Vincent Koziello, de Franse aanwinst van KV Oostende: ‘Ik kan weer bevrijd voetballen’

© PHOTONEWS
Martin Grimberghs Medewerker van Sport/Voetbalmagazine

Nog niet zo lang geleden was hij een grote belofte van het Franse voetbal, maar na zijn vertrek bij Nice liep het, vooral mentaal, fout. Bij KV Oostende wil Vincent Koziello (25) zijn carrière weer nieuw leven inblazen.

Met naast zich aan de ene kant zijn coach Claude Puel en aan de andere kant Rio Mavuba, een boegbeeld van het Franse voetbal, voelt Vincent Koziello zich ongetwijfeld onwennig. Dat heeft dan waarschijnlijk ook te maken met het prachtige hotel waarin zij ontvangen worden. Het ligt slechts op enkele passen van de Champs-Élysées, maar het is mijlenver verwijderd van de dagdagelijkse anonimiteit waarin Koziello zich tot enkele maanden geleden kon bewegen.

Het zijn vaak de spelers die het luidst roepen, die krijgen wat ze willen. Zo is Vincent nooit geweest.

Mathieu Bodmer

Op deze meidag in 2016 heeft hij een afspraak met de crème de la crème van het Franse voetbal. Over amper een maand begint het EK en iedereen met naam en faam is aanwezig op het gala waar de Ligue 1 zijn jaarlijkse voetbalprijzen uitreikt. Koziello maakt er zijn opwachting omdat hij na een ijzersterk seizoen met OGC Nice genomineerd is voor de trofee van beste belofte. Hij deelt die nominatie met Adrien Rabiot, Thomas Lemar en Ousmane Dembélé. Hij moet de prijs uiteindelijk laten aan Dembélé, maar voor Koziello is een ander leven begonnen, eentje waarin hij zal moeten omgaan met de massale aandacht van pers en publiek.

Hij herinnert zich die avond in Parijs nog goed. ‘Ik ging ernaartoe met mijn trainer Claude Puel’, vertelt de middenvelder van KV Oostende. ‘We zaten er samen met zowat alle Franse topvoetballers. Er heerste een uitgelaten sfeer. Voor iemand als ik, die nogal timide is van aard, was het heel bijzonder om mee te maken.’ In volle Zlatanmania en in een zaal gevuld met testosteron kijkt Vincent Koziello zich de ogen uit.

Frankrijk, zo wordt op dat moment gezegd en geschreven, heeft zijn ideale schoonzoon ontdekt. Een soort Yoann Gourcuff 2.0, met als bonus een guitige Kuifjeslook. Hij dankt die reputatie ook aan zijn vlekkeloze schoolcarrière die hij enkele maanden eerder met onderscheiding heeft afgesloten. Niets uitzonderlijks, maar heel anders dan het stereotiepe beeld van de profvoetballer. ‘Aanvankelijk heeft dat beeld mij geholpen omdat het mij bekendheid opleverde’, verklaart Koziello aan Sofoot in februari 2018. ‘Ik zal niet zeggen dat het me nadien de keel begon uit te hangen, maar ik wilde wel dat ze me gewoon zagen als een voetballer zoals elke andere, beoordeeld op wat ik toonde op het veld.’

Met onder meer Valère Germain en Hatem Ben Arfa bij OGC Nice. 'Een speler als Koziello moet je altijd in je ploeg hebben.'
Met onder meer Valère Germain en Hatem Ben Arfa bij OGC Nice. ‘Een speler als Koziello moet je altijd in je ploeg hebben.’© PHOTONEWS

Voetbal ademen

Wat Vincent Koziello uitstekend doet op het veld, is andere spelers beter maken. In zijn eerste seizoen als basisspeler in de Ligue 1 werkt hij mee aan de heropstanding van Hatem Ben Arfa door vier van zijn in totaal zes assists te geven aan de controversiële dribbelaar. ‘Ze hadden een speciale relatie, die twee’, vertelt toenmalig ploeggenoot Maxime Le Marchand. ‘De hele ploeg droeg bij tot het succes dat we dat seizoen kenden ( Nice eindigde het seizoen 2015/16 als vierde, nvdr), maar het partnership tussen Hatem en Vincent was absoluut een meerwaarde.’

Zelf relativeert Koziello zijn aandeel. ‘Hatem gaf vooral assists aan zichzelf. ( lacht) Ik moet eerlijk zijn: hij had mij niet nodig om te schitteren. Van die vier beslissende passes aan Hatem die ik achter mijn naam kreeg, waren er minstens twee waarbij hij de bal voor de middellijn kreeg om vervolgens een individuele actie op te zetten.’

Hoe dan ook behoort Koziello dat seizoen tot de revelaties van de hoogste Franse voetbalafdeling. Hij mag dan ook zijn debuut vieren bij de nationale beloften. ‘Ik zag vooral een jongen die voetbal ademde’, zegt Thomas Didillon, op dat moment in concurrentie met Mike Maignan voor een stek tussen de palen. ‘We hadden een heel sterke kern, maar Vincent had zeker zijn plaats. Vijf jaar later kan ik alleen maar vaststellen dat alles snel gaat in het voetbal. In 2016 zat Benjamin Pavard in zak en as, Frédéric Antonetti moest van hem niet meer weten bij Lille. Nu is hij wereldkampioen.’ En Vincent Koziello probeert zijn carrière in Oostende weer nieuw leven in te blazen.

Het lijkt er voorlopig alleszins op dat hij de hoge verwachtingen die in hem gesteld werden na dat eerste jaar onder Claude Puel, niet kon inlossen. ‘Er was tijdens dat seizoen een aparte klik tussen de spelers’, probeert Koziello zelf een verklaring te zoeken. ‘Mijn goeie vriend Mathieu Bodmer waarschuwde me toen al: ‘Dat is heel zeldzaam, geniet er nu maar van.’ Ik dacht dat hij onzin uitkraamde, maar ondertussen besef ik het belang van een goeie groep.’ Zoals Maxime Le Marchand het omschrijft: ‘een kleedkamer vol vriendelijke en bescheiden jongens’.

Het is niet helemaal duidelijk of het vertrek van Claude Puel op het einde van het seizoen 2015/16, dan wel de komst van Mario Balotelli diezelfde zomer, voor een andere dynamiek zorgt, maar het seizoen daarop is voor Koziello op persoonlijk vlak minder succesvol. Terwijl Nice op het einde van de rit op een heel mooie derde plaats uitkomt, vallen de cijfers van de middenvelder tegen. In 27 wedstrijden komt hij slechts één keer tot scoren en is hij ook maar goed voor één enkele assist. Te weinig om in de basis te staan bij een ploeg die Champions Leaguevoetbal hoopt te spelen. In de laatste voorronde van het seizoen 2017/18 geniet hij nog mee van de unieke sfeer van het Stadio San Paolo (ondertussen Stadio Diego Armando Maradona) in Napels en in de ronde voordien is hij erbij wanneer Nice het Ajax van Hakim Ziyech en Matthijs de Ligt uitschakelt. De maanden daarna verlopen echter heel wat minder.

Drie spelers uitschakelen met een dribbel kan hij misschien niet, maar zijn balaanname is meer dan gemiddeld.’ Larry Azouni

(Net) geen burn-out

Koziello in februari 2018 in Sofoot: ‘Ik kon me niet meer terugvinden in mijn eigen spel. Wat ik deed, vooral aanvallend als we de bal hadden, stond me totaal niet aan en dat frustreerde me. Ik wist dat ik veel beter kon voetballen, wat ik op training trouwens deed. Maar in de wedstrijden lukte het me helemaal niet. In mijn hoofd blokkeerde er iets, ik kon niet uitleggen wat het precies was. (…) Met de trainer en de assistenten praatte ik erover, om na te gaan of zij zoiets al hadden meegemaakt of gezien tijdens hun carrière. Het probleem was niet dat ik me vragen stelde bij wat de coaches van mij eisten, maar dat ik me zélf remmingen oplegde.’

(*) Volgens transfermarkt
(*) Volgens transfermarkt

Het is dus eerder een mentale dan een fysieke kwestie, maar een burn-out weigert hij het ook nu nog te noemen. De moeilijkheden leiden in januari 2018 wel tot een vertrek, richting Bundesliga en meer bepaald naar rode lantaarn FC Köln. Op die positie staan de Geitenbokken ook vier maanden later nog, met de degradatie tot gevolg. Drie en een half jaar later vraagt Koziello zich nog altijd af of hij met zijn keuze voor FC Köln geen sportieve zelfmoord pleegde.

‘In het voetbal helpt het je jammer genoeg niet vooruit als je te goed, te rustig, bent’, meent Koziello’s voormalige teammaat Mathieu Bodmer, goed voor 498 wedstrijden in de Ligue 1. ‘Het zijn vaak de spelers die het luidst roepen, die krijgen wat ze willen. Zo is Vincent nooit geweest. Hij spreekt niet vaak mensen tegen. Op het einde had hij het moeilijk bij Nice, maar hij heeft er nooit iets over gezegd. Hij heeft altijd respect getoond voor de club. Had hij wat meer op zijn strepen gestaan, dan was hij daar zeker geslaagd.’

Bodmer vindt het bijzonder jammer, want hij beschouwt Koziello als zijn zoon. Om twee redenen. ‘Ten eerste omdat hij effectief als twee druppels water op mijn eigen zoon lijkt. En ten tweede omdat ik hem heel erg waardeer. Hij is rechtschapen, vriendelijk en respectvol. Dat zijn karaktereigenschappen die je helaas niet altijd terugvindt in het voetbal.’

Koziello erkent dat hij wellicht soms wat meer op zijn strepen moet staan, maar hij weigert zichzelf een speler zonder karakter te noemen. ‘Te vriendelijk zijn is volgens mij niet verkeerd. Ik hou er niet van om te gaan klagen en zeuren tegen de trainer als ik weinig speeltijd krijg, dat klopt. Anderen doen dat wel en ze hebben waarschijnlijk gelijk, maar ik denk altijd taakgericht. Dat neemt niet weg dat ik op het veld in staat ben om een andere gedaante aan te nemen. Het volstaat om mijn eerste seizoen in de Ligue 1 erbij te nemen. Ik pakte daarin negen gele kaarten, vooral omdat ik het nodig vond om uitleg te gaan vragen aan de scheidsrechter. Wees maar gerust dat ik ook mijn trekjes heb.’ ( lacht)

Niet blindstaren op gestalte

Na Keulen volgen twee niet-geslaagde uitleenbeurten. De eerste aan Paris FC, de tweede aan het Portugese Clube Desportivo Nacional, op Madeira. Die laatste komt er na een seizoen dat eindeloos lang lijkt te duren voor Koziello. Voor de tweede keer in drie jaar maakt hij een degradatie mee, ditmaal zonder dat hij er zelf veel tegen heeft kunnen strijden. ‘Degraderen is al pijnlijk als je elke week op het veld staat, maar in zijn geval moet het nog erger geweest zijn’, analyseert zijn concurrent bij CD Nacional Larry Azouni de situatie.

Waar Azouni, voormalig speler bij KV Kortrijk, onaantastbaar is op Madeira en 27 keer in de basis staat, blijft het optreden van Koziello voor CD Nacional beperkt tot 14 wedstrijden. ‘Door zijn redelijk beperkte gestalte ( Koziello is 1m68, nvdr) komt hij beter tot zijn recht bij een ploeg die de bal wil, die dominant voetbalt’, vervolgt Azouni. ‘Dat gold absoluut niet voor ons vorig seizoen en daar leed hij onder. Nochtans vind ik dat je een speler als hij altijd in je team moet hebben. Drie spelers uitschakelen met een dribbel kan hij misschien niet, maar zijn balaanname en – behandeling zijn meer dan gemiddeld. Hij heeft ook veel spelinzicht, maar het probleem is dat hij een ploeg nodig heeft die zich aanpast aan zijn kwaliteiten.’

Volgens Koziello zelf weet Alexander Blessin alvast perfect hoe hij de kwaliteiten van zijn nieuwkomer op het middenveld het best gebruikt. ‘Ik hecht veel belang aan een goede communicatie met de trainer, veel meer dan aan contact met de sportief directeur of de voorzitter. Bij Oostende heeft de coach mij onmiddellijk overtuigd met zijn discours, met de manier waarop hij over mij praatte ook. Hij had mijn wedstrijden geanalyseerd en zag dat ik niet alleen nuttig kan zijn in balbezit, maar dat ik ook in staat ben om gepast te reageren bij balverlies. Voor één keer staarde een trainer zich niet blind op mijn gestalte en dat deed deugd.’

Wat Alexander Blessin dan weer ongetwijfeld deugd moet doen, is dat Koziello zich sterker voelt dan in zijn beste periode bij Nice. ‘Fysiek voel ik me goed en mentaal heb ik een stap vooruitgezet’, besluit Koziello. ‘Ik blokkeer niet meer en ik wil en kan weer bevrijd voetballen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content