Vincent Kompany: zelden koning, vaak kop van Jut

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De zoveelste blessure is er dus te veel aan. Vincent Kompany, de voetballer, is niet meer. Jammer. Een terugblik op zijn beginjaren als voetballer en de doorbraak bij de ploeg die hij nu gaat trainen.

Het is april 2004 als we Pär Zetterberg kruisen. De Zweed, ex-regisseur en tempobepaler op Anderlecht toont zich een bewonderaar van de nieuwe Prins die in het Park regeert: Vincent Kompany. ‘Het grootste talent met wie ik ooit speelde. Hij heeft het allemaal. Maturiteit, zelfvertrouwen, snel, rustig, technisch sterk. Maar: hij neemt te veel risico’s.’ Grappig, dat een aanvallende middenvelder net dat moet zeggen.

Ook van andere collega’s niks dan bewondering. Van Glen De Boeck bijvoorbeeld, die hem dagelijks in de kleedkamer meemaakt, in 2004 Anderlecht nog aanvoert, maar door de doorbraak van Kompany naar de bank wordt geduwd. Over de voetballer niks dan lof. Over de mens ook, tenzij dit: nog wat late puber. Slordig de kleren laten vallen waar het hem uitkomt. Opruimen is voor anderen.

Met Kompany heeft Anderlecht, dat dat seizoen kampioen wordt, achterin plots iets helemaal nieuw, hoor je uit de mond van Hannu Tihinen, de coole Fin uit die periode. ‘Een verdediger die de ploeg wat bij brengt, sterk aan de bal is en er mooie dingen mee doet. Een uitzonderlijk talent, die het spel ook nog eens uitstekend leest. Voor mij is dat normaal, ik ben 27, maar hij is tien jaar jonger!’ De Brusselaar dringt de Fin nog meer in een rol van man van het vuile werk, dat is ook de reden waarom hij als partner wordt verkozen boven De Boeck.

Eind april is Anderlecht al kampioen. Voor Sport/Voetbal Magazine analyseert Frank Vercauteren, toen assistent, het eerste seizoen van het nieuwe wonderkind. ‘Een jongen met heel veel potentieel, die nog fouten maakt. In het begin werden die niet afgestraft, later wel. Ik zie er misschien meer dan anderen, maar toch. Het heeft te maken met nonchalance en positie. Hij had het al bij de reserven, en nu nog steeds op de training. Vraag hem om vijf passen over twintig meter te geven en er kunnen er vandaag vier slechte bij zijn en morgen vijf perfecte. Dat heeft hij ook in matchen. Qua positiespel heeft hij een aantal dingen niet onder de knie: waar lopen, waar dekken, wanneer afstand nemen. Anders dan bij de jeugd wordt dat nu wat meer afgestraft. Voor de rest: enorm potentieel en op termijn niet te houden.’

Vincent le beau mâle, met een ongelooflijke toekomst, die veel verder reikt dan Anderlecht, is al direct duidelijk. Ook bij de vrouwen. We gaan haar naam niet noemen, maar als Kompany in januari 2005 – hij is dan nog maar achttien – de Gouden Schoen wint, zucht een BV luidop: ‘Wat een mooie man, die kan mij krijgen.’

Frank Vercauteren bij een jonge Kompany: 'Vraag hem om vijf passen over twintig meter te geven en er kunnen er vandaag vier slechte bij zijn en morgen vijf perfecte'
Frank Vercauteren bij een jonge Kompany: ‘Vraag hem om vijf passen over twintig meter te geven en er kunnen er vandaag vier slechte bij zijn en morgen vijf perfecte’© Belga Image

Achtergrond

Eind april 2004 zoeken we Pierre op, zijn vader die vluchtte uit Congo en in de Brusselse Noordwijk neerstreek. Samen met Vincents mama keek hij erop toe dat zijn kinderen zich in een beschermd milieu konden ontwikkelen. Alle drie waren ze lid van de scouts van Ganshoren. Pierre: ‘Ik vond dat belangrijk. Al ze ooit zouden stoppen met hun sport, zouden ze toch dat sociale in zich hebben. Wij hebben onze kinderen van dichtbij begeleid, omdat je nooit weet wat er gebeurt in zo’n grootstad. Tijdens de vakanties volgden ze vaak sportkampen van het Adeps.’

Vincent ontwikkelt zich daar tot de allround atleet die hij later ook op het veld zal worden: naast techniek, ook fysiek. Hij wordt interscholenkampioen volleybal, doet aan atletiek, gaat schaatsen, paardrijden ook. Alles door mekaar, tot op een gegeven moment blijkt dat bepaalde sporten zijn voorkeur wegdragen en hij zaken in clubverband wil doen. Atletiek en voetbal, met specifieke trainingen. Als hij mensen hoort zeggen dat Vincent snel is, glimlacht Pierre. ‘Als spurter was hij vrijwel onklopbaar.’

Beide zoons trekken om te leren voetballen naar Anderlecht. Daar groeit een heuse Congolese gemeenschap samen op. Later zal François Anderlecht ruilen voor KV Mechelen. ‘Hij was goed, een linkspoot’, zegt Pierre. ‘Maar na een groeispurt werd hij wat minder snel. Toen mensen daar opmerkingen begonnen over maken, ook in de technische staf, hebben we hem naar een andere club gebracht. Op een dag hoorde ik hem vergelijken met zijn oudere broer. Dat vond ik niet kunnen: de ene moet niet in de schaduw van de andere leven.’

‘Als spurter was hij vrijwel onklopbaar.’

Pierre Kompany over zijn zoon Vincent

Het is Albert Martens, die zijn zoon karakter bijbracht, zegt Pierre in 2004. ‘Soms riep hij hard, maar ik vond dat niet slecht. Hij maakte het Vincent knap lastig. Als zijn ploeg op training aan het winnen was, ging Martens met de tegenstander meevoetballen. Op het randje van de provocatie misschien, maar als ouder moet je beseffen dat zo iemand dat doet vanuit een bepaalde visie: om zijn karakter te vormen, om het hem moeilijker te maken, om hem duidelijk te maken dat hij niet altijd kan winnen.’

Dat Kompany uiteindelijk bij Anderlecht doorbreekt, heeft ook met visie te maken. PSV benaderde het jeugdtalent, en na een toernooi in Bassevelde klopte ook Ajax aan. En er was Le Havre, toen met een van de beste opleidingscentra in Frankrijk. Maar uiteindelijk lopen zijn ouders niet achter directe rijkdom aan en houden ze zich aan het pad dat via Brussel loopt. En via een goeie begeleiding.

Pierre: ‘In Congo had hij een prof wiskunde. Na een nederlaag van de Congolese nationale ploeg, die uitdraaide op rellen, zei hij tot zijn leerlingen: “Let op, steek in het leven geen oceanen over om te mislukken.” Dat is me altijd bijgebleven. De kinderen zijn er omdat we ze gewild hebben en dus moet je ze goed begeleiden. Je leeft in deze stad en die is niet meer de stad van vroeger. Je kan mooi zeggen: ‘Kinderen, speel op straat.’ Maar de straat is geen patattenveld meer, ze zit vol verkeer en gevaren. In het begin ga je met je kinderen naar de speeltuin, later zoek je een sportclub. Kinderen hebben begeleiding nodig.’

Vincent Kompany met zijn vader Pierre
Vincent Kompany met zijn vader Pierre© Belga Image

Karakter

Herfst 2004, een seizoen later. Haat hij het nog in zijn eerste jaar dat mensen zeggen ‘wat een talent en zeggen dat hij nog maar achttien is’, dan is er in zijn tweede jaar geregeld voer voor discussie rond de verdediger. Vincent Kompany is naast een getalenteerd voetballer ook een man met een mening, ervaart het trainersduo Broos-Vercauteren geregeld. Het karakter dat hem aan de top bracht, het karakter dat hem vormt, is ook het karakter waarmee de coach moet werken. Meestal is dat fijn, de lof krijgen dat je een van de grootste Europese jonge talenten laat doorbreken, maar soms zorgt het voor ergernis bij Broos en Vercauteren.

Getuige daarvan een incident op training. Verdediging tegen aanval. Regen sopt iedereen nat en op het veld zien we hoe iedereen zijn ding doet. Zwijgend, ernstig. Tot één speler in discussie gaat met de zijlijn. Vincent Kompany over een buitenspelgoal van Aruna. Vercauteren maakt zich druk, Kompany baalt. Broos observeert in stilte. Hij heeft dan al een achilleshieltje ontdekt in de voetballer. Eigenlijk zou hij hem moeten sparen, want fysiek heeft Kompany last, overbelasting van de spieren. Maar voor rust is er geen tijd. Achttien en al onmisbaar, na het vertrek van Tihinen vroeg, té vroeg, in een leidersrol geduwd. Dat is zijn realiteit.

Achteraf kunnen we napraten over dat incident. ‘Leiderschap is een groot woord’, nuanceert Kompany. ‘In mijn ogen behoort dat nog altijd toe aan de oudere spelers. Ik sta wel in een positie waarin het verplicht is om veel te praten en aanwijzingen te geven. Doe ik het niet, dan wordt het me verweten. Ik weet van mezelf ook dat het lang niet perfect is wat ik doe, qua positiespel en zo. Perfectie bestaat niet. Ik ben absoluut bereid om bij te leren, ook al doe ik er soms inderdaad een beetje moeilijk over en durf ik in discussie te treden.’ Wat soms de indruk geeft dat hij het altijd beter weet.

Kompany in de verdediging: ‘Dat is niet waar. Ik toon het misschien niet graag dat ik iemand gelijk geef, of ik geef niet graag iemand gelijk, maar in mezelf neem ik het allemaal wel degelijk op. Zo ben ik telkens verder geraakt. Ik ga niet altijd akkoord met alles wat me wordt verweten, maar ik denk er toch wel over na. Is het juist of niet ? Objectief probeer ik dan een oordeel te vellen, ik bekijk heus niet alles vanuit mijn standpunt. Zeggen dat ik hautain ben, is dus zoeken naar iets wat er niet is.’

Franky Vercauteren en Hugo Broos hadden hun handen vol met Kompany
Franky Vercauteren en Hugo Broos hadden hun handen vol met Kompany© Belga Image

In een land zonder vedetten, is die ene zelden koning, vaak kop van Jut. Kompany heeft zelfvertrouwen genoeg om dat allemaal naast zich neer te leggen. ‘Vorig seizoen heb ik altijd gezegd tegen de mensen die vroegen of ik na zoveel positieve kritiek niet zou gaan zweven, dat ik daar heel voorzichtig mee omging. Ik wist dat er dagen zouden komen dat er ook negatieve dingen over mij zouden verschijnen. Ik ben toen niet zo ingegaan op het positieve en doe dat nu ook niet op het negatieve.’

Hij wil in zijn tweede seizoen alleen sportieve analyses maken. En die zijn? ‘Dat er mij minder en minder verdedigende foutjes worden verweten. Je ziet, ik ga misschien in discussie, maar het blijkt toch ook dat ik de dingen onthoud. Ik heb respect voor ouderdom en ervaring, maar ik ga ervan uit dat het positief is als je ook voor je eigen mening uitkomt. Volgens mij kan iemand die heel zijn leven ja knikt, zijn collega’s later nooit wat bijleren. Je kan dat beschouwen als karakter of hautain zijn, maar het hoort nu eenmaal bij mijn manier van zijn, bij mijn persoonlijkheid. Ik ben er op die manier zeer vroeg gekomen. Mocht dat volledig fout zijn, dan zou het ook niet zo vroeg zijn gebeurd.’

Positioneel loopt het beter, zegt hij. ‘Wat ik vroeger nooit kon, is door mijn positie de dingen beheersen. Als ik nu wat last of pijn heb van een spier, kan ik door mijn plaatsing compenseren en toch de wedstrijd uitspelen.’

Het is HSV, en later vooral Manchester City nog vaak ten goede gekomen. Om van de nationale ploeg maar te zwijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content