hij problemen kent, want hij is iemand die zich nooit zorgen maakt. Voor een profvoetballer leefde hij misschien zelfs iets té rustig en volgens mij is hij sindsdien niet veranderd.”

Eindconclusie?

“Hij had gewoon geen goesting”, besluit Sadio Demba. “Maar het is met hem ook niet uitgesloten dat hij op een dag aan jouw deur staat met de mededeling dat hij voor het interview komt.” (lacht)

Hij is welkom.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content