Voorbeschouwing België-Italië: Rode Duivels op zoek naar de goeie omschakeling

© Belga Image
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Met België-Italië krijgen we in de kwartfinales van dit EK een duel dat een finale waard is. Tegenover elkaar staan twee ploegen die in het tornooi allebei slechts één goal slikten en al geruime tijd ongeslagen zijn. Wie vindt waar de sleutel om de weg naar Wembley open te gooien?

Wat met Kevin De Bruyne? En hoe gaat het met Eden Hazard? Dat zijn de vragen waarmee iedereen de voorbije week worstelde. Raakt de Belgische spelmaker tijdig fit voor dit duel, een tweede finale avant la lettre voor de Belgen? En hoe zit het met het spierherstel van Eden Hazard, was het vermoeidheid en een kramp tegen de Portugezen en ging Hazard net op tijd naar de kant, of is het erger?

Het zijn twee belangrijke vragen, want veel valt of staat met die twee. Hazard is nodig als tweede spits, om een bal bij te houden en de rest te laten aansluiten, voor het geval de Belgen de bal willen/moeten monopoliseren. Haalt hij de aftrap, of een invalbeurt niet, dan zal de manier van voetballen ongetwijfeld anders worden. Eerder vanuit de reactie. In de omschakeling, als het goed lukt om onder de pressing van de Italianen uit te komen. Want die spelen on-Italiaans, zeer hoog, met veel druk vooruit.

Daarbij is Kevin De Bruyne dan weer belangrijk. En Meunier. De linksachter van Italië, Leonardo Spinnazola, is zeer offensief, de facto in balbezit vaak een linksbuiten. Gebeurt de omschakeling van de Belgen snel genoeg, dan ligt daar ruimte voor Meunier. Of voor Lukaku als Meunier te ver naar achter wordt meegetrokken, die dan iemand van de oude ratten uit het centrum kan trekken. Bonucci of Chiellini. En dan is het aan anderen, De Bruyne, Tielemans, om in die ruimte te duiken. Of wie weet, het via een afstandsschot proberen.

De omschakeling, daar lijkt alles om te gaan draaien voor de Belgen, die tegen Portugal ook kansen kregen om op die manier de wedstrijd vroeger dan de 95ste minuut en het eindsignaal te beslissen. Toen lieten ze die kansen liggen, Carrasco of Mertens maakten niet altijd de juiste keuzes in balbezit na het verdwijnen van De Bruyne. Oplapwerk aan diens enkel de voorbije week lijkt cruciaal, want een doublure in de kern is er niet echt. Praet of Vanaken kan, maar hebben niet hetzelfde profiel, ook niet in balverlies.

Verdediging

België-Italië wordt ook een grote challenge voor de verdediging en het middenveld. Zijn de Italianen defensief sterk – de voorbije elf interlands incasseerden ze slechts een goal, in de vorige ronde tegen Oostenrijk – dan zit het offensief ook goed in mekaar, met intelligente voetballers die ruiken waar de ruimte ligt. Het werk van Mancini, als speler ook een creatieve speler. De Belgen hebben in offensief opzicht verschillende profielen die mekaar aanvullen: de dribbel en het bal bijhouden, korte draaien van Eden Hazard, de slimheid van het tussen de lijnen lopen van Mertens, de vista en verticaliteit van De Bruyne of de kracht en de ongelooflijke afwerkingscijfers van Lukaku. Maar ook Mancini heeft dat met al het talent in zijn ploeg. Talent dat het uiterste zal vergen van de concentratie van de Belgische verdedigers.

Immobile: de ene keer gaat hij diep, een andere keer haakt hij af en zoekt hij de ruimte tussen de linies op. Vrij onvoorspelbaar. Insigne: op papier een linksbuiten, in de praktijk iemand die tussen de lijnen zweeft en het allemaal goed ziet. De De Bruyne van Italië zo lijkt het wel, een deeltjesversneller. Zijn kwaliteiten kent Mertens zeer goed, vermoedelijk heeft Dries veel nuttige tips kunnen geven. Barella: aan de rechterkant ook al iemand die variatie in zijn spel steekt en goed ruimte weet te vinden. En dan is wellicht de vraag wie dat aanvallende viertal aanvult. Berardi is daarbij iets minder doelgericht dan Chiesa.

Statistieken

Individueel zou je zeggen: Italië is iets minder dan de Belgen, dus wij zijn favoriet. Maar wat ze aan individuele klasse misschien missen, compenseren de Italianen met een sterke groepsgeest. Net als de Belgen. Wie de resultaten van de Squadra de laatste maanden bekijkt, ziet alleen zeges. Uitschieters: de 3-0 tegen Frankrijk-killer Zwitserland in de groepsfase, de overtuigende 3-0 tegen Turkije in de openingswedstrijd, een 4-0 tegen Tsjechië in de oefenfase voor dit tornooi. Tsjechen die hier ook imponeerden met hun groepsgebeuren en die onlangs nog de Belgen in de kwalificaties voor het WK een lastige avond bezorgden.

Wat wel geldt voor Mancini: een echte ‘grote’ zat er in die reeks van zeges of ongeslagen wedstrijden niet tussen. Tenzij in zijn beginfase als bondscoach, Frankrijk en Portugal. Die wedstrijden gingen verloren, maar dat is al lang geleden, 2018. Nadien volgden in een lange reeks van successen alleen gelijke spelletjes in de Nations League tegen Bosnië, Portugal, Nederland en Polen. Dat is toch redelijk veel onbeslist tegen de betere landen. Wat voor de Belgen lang als ‘kritiek’ gold – de Rode Duivels zijn indrukwekkend tegen de mindere goden – mag dus ook Mancini worden aangerekend.

In die zin is deze ‘finale’ al is ze het maar voor een kwart, ook een test voor de Squadra: waar staan ze tegen een groot land in een tornooi met rechtstreekse uitschakeling?

Die kennis hebben de Belgen, voor de vierde opeenvolgende keer kwartfinalist op ene groot tornooi en met veel spelers op het veld die het allemaal hebben meegemaakt, wél. Ze kunnen veel schema’s aan: tactisch, onder druk, in balbezit, in de omschakeling. En zijn allemaal snel van denken.

Laat dat, samen met het herstel van De Bruyne en Hazard, een troef zijn. Data.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content