Van Moer: ‘Carcela en Edmilson gaan het niet makkelijk hebben onder Preud’homme’

© BELGAIMAGE

Wilfried Van Moer, coryfee van Standard, heeft genoten van de play-offs, zegt hij in Sport/Voetbalmagazine. Hij probeert het enigma Sá Pinto te ontrafelen en blikt ook al eens vooruit naar volgend seizoen.

‘Je kunt Standards competitie opdelen in twee stukken: het reguliere seizoen, toen ze slecht waren, thuis een aantal keer verloren van middelmatige tegenstanders en met de hakken over de sloot play-off 1 haalden. Daarin kenden ze dan een metamorfose zonder weerga’, vertelt Wilfried Van Moer. ‘Plots begonnen ze te voetballen, met een paar spelers die boven hun niveau uitstegen en een trainer die hen ditmaal fatsoenlijk coachte.’

De gewezen middenvelder en bondscoach heeft het wel voor Ricardo Sá Pinto: ‘Sá Pinto coacht zoals hij speelde: met karakter, nooit afgevend. Met grinta, zoals we dat op Standard zo graag zeggen. Jullie, journalisten, hebben toch veel plezier aan hem gehad? Over wie of wat moet je altijd schrijven? Met hem geen gebrek aan stof, net zoals met Hein Vanhaezebrouck die daar altijd staat te zwaaien langs de lijn, alsof hij God de Vader is.’

Maar is Sá Pinto een goeie trainer?

Van Moer: ‘Ik vraag het me zelf ook af. Hij heeft tijdens de reguliere competitie stoten uitgehaald waarvan je je afvroeg: wat doet hij nu? Carcela, zijn beste speler, op de bank zetten voor de beslissende match op Oostende? Maar telkens hij iets deed wat op het eerste gezicht gek leek, viel het resultaat mee. Een goeie trainer heeft geluk, en Sá Pinto heeft veel geluk gehad. Je spelers gaan daar ook in geloven, als dat een paar keer goed uitpakt. Eerst frons je als voetballer de wenkbrauwen wanneer je coach zijn beste speler niet opstelt, maar als dat lukt en je hebt nog een paar van zulke situaties, dan ga je daarin mee. Ook al wond ik me nog eens op toen hij tegen Club plots Carcela in de punt zette en Renaud Emond naar de rechterflank stuurde, waar hij geen bal raakte. Hij kan dat, op de flank, tegen minder sterke ploegen als er ruimte is, maar nu liep hij zich vast op zijn tegenstander. Maar je kunt niet zeggen dat Sá Pinto een slechte trainer was.’

Had de voetballer Wilfried Van Moer graag onder Sá Pinto gewerkt?

Van Moer: ‘Blijkbaar werken ze allemaal graag onder hem. Zelfs ervaren ratten als Sébastien Pocognoli en Réginal Goreux die op de bank zitten. Dat zijn spelers na de bekerwinst allemaal om zijn nek vlogen, is een goed teken. Hij is ook slim, je ziet dat hij zelf speler geweest is aan de top. Hij laat Carcela vrij. Mehdi loopt waar hij wil en doet waar hij goesting in heeft, en dat werkt. Carcela kun je niet in een keurslijf stoppen. Daarom vraag ik me af: hoe gaat dat volgend jaar werken, als Michel Preud’homme komt? Want Michel is een man die principes heeft als het om voetballen gaat, en met vaste lijnen en opdrachten werkt. Carcela en Edmilson gaan het niet gemakkelijk hebben. Tegen Mehdi kun je niet zeggen dat hij een bepaalde positie moet houden. Die moet je laten lopen, of je komt in conflict.’

‘Voor Standard zou het goed zijn’, denkt Van Moer over de nakende komst van MPH naar Sclessin. ‘Dan weet je dat je voor jaren vertrokken bent, met die nieuwe structuur. Bruno Venanzi is half supporter, half voorzitter. Met de voetbalknowhow en de uitstraling van Michel zou Standard weer kunnen concurreren met Club en Anderlecht.’

Lees het volledige interview met Wilfried Van Moer in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 23 mei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content