Van moeten vertrekken naar moeten blijven: het jaar van Ricardo Sa Pinto

© belgaimage

In december heette het: ‘Hij MOET vertrekken.’ In mei is het: ‘Hij MOET blijven.’ Een zoektocht naar de ideeën van Richard Leeuwenhart. ‘Natuurlijk storen de geruchten over Preud’homme hem. Wie zou dat niet storen?’

‘R icardo Sá Pinto zal kunnen vertrekken met opgeheven hoofd, via de grote poort.’ Het is een uitspraak van Ivan Vukomanovic. Ook hij moest afscheid nemen van de bank van Standard in een periode dat zijn team won. ‘Sá Pinto’ en ‘opgeheven hoofd’ werden nochtans zelden in één zin uitgesproken eind 2017. Het was de tijd dat Standard slecht speelde, niet genoeg punten pakte en de coach langs de lijn en bij interviews voortdurend over de schreef ging.

Hoe is hij erin geslaagd om zijn imago radicaal om te gooien, om de perceptie bij de supporters en de media te doen keren en om van Standard een titelkandidaat te maken? Sá Pinto deed gewoon wat Sá Pinto doorgaans doet: hij nam stevige beslissingen, die hij op dat moment soms alleen zelf begreep. Een analyse van de metamorfose en een terugblik op de sleutelmomenten ervan.

Het effect-Carcela

Mehdi Carcela is een tovenaar, dat weten we al langer. Afgelopen zondag was hij nog de koning van het veld tijdens de demonstratie tegen Genk. Maar zijn terugkeer naar België op de laatste dag van januari had alles van een spelletje poker. Eén groot vraagteken. Hij had er net een mager halfjaar opzitten bij Olympiacos: zes (onvolledige) wedstrijden op negentien competitiespeeldagen en geen enkel doelpunt. Uiteindelijk was hij nog het actiefst in de Champions League, in de voorrondes en in de poulefase, waar hij net als de rest van de ploeg ten onder ging tegen Sporting CP, Juventus en Barcelona (één gelijkspel, vijf nederlagen).

In de play-offs zien we een ploeg die speelt zonder de druk om resultaten te moéten halen. En dan is Standard op zijn sterkst.

Ivan Vukomanovic

Ricardo Sá Pinto had de verdienste dat hij Carcela zijn gevoel voor dribbels, passes en goals hielp terug te vinden. Hij maakte van hem zelfs zijn kapitein in de play-offs. Het was nochtans niet bij voorbaat gewonnen, zeker als je ziet hoe weinig spelers die halverwege het seizoen getransfereerd worden, snel beslissend kunnen zijn met hun nieuwe ploeg.

‘Je moet kijken naar zijn directe bijdrage, maar ook naar de manier waarop hij het rendement van andere spelers verhoogd heeft’, zegt Thierry Luthers, die de wedstrijden van Standard volgt voor de RTBF. Ook Ivan Vukomanovic gaat daarop door: ‘Doordat de andere spelers zagen dat Carcela op elk moment het verschil kon maken, werden zij ook meer relaxt en bevrijd. Edmilson en Paul-José Mpoku zijn daar opvallende voorbeelden van.’

Goeienavond

De litanie in het Engels van Ricardo Sá Pinto na de eerste wedstrijd in de play-offs tegen Charleroi, zal een van de straffe momenten van het seizoen blijven. Nadat hij uitgebreid had duidelijk gemaakt om welke redenen hij niet meer met de pers zou praten, die hij ervan beschuldigde dat ze te weinig respect toonden, zei hij nog ‘goeienavond’ en ging hij weg. Hij veranderde pas van mening toen zijn bestuur ermee dreigde dat het hem de boetes zou doen betalen die door de Pro League verbonden zijn aan een mediaboycot.

‘Hij is een openlijke oorlog aangegaan met de media’, zegt Vukomanovic. ‘Maar zo’n oorlog kan een trainer nooit winnen. Dat is onmogelijk. Bovendien heeft Sá Pinto, door zijn wangedrag langs de lijn, aan de pers de kogels gegeven om mee te schieten. En alles wat over Standard gezegd en geschreven werd nam hij persoonlijk op. Hij begreep niet dat hij gewoon een passant was in een groot instituut dat al meer dan honderd jaar bestond zonder hem en dat nog altijd zal bestaan wanneer hij er niet meer is. Toen hij door had dat hij niet alles persoonlijk moest nemen, verminderde ook de druk op zijn schouders. En op sportief vlak is de druk op de ploeg enorm afgenomen door de bekerwinst.’

Ricardo Sá Pinto zet een dosis grinta over op Renaud Emond.
Ricardo Sá Pinto zet een dosis grinta over op Renaud Emond.© belgaimage

Thierry Luthers: ‘Toen Ricardo Sá Pinto aankondigde dat hij niet meer met de pers zou praten, zette hij iedereen binnen de club voor schut, de communicatiedienst incluis. Het bestuur heeft hem snel terechtgewezen. Bruno Venanzi kon zoiets niet accepteren. Voor hem gaat het imago van de club soms zelfs voor op de resultaten. Op dit moment doet Sá Pinto het minimum dat wettelijk verplicht is – het blijft een opmerkelijke figuur. Ik heb hem nog nooit voor mijn microfoon gehad omdat de Pro League de trainers niet verplicht om radio-interviews te geven. Wij zijn afhankelijk van hun goodwill. Er is er maar één die er niet moeilijk over doet, dat is Felice Mazzu. Met de anderen is het moeilijker.’

Ricardo Time

In het kaderstuk kunt u lezen hoezeer Standard de kampioen is van de wedstrijdeindes en de winnende wissels sinds januari 2018. ‘We hebben al heel vaak een scheve situatie rechtgezet’, zei Renaud Emond na de 4-4 in Brugge. Dat is goed samengevat. De Rouches van Yannick Ferrera en nadien Aleksandar Jankovic kregen het verwijt dat ze zich geen pijn konden doen. Met Ricardo Sá Pinto is dat helemaal anders. We spreken niet meer van Mazzu Time, die lange tijd in de mode was op Charleroi. Het is nu Ricardo Time.

Van moeten vertrekken naar moeten blijven: het jaar van Ricardo Sa Pinto

Thierry Luthers: ‘Deze ploeg heeft een ongelooflijke grinta op het einde van wedstrijden. Dat is ook een teken dat de spelers goed voorbereid zijn. Standard is heel goed in de reactie. In sommige matchen, zelfs al staan ze achter, ben je er bijna zeker van dat ze nog iets gaan doen, omdat je weet dat ze zullen scoren. Ze laten nooit af. Ik dacht dat de play-offs voor hen een verplicht nummertje zouden zijn na de bekerwinst en dat ze zich zouden focussen op enkele matchen, tegen Anderlecht en Charleroi bijvoorbeeld. Maar het is net andersom: ze nemen het heel serieus op.’

‘In de play-offs zien we een ploeg die speelt zonder de druk om resultaten te moéten halen’, gaat Vukomanovic voort. ‘Het is een bevrijd Standard, ontdaan van stress. We zien jongens die nu echt met de glimlach spelen! En dan is Standard op zijn sterkst.’

Stom geluk

Al de winnende wissels zijn geen overdachte uitingen van genialiteit. Er zat ook wat meeval bij. En soms grote risico’s. Het meest opvallende risico werd in Oostende genomen, in de beslissende wedstrijd om de kwalificatie voor play-off 1, waar Sá Pinto Carcela heel de eerste helft op de bank hield. Na drie kwartier stond het 2-0 voor KVO en voor hetzelfde geld was Standard nooit meer teruggekomen en speelde het nu play-off 2. De coach zou zo’n mislukking misschien nooit overleefd hebben en hij zou iedereen over zich heen gekregen hebben omdat hij zonder zijn beste speler aan die match begonnen was. Het was een onhoudbare Carcela die in de tweede helft Sá Pinto’s vel redde. Op Club Brugge in de play-offs haalde hij Edmilson, de beste man op het veld, naar de kant op twintig minuten voor het einde toen het 3-3 stond. Edmilsons vervanger, Duje Cop, maakte in extremis de 4-4, maar een analist als Marc Degryse meent dat Standard de match zeker zou gewonnen hebben als Edmilson tot het einde was blijven staan. Diezelfde redenering kan men toepassen op de wedstrijd in Charleroi tijdens de reguliere competitie, waar Orlando Sá een kwartier voor tijd de gelijkmaker scoorde, tien minuten nadat hij was ingevallen. Als Standard toen verloren had terwijl het zijn beste spits van het moment maar een halfuur had laten spelen, dan had Sá Pinto ervan langs gekregen.

‘Hij heeft een hele reeks discutabele keuzes gemaakt, maar uiteindelijk zijn die toch vaak goed uitgedraaid’, stelt Thierry Luthers vast. ‘In Gent bijvoorbeeld begreep niemand waarom hij Uche Agbo boven Gojko Cimirot verkoos. Hij laat Cimirot dan invallen voor de tweede helft en enkele minuten later scoort die al. Hij heeft meermaals stom geluk gehad, maar dat maakt deel uit van de bagage van succestrainers. Tijdens de eerste helft van het seizoen hield hij koppig vast aan twee zuivere defensieve middenvelders. Dat begrepen we niet goed. Tot de dag dat Merveille Bokadi op Anderlecht zijn kniebanden scheurde. Op dat moment bracht Sá Pinto Razvan Marin en veranderde de werking van het middenveld. Als Bokadi zich niet blesseert, zien we misschien een andere competitie.’

Van moeten vertrekken naar moeten blijven: het jaar van Ricardo Sa Pinto

Vechtjas

‘Zijn gedrag in het begin van het seizoen zou ons niet mogen verbazen’, analyseert Vukomanovic. ‘Als speler was hij een vechtjas. Toen hij naar Standard kwam, wilde hij die hardnekkigheid overdragen. Aangezien Standard een kolkende club is, dacht hij dat dat de perfecte methode was. Maar naarmate de maanden verstreken, begreep hij dat zijn buitensporig gedrag vooral negativisme veroorzaakte. Beetje bij beetje joeg hij iedereen tegen zich in het harnas: de supporters, de media, zijn bestuur, de scheidsrechters en zelfs zijn spelers. Hij heeft dat begrepen en dus heeft hij stilaan wat gas teruggenomen.’

Alex Teklak stelde dezelfde evolutie vast: ‘Het is vooral sinds Standard zich kwalificeerde voor play-off 1 dat hij veranderd is. Hij begon rustiger te worden, meer op zijn gemak. Ik zag ook dat hij met zijn ploeg roteerde in het begin van de play-offs, alsof hij iedereen wilde bedanken. Dat was misschien een manier om een boodschap richting bestuur te zenden: jullie hebben me niet meer gevraagd dan dat.’

Teklak begrijpt hoe RSP met de kleedkamer omgaat: ‘Er is nooit iets naar buiten gekomen. Toen Orlando Sá te laat terugkeerde uit Portugal, maakte Sá Pinto daar weinig spel over. Hij zette hem op de bank tegen Charleroi, zonder verder commentaar. Uche Agbo was ontzettend zwak in Genk. Sá Pinto zei niks maar de volgende match, tegen Gent, zat ook de gereputeerde Agbo op de bank. Zo scoor je punten, je toont aan de groep dat je geen schrik hebt, dat je onpopulaire beslissingen durft te nemen. En wanneer die jongens invallen, al is het maar voor een kwartier, dan vechten ze als leeuwen.’

Voor zijn bank gaat het al beter dan enkele maanden geleden. Thierry Luthers: ‘Hij is rustiger, maar een lammetje is hij zeker niet geworden. In elk geval gaat hij al niet meer zo te keer tegen de hoofdarbiter, daar is hij wel wat in veranderd. Dat heeft de ploeg ook rust gegeven.’ Ivan Vukomanovic: ‘Hij heeft begrepen dat door zich voortdurend op te winden hij extra druk op de ploeg legde. Hij heeft begrepen dat zo doorgaan zelfmoord was.’

‘Hij heeft van de scheidsrechters de vijanden van de club gemaakt en nadien heeft hij dat overgezet op de pers’, zegt Alex Teklak. ‘Dat was een manier om zijn groep te verdedigen. Hij heeft zijn spelers altijd beschermd al zou hij hen soms flink bekritiseerd kunnen hebben. Er zijn er die mij verteld hebben dat ze voor hem door het vuur gaan. Als je het gevoel hebt dat iedereen tegen jou is, dan word je sterker in het hoofd. Hij heeft de spelers aangepraat dat Standard overal vijanden heeft. Het is belangrijk om vijanden te hebben, zo leer je vechten en overwinnen.’

De kwestie MPH

‘Is Ricardo Sá Pinto een goeie of een slechte trainer? De waarheid ligt in het midden’, zegt Thierry Luthers. ‘Hij was niet zo slecht in het begin van het seizoen en nu is hij ook geen genie geworden. Uiteindelijk gaat hij misschien nog een formidabel parcours rijden. Het bestuur had gezegd dat het de top drie ambieerde, dat zit er dik in. Daar hebben ze trouwens ook de ploeg voor. Hetgeen onbegrijpelijk is, dat is dat deze ploeg zich maar op het nippertje wist te plaatsen voor de play-offs.’

Momenteel wordt het leven van Ricardo Sá Pinto getekend door polemieken en pittige uitspraken over zijn toekomst. Michel Preud’homme maakt zijn wensen duidelijk via de pers en de Portugees imiteert hem. ‘Wanneer je al warmbloedig van aard bent en je krijgt zo’n gerucht te horen net na een zege in de bekerfinale, dan is het normaal dat je erg nerveus wordt’, zegt Alex Teklak. ‘Ricardo Sá Pinto heeft de juiste reactie gehad door te zeggen: ‘Ik zal ook volgend seizoen trainer zijn van Standard, ik bereid het al voor met Olivier Renard.’ Dat is de goeie manier om nog meer supporters aan zijn kant te krijgen. Op het vlak van communicatie is dat een goeie zet.’

‘Hij heeft opzettelijk vermeld dat hij nog een contract voor komend jaar heeft’, beweert Ivan Vukomanovic. ‘Als ze hem dwingen om te vertrekken, zal hij snel een nieuwe club vinden. Hij heeft bewezen dat hij zelfs in moeilijke omstandigheden goed kan werken. Natuurlijk storen de geruchten over Preud’homme hem. Wie zou dat niet storen? Maar vandaag moet hij zich voorhouden dat als ze hem wegsturen, hij tenminste een trofee zal meepakken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content