‘Waar zou Anderlecht nu staan zonder Van Crombrugge?’

© belga

Jacques Sys blikt iedere maandag terug op de voetbalactualiteit van het weekend. Deze keer heeft hij het over KAA Gent, Anderlecht en Rob Rensenbrink.

KAA Gent maakte indruk tegen KRC Genk. Kunnen de Buffalo’s nog een bedreiging zijn voor Club Brugge?

‘Je weet het nooit als straks de punten worden gehalveerd. KAA Gent is een sterk blok, dat zag je tegen Racing Genk weer. Iedereen loopt, iedereen werkt, iedereen wroet. Zelfs Laurent Depoitre zie je mee diep terugplooien. Een gouden zaak was het trouwens om Depoitre terug te halen, hij is een onmisbare schakel in dit elftal en wordt zwaar onderschat. KAA Gent voetbalt heel dominant, met veel druk naar voren. En als je ziet hoe sommige spelers, zoals linksachter Mohammadi, zich verder ontwikkelen, dat is een pluim voor de technische staf.

‘Er zit ook een zekere rust in de ploeg. Toen Genk, dat in de eerste helft verdienstelijk voetbalde, op voorsprong kwam, brak er geen paniek uit. De ploeg straalde een overtuiging uit dat ze het wel zouden rechtzetten. De manier waarop dat gebeurde was echt indrukwekkend.’

Heel anders dan Anderlecht op Cercle Brugge.

‘Het is bizar dat Anderlecht maar geen constante in zijn spel krijgt. Een goede eerste helft tegen Club Brugge en dan denk je dat ze zijn vertrokken. Maar vervolgens een echt lamentabele match op Cercle. Waarin ze werden rechtgehouden door Hendrik Van Crombrugge. Je moet je trouwens afvragen waar ze dit seizoen zonder Van Crombrugge zouden staan. Frank Vercauteren had het na afloop over spelers die zich altijd moeten concentreren, maar hoe vaak heb je dat al niet gehoord? Het is iets wat verankerd zit in de ziel van de club.

‘Voor Cercle is dit een bitter verlies. Ze speelden hun beste match van het seizoen, Anderlecht werd bij momenten weggetikt. Maar dan waren er twee dekkingsfouten. En veel opwinding over een niet gefloten strafschop na een handsbal van Vincent Kompany. Vreemd dat de scheidsrechter niet naar het scherm ging kijken en de VAR niet werd geconsulteerd. Wanneer gebeurt dat wel en wanneer niet, je ziet daar toch geen lijn in.’

Met Rob Rensenbrink overleed vorige vrijdag een Anderlechticoon.

‘Een geniale voetballer die zijn instinct volgde en die je zeker tactisch niet mocht vastbinden. Je moest hem zijn gang laten gaan. Aan duurlopen had hij bijvoorbeeld een hekel. Toen de spelers het Zoniënwoud indoken zocht hij een kortere weg en maakte zijn trui nat aan een vijver. Dan zei hij tegen Raymond Goethals, de trainer, dat hij genoeg had gezweet.

‘Rensenbrink leek met een zekere melancholie door het leven te stappen en was niet echt gepassioneerd door het voetbal. Tenminste: die indruk gaf hij. Maar in werkelijkheid knaagde ook bij hem de stress en was hij opgelucht toen hij op zijn 34e een punt zette achter zijn carrière. Sindsdien, in 1981, deed hij niets meer. Rensenbrink speelde twee WK-finales, in 1974 en in 1978 toen ook Arie Haan deel uitmaakte van Oranje. Beiden kregen nadien ruzie, onder meer omdat Rensenbrink zich ergerde aan de verwaandheid van Haan. Als hij tegen iets niet kon, dan was het tegen mensen die zich boven anderen plaatsen. Maar het was wel opmerkelijk dat er toen bij Anderlecht twee spelers in de ploeg stonden die een WK-finale hadden gespeeld. Daar kan je nu alleen nog van dromen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content