Karel Fraeye

‘We mogen wat positiever en constructiever zijn voor de Belgische coaches’

Karel Fraeye Ex-coach van onder meer KSV Roeselare, Lommel United en Charlton.

Karel Fraeye, van 20 juli tot 11 september coach van het ondertussen failliet verklaarde KSV Roeselare, roept de Belgische topclubs nogmaals op om niet naar buitenlandse maar naar Belgische coaches te kijken. ‘Belgische trainers worden meteen van in het begin in vraag gesteld.’

Het was bijzonder dat ik mijn opwachting maakte als trainer bij KSV Roeselare. Als Sporza-analist voor 1B hekelde ik vorig seizoen het sportieve en algemene beleid van de club meermaals: laat in de voorbereiding een trainer (Arnar Grétarsson) aangesteld, pas op de laatste dag van de transferperiode de kern uitgebouwd, een forfaitnederlaag door tijdelijk faillissement na een niet-betaalde factuur. En een rist buitenlandse trainers, die geen enkele binding hadden met het Belgische voetbal, brachten hen onderin de rangschikking. Met een budget dat – zo liet ik me vertellen – nooit eerder groter was.

Ik had in het verleden al twee keer met de club aan tafel gezeten, telkens kon of wilde ik niet aan hun voorwaarden voldoen. Deze keer was ik echter niet in beeld, maar was de trainerspost voorzien voor Tom Saintfiet, de huidige bondscoach van Gambia. Als notoir verdediger van Belgische trainers gaf hij mijn naam door, toen bleek dat hij niet mocht combineren.

We mogen wat positiever en constructiever zijn voor de Belgische coaches.

Ik blijf, samen met hem en anderen, pleiten voor de (her)waardering van de Belgische trainer. Een buitenlandse trainer hoort eigenlijk op minstens één bepaald vlak een heuse meerwaarde te bieden: moderne accenten, vernieuwende spelprincipes, aparte fysieke opbouw of mentale begeleiding.

Trond Sollied realiseerde dat destijds met KAA Gent, door een duidelijk spelconcept met zijn gekende specifieke looplijnen. Je bent voor of tegen uiteraard, maar Jess Thorups 4-4-2 in ruit was op zijn minst herkenbaar en duidelijk. Het realismevoetbal van Frank Vercauteren en de verticaliteit die Marc Brys in zijn elftallen wil stoppen, zijn dat ook. Het tactische spelconcept met drie achterin, gekoppeld aan de ‘volumetrainingen’ waarmee Hein Vanhaezebrouck in België maar ook in Europa de aandacht trok, hadden hem toen een mooie stap richting buitenland kunnen opleveren.

Belgische trainers krijgen in het begin niet zo veel krediet als buitenlanders, maar worden meteen in vraag gesteld.

Ik hou van trainers van wie je de hand ziet. Misschien is het perceptie, maar het lijkt toch fel dat buitenlandse trainers vaak het voordeel van de twijfel krijgen. Daar waar Belgische trainers bij de aanstelling standaard in vraag gesteld worden. Felice Mazzu werd nog voor de start bij KRC Genk in de vernieling geschreven, terwijl hij zich toch al jarenlang als stabiele trainer had bewezen. We mogen wat positiever en constructiever zijn.

Tips? Bob Peeters toont bij Westerlo een rustige stuurman te zijn, met een duidelijke koers. Emilio Ferrera implementeert geruisloos zijn visie bij RFC Seraing deze keer. En Regi Van Acker zorgt altijd voor een stevige organisatie en haalt overal zijn resultaten, ook nu bij FCV Dender.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content