Wie zijn de beste buitenlandse voetballers ooit in de Belgische competitie? Onze top vijf

© BELGAIMAGE

Net zoals voor onze Belgische voetballers deed Sport/Voetbalmagazine de denkoefenining over de vraag wie nu de beste buitenlandse spelers waren in Belgische loondienst? In onze top vijf zitten twee Nederlanders, een ingeweken Spanjaard, een Pool en… een IJslander.

1 Robbie Rensenbrink

03/07/1947 (Nederland)

Aanvaller

Heel de jaren 70 domineerde de Nederlandse spits de Belgische velden. Als speler van DWS Amsterdam leek hij voorbestemd voor Ajax of Feyenoord, maar met Piet Keizer en Coen Moulijn was er bij die clubs geen behoefte aan iemand met zijn profiel. Zijn visitekaartje gaf hij vanaf 1969 af bij Club Brugge, waar hij vanwege zijn onnavolgbare dribbels de bijnaam slangenmens kreeg en de beker won. De echte doorbraak kwam er na zijn transfer in 1971 naar Anderlecht, toen Constant Vanden Stock de overstap maakte en de topspits meenam naar Brussel. Rensenbrink zou er tot 1980 uitblinken en Anderlecht eindelijk aan Europese erkenning helpen. Met telkens twee goals was hij beslissend in de Europabekerfinales van 1976 en 1978, en had ook een voet in de vier bekers en twee landstitels van paars-wit in die periode.

Vooral op topavonden was hij weergaloos. Beringen-uit lag hem wat minder, daarvoor trok hij zijn smoking niet aan. In de verloren WK-finale van 1978 speelde hij een hoofdrol, maar dat volstond niet voor winst voor Oranje tegen thuisland Argentinië. In 1976 won hij de Gouden Schoen, in 1980 trok hij naar Portland Timbers in de VS, om zijn carrière af te sluiten bij de Franse tweedeklasser Toulouse.

2 Wlodek Lubanski

28/02/1947 (Polen)

Aanvaller

Misschien wel dé beste centrumspits ooit in België, met een buitengewone techniek. Zowel een goede aangever als afwerker. Maakte voor Polen 48 goals in 75 interlands, maar mocht in het strenge regime pas op zijn 28e naar het buitenland. Op die leeftijd had hij door een zware blessure – na een vreselijke tackle in de gewonnen olympische finale van 1972 – al veel van zijn mogelijkheden verloren. Belandde bij KSC Lokeren omdat clubleider Etienne Rogiers een fabriek had in Polen, en België een van de weinige landen was waarmee het Oost-Europese land een handelsverdrag had in die periode. Zo snoepten de tricolores hem voor de neus van een paar Franse clubs (ook Frankrijk had zo’n handelsverdrag) weg. Scoorde in zeven jaar Lokeren (1975-1982) bijna één keer in twee matchen, en vormde samen met Lato en Larsen een van de beste aanvalslinies die dit land ooit kende. Werd met zijn club in 1981 vicekampioen.

3 Juan Lozano

30/08/1955 (Spanje)

Middenvelder

Eigenlijk had Lozano in de lijst van Belgische toppers moeten staan, maar zijn aanvraag tot naturalisatie, waardoor hij ook beschikbaar was geweest voor de Rode Duivels, werd geweigerd. Voor de voetbalwet bleef hij dan ook altijd Spanjaard, ondanks dat hij vanaf zijn zevende in België woonde. In de jaren 70 was hij dé sensatie op het Kiel. De schoonheid van het spel mocht bij Beerschot nog primeren op de resultaten, al won het toch de beker tegen Club. Na een intermezzo bij de Washington Diplomats aan de zijde van Johan Cruijff koos hij in 1981 voor Anderlecht, om er eindelijk voor de prijzen te kunnen strijden. Lozano speelde een hoofdrol bij de winst van de UEFA Cup tegen Benfica, waar hij de beslissende goal maakte. Twee jaar later won hij opnieuw die trofee, maar dan in de trui van Real Madrid. Michel Verschueren lokte de geniale middenvelder terug naar Brussel, waar hij van 1985 tot 1989 nog eens voor schoonheid in het park zorgde en twee keer kampioen werd. De dubbele beenbreuk na een tackle van Waregemverdediger Yvan Desloover in april 1987 betekende het begin van het einde. Lozano probeerde nog eens overeind te krabbelen bij Eendracht Aalst, maar werd nooit meer de oude.

4 Simon Tahamata

26/05/1956 (Nederland)

Aanvaller

In 1980 haalde Standard de Molukker verrassend weg bij Ajax. Bij de Rouches ontpopte hij zich tot kwelduivel van ontelbare Belgische verdedigingen, tot hij op zijn 40e in 1996 bij Germinal Ekeren de schoenen aan de haak hing. Tahamata had bij Ajax, waar hij opgroeide, al een halve prijzenkast vol (drie titels en de beker), maar werd pas in Luik een vaste waarde in het Nederlandse elftal. Hij dribbelde Standard naar twee titels, een beker en een Europese finale (Europacup II in 1982) en kreeg op Sclessin van Raymond Goethals een vrije rol.

5 Asgeir Sigurvinsson

08/05/1955 (IJsland)

Middenvelder

Roger Petit kaapte in 1973 de 18-jarige IJslandse belofteninternational voor de neus van Anderlecht weg en haalde hem naar Standard. Daar maakte hij spelmaker Wilfried Van Moer overbodig en werd de patron op het middenveld. In 1981 verkocht aan Bayern, maar vooral bij Stuttgart van topniveau. Maakte er acht jaar het mooie weer, met een landstitel en een verloren Europacup III-finale (1989) tegen het Napoli van Maradona.

Ontdek de volledige top vijftig in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 31 december.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content