‘Wat Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race deed, heb ik nog nooit gezien’

© belga

Elke maandag blikt Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, terug op het voorbije sportweekend. Deze week heeft hij het over de wonderbaarlijke zege van Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race, de turbulente week van RSC Anderlecht en het overlijden van wielerlegende Patrick Sercu.

1) Anderlecht behaalde tegen Gent een eerste puntje in deze PO1, met Karim Belhocine als trainer na het ontslag van Fred Rutten. Heeft de geplaagde Brusselse club daarmee de rangen weer gesloten, denk je?

Jacques Sys: “Dat gevoel krijg je toch. De negatieve reacties van supporters bleven dit keer uit, er werd meer jeugd in de basisploeg gedropt… alleen zijn daarmee de problemen natuurlijk niet opgelost. Europees voetbal zal in principe niet meer gehaald worden. Daar gaat het bestuur, met name Marc Coucke, zelf ook al van uit, zoals hij aangaf in de weekendkranten. Vraag is dus maar hoe je straks potentiële versterkingen zal kunnen motiveren om te tekenen bij Anderlecht. Coucke zei verder ook dat er fouten zijn gemaakt; de welke dat zijn, laat hij wat in het midden. Er moet een nieuwe start gemaakt worden, dat is duidelijk. De komende zomer wordt zeer belangrijk, misschien wel de meest cruciale maanden in de geschiedenis van de club. Coucke treedt af als voorzitter van de Pro League om zich volledig te kunnen focussen op Anderlecht, of dat goed of slecht nieuws is, zal nog moeten blijken. Kan hij Frank Arnesen en Michael Verschueren genoeg verantwoordelijkheid laten? In het bedrijfsleven heeft hij het daar in ieder geval moeilijk mee, zo weten we. Maar ze hebben een rampjaar achter de rug, er is geen marge meer voor geklungel: de keuze van de nieuwe trainer en de nieuwe spelers moet juist zijn. Falen is uitgesloten.”

“Moest Rutten weg? Met Belhocine wordt er nu niet plots beter gevoetbald. Je weet niet of die 0-0 met Fred Rutten onmogelijk was. Wat ik wel vreemd vind, is dat ze bij Anderlecht de indruk willen wekken dat Rutten zelf de handdoek in de ring wierp. Dat kan ik me toch niet voorstellen. Is dat om gezichtsverlies te vermijden? Wat er precies gebeurd is tussen beide partijen weten we niet. Maar ik denk dat Anderlecht sowieso niet zinnens was met Rutten door te gaan, net zomin als ze in Belhocine de hoofdtrainer voor volgend seizoen zien. Vraag is: wie dan wel? De Deen Kasper Hjulmand ligt nu in pole position, maar je weet niet hoe een trainer met enkel ervaring in Denemarken zal reageren wanneer hij in een ander land en bij een topclub terecht komt. Zeker in de huidige omstandigheden.”

2) Mathieu van der Poel wint op wonderbaarlijke wijze de Amstel Gold Race. Hij leek verslagen, rijdt op zijn eentje het gat dicht, begint de sprint van ver en wint. Hoe kan zoiets?

Jacques Sys: “Ik gebruik niet graag de woorden fenomenaal, laat staan Merckxiaans, maar hier zijn die toch op zijn plaats. Hoe kan zoiets? De manier waarop die voorsprong plots teniet werd gedaan, was in ieder geval bizar. Waren die tijdsaanduidingen verkeerd? Is die groep tussen de auto’s kunnen terugkeren? We weten het niet. Anderzijds bewees Van der Poel al in de Brabantse Pijl dat hij in supervorm verkeerde. Ook daar begon hij op kop in de sprint tegen een sterke Julian Alaphilippe en won. Dat deed hij zondag opnieuw, maar dan nog indrukwekkender, door eerst op zijn eentje een gat dicht te rijden en dan over al de rest heen te spurten. Dat heb ik nog nooit gezien. Wat het nog opmerkelijker maakt: hij doet dit allemaal na een zware winter in het veldrijden. Waarin hij bijna geen enkele cross miste en ook na het WK bleef doorgaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Wout Van Aert, die dan een rustperiode inlaste. Van der Poel blijft maar doorgaan, schakelde meteen van het veldrijden naar de weg over. Zonder die val had hij misschien ook al de Ronde van Vlaanderen gewonnen. Hij heeft echt superbenen. Je kan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen dat we van hem het laatste nog niet gezien hebben. Moeten we ons vragen stellen bij die superioriteit? Je mag van niets meer verschieten in het wielrennen, of bij uitbreiding de hele topsportwereld, maar ik heb toch de indruk dat er een zuiverder klimaat heerst nu en ik probeer me er niet te veel vragen bij te stellen, ik kijk met bewondering naar wat Van der Poel momenteel presteert.”

“Wat ik ook belangrijk vind: hij blijft er bijzonder rustig onder. Van der Poel is een zegen voor de wielersport. Hij zal ook het veldrijden volgend jaar nog een extra dimensie geven, want door zijn fantastisch klassiek voorjaar is hij nu echt wel iemand -een supervedette- in het mondiale wielrennen. Dat zal extra aandacht generen voor het veldrijden volgende winter, want iedereen zal hem bezig willen zien. Hij zal sowieso blijven crossen, want dat doet hij heel graag en eigenlijk is het ook ‘makkelijk’ geld verdiend voor hem: telkens een uurtje in het rood gaan is voor iemand met zijn kwaliteiten best doenbaar. Maar vergis je niet, Van der Poel heeft een uitgekiende carrièreplanning. Hij overhaast niet en bouwt geleidelijk uit, zeer slim. Zo startte hij niet in Parijs-Roubaix, een klassieker die hem nochtans zou moeten liggen, om zo een weekje rust in te lassen voor de Amstel Gold Race. Terecht zo blijkt. Als je dan Roger De Vlaeminck hoort zeggen dat hij niet begrijpt waarom Van der Poel Parijs-Roubaix links laat liggen, moet je alleen maar concluderen dat Mathieu dat beter gezien heeft dan De Vlaeminck. Het bewijst dat oud-renners soms ook maar gewoon wat onzin uitkramen en beter wat zouden nadenken voor ze iets roepen.”

3)Vrijdag overleed Patrick Sercu op 74-jarige leeftijd. Wat is zijn nalatenschap aan de wielersport?

Jacques Sys: “Patrick Sercu hoort voor mij in de top vijf van de grootste Belgische wielrenners, in het rijtje van Eddy Merckx, Rik Van Looy, Rik Van Steenbergen, Roger De Vlaeminck. Ik was verbaasd dat er zo weinig aandacht aan zijn overleden besteed werd, op een klein stukje hier en daar na. Alleen het Franse L’Equipe besteedde een aantal pagina’s aan hem. Dat komt misschien omdat we nu in volle klassiek voorjaar zitten, of omdat veel van de huidige generatie journalisten hem niet meer zien rijden hebben. Of misschien omdat hij al enkele jaren in de anonimiteit vertoefde -hij kampte met dementie. Maar op de piste was hij wat Merckx was op de weg. Hij won 88 zesdaagsen, dat zal nooit meer verbeterd worden. Daarbovenop won hij twee ritten in de Ronde van Frankrijk, de groene trui, en dertien ritten in de Ronde van Italië.”

“Het is ook de mens Patrick Sercu die veel respect afdwong: een immer bescheiden West-Vlaming, die nooit te koop liep met zichzelf, maar wel honderd procent voor zijn vak leefde. Altijd maar weer doorgaan, altijd maar weer willen koersen. Hij heeft eens op één jaar 227 wedstrijden gereden. Nadien heeft hij heel wat zesdaagsen georganiseerd als wedstrijddirecteur, in Bremen, Moskou en natuurlijk Gent. Die zaten allemaal zeer goed in elkaar, sportief van hoog niveau. Hij kon heel bevlogen praten over het baanwielrennen en het deed hem pijn dat de pistiers stiefmoederlijk behandeld werden. Voor mij is zijn overlijden het afscheid van een fenomeen. Als coureur en als mens.”

(Matthias Stockmans)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content