Jacques Sys

‘Worden trainers eigenlijk gescout?’

Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

Hoofdredacteur Jacques Sys over de trainerscarrousel in 1A. ‘Trainers blijven in moeilijke tijden de wegwerpartikelen bij uitstek.’

Achtentwintig trainers zijn er dit seizoen in 1A de revue gepasseerd. De Sloveen Luka Elsner is, bij KV Kortrijk, de voorlopig laatste in het rijtje. Dertien trainerswissels zijn er in zes maanden doorgevoerd. De carrousel komt maar niet tot stilstand, het verlangen naar sportieve stabiliteit is niet meer dan een holle kreet die steeds weer wordt achterhaald door de waan van het moment. Zo is het eigenlijk altijd geweest. Bij de achttien clubs uit 1A zijn er de afgelopen vijf jaar, sinds medio 2016 dus, 93 trainerswissels geweest.

Trainers blijven in moeilijke tijden de wegwerpartikelen bij uitstek. Ze hebben binnen een club de moeilijkste job. Voetbalverstand volstaat al lang niet meer. Een trainer moet ook psycholoog zijn, de public relations verzorgen, hij moet tactisch en pedagogisch onderlegd zijn, hard zijn maar op hetzelfde moment ook diplomatisch. Hij moet goed kunnen praten, overtuigend overkomen en in staat zijn zich aan de buitenwereld te verkopen. Een trainer moet horen wat er gezegd wordt, weten wat een ander denkt, in de gaten houden wie wat tegen een ander vertelt. Ooit vergeleek Arie Haan het hele gebeuren rond een voetbalclub met een toneelstuk. Je moet als trainer proberen de regie in handen te krijgen. Maar, zegt de Nederlander, dat is vaak moeilijk als je niet weet waarover het toneelstuk gaat.

Trainers kunnen niet omzichtig genoeg worden aangesteld. Net zoals voetballers niet voldoende genoeg gescout kunnen worden. Maar gebeurt dat laatste bij trainers ook? Wordt er nagegaan of ze binnen de cultuur van een club passen? Of gebeuren die aanwervingen gewoon op een bepaald gevoel, op grond van een palmares, een reputatie of wat dan ook? Of hebben makelaars ook hierin een doorslaggevende stem? Uit de voortdurende trainersdans kan je alleen maar concluderen dat er van een duidelijke screening geen sprake is. Zeker niet als een trainer in de loop van het seizoen wordt vervangen. Dat zorgt vaak voor een stijlbreuk, oude fundamenten worden afgebroken, nieuwe gemetseld. In de hoop op een ommekeer, op een schokeffect.

Een trainerswissel schudt altijd de spelers wakker. Ze willen zich in eerste instantie weer bewijzen. Die prikkel dooft snel uit. Dan drijven oude kwalen weer boven. Peter Maes pakte het roer resoluut in handen bij STVV, leek grondige restauratiewerken uit te voeren, maar de lijn wordt nu – één zege in de laatste vier matchen – niet doorgetrokken. Mbaye Leye imponeerde bij Standard met een twaalf op twaalf, intussen wel gevolgd door een twee op negen. Een gebrek aan kwaliteit, de verkeerde samenstelling van een spelersgroep, het is niet de schuld van een trainer. Wel van bestuurders. Die blijven uiteraard zitten. Terwijl een trainersontslag in wezen ook een nederlaag is voor het bestuur. Zelden gebeurt het dat ze dit openlijk toegeven.

In de zoektocht naar het juiste trainersprofiel scoorde dit seizoen eigenlijk alleen KV Oostende. Verbijstering was er toen de club vorige zomer de onbekende en onervaren Duitser Alexander Blessin aantrok. Maar het was duidelijk grondig voorbereid. Veel gesprekken, met de trainer zelf, maar ook met anderen. Blessin is als trainer de revelatie van het seizoen. Hij plantte in korte tijd zijn filosofie over op een nieuwe spelersgroep. En houdt daaraan vast. Ook in moeilijke tijden.

Duidelijkheid is de motor van het succes, het vangnet, het herkenningspunt. KV Oostende wordt de laatste weken getroffen door corona, de ploeg moet worden herschikt en op papier zelfs verzwakt. Maar de schakels in de ketting worden simpelweg vervangen. En het voetbal blijft goed. En herkenbaar. KV Oostende, voor het seizoen bij de degradatiekandidaten gerekend, staat als vijfde op twee punten van play-off 1.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content