Vijf vragen aan Paul Van Himst: ‘Mijn raad voor Tielemans? Blijf nog een jaar’

© BELGAIMAGE

Donderdag zag Paul Van Himst Anderlecht voetballen tegen Manchester United. Wat vindt het Anderlechtmonument van het huidige paars-wit?

1. U bezorgde als trainer Anderlecht zijn laatste Europabeker. Wat mist dit paars-wit om nog eens een Europese finale te halen?

‘Ze hebben een goeie ploeg, maar als je die wedstrijd tegen Manchester United ziet, was het verschil groot, vooral in de eerste helft. Na de rust durfde Anderlecht meer, alleen is de vraag: kun je durven of niet? Ik bedoel: konden ze zelf druk zetten, of mochten ze op dat moment druk zetten omdat de tegenstander dat toeliet? Is het door je eigen sterkte of omdat de andere ploeg je laat komen? Als de ene ploeg 100 miljoen kan uitgeven om één speler te kopen (Paul Pogba, nvdr) en de andere maar 10 miljoen (Nicolae Stanciu, nvdr), dan heb je te maken met twee verschillende werelden. Vooral in de eerste helft zag je het verschil. Ik moet wel zeggen dat René Weiler er een geheel van heeft gemaakt. Ze spelen goed georganiseerd. Het zou iets aanvallender kunnen, maar dat is de keuze van de trainer.’

2. Weiler zei eerder dit seizoen dat hij niet over het spelersmateriaal beschikt om dominant voetbal te brengen.

(lacht) ‘Dat vind ik niet, hoor. Anderlecht heeft best goeie voetballers, al zijn er daar nu een paar van in mindere vorm, zoals Hanni en Stanciu. Maar als je ze één voor één inschat, maakt dat toch een sterk team. Ze komen niet meteen op het plein om druk te zetten, het is eerder een beetje afwachtend en daarna pas voluit spelend. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit, wel met de keuze die een trainer maakt.’

‘Toen hij klein was, zag ik in Leander Dendoncker al een nieuwe Ludo Coeck.’

3. Is Weiler qua omgang met zijn spelers en in zijn relatie met de buitenwereld iemand die te vergelijken is met Pierre Sinibaldi, die u in de jaren zestig meemaakte en met wie Anderlecht tal van titels won?

‘Dat is zo. Ook Weiler presenteert zich goed, oogt als een gentleman en houdt zich aan zijn principes. Net als Sinibaldi destijds krijgt hij veel kritiek maar houdt hij zich toch aan zijn principes. Dat is belangrijk voor een trainer. Sinibaldi introduceerde bij ons de buitenspelval en de 4-2-4 waarmee Brazilië op het WK ’58 indruk had gemaakt. Hij wilde dat we, eenmaal in balbezit, combinatievoetbal brachten, zoals Stade Reims dat toen in Europa deed. Hij veranderde niet elke week van tactiek of van ploeg en trok zich niets van de kritiek aan. Alleen was het voetbal dat hij bracht anders. Wij voetbalden toen meer zoals het Barcelona van nu.’

4. Elke speler droomt van de CL en van een transfer naar een grote competitie. Moet Youri Tielemans straks nog een jaar bij Anderlecht blijven om de CL te spelen als paars-wit kampioen wordt, of is het tijd om naar een buitenlandse topcompetitie te gaan?

‘Ze gaan met zulke enorme bedragen afkomen dat men geen neen zal kunnen zeggen. Anderlecht niet en Youri evenmin. Los van het geld zou mijn raad op puur sportief vlak zijn: blijf nog een jaar. Maar dat wordt moeilijk, hoor. Youri heeft alles om mee te draaien in een grote buitenlandse ploeg. Het moeilijke voor zo’n jongen bij een overgang naar een grote club in het buitenland is altijd: kan hij zich integreren in die andere ploeg, gaan ze hem daar aanvaarden, met hem willen spelen? Puur kwalitatief kan hij dat aan, net als Leander Dendoncker.’

5. Je kleinzoon Youri Lapage voetbalde nog met Leander Dendoncker samen, waardoor u die al lang volgt. Heeft hij u verrast?

‘Leander is nog altijd een goeie vriend van mijn kleinzoon. De Dendonckers zijn toffe mensen die weten waar ze mee bezig zijn. Toen hij klein was, zag ik in Leander al een nieuwe Ludo Coeck. Leander is, net als Ludo, een speler die voor één positie gemaakt is: die van verdedigende middenvelder. Alleen wil hij soms alles tegelijk doen, links en rechts lopen, terwijl je op die positie een beetje discipline moet hebben. Het enige wat er nog niet helemaal uitgekomen is, is het oprukken en scoren vanuit de tweede lijn. Tielemans is toch een ander type, die oogt ook wat eleganter. Maar allebei gaan ze hun weg maken in het buitenland. Niet bij een bescheiden middenmoter in een van de topcompetities. Ze mogen hoger mikken met hun kwaliteiten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content