Wout Faes: ‘Anderlecht is een gesloten hoofdstuk’

© BELGAIMAGE

Jarenlang gold Wout Faes (20) als the next big thing bij RSC Anderlecht, maar uiteindelijk speelde hij er geen minuut in de hoofdmacht. Komend weekend zal hij dan toch zijn grote debuut maken in het Constant Van Den Stock-stadion… als defensieleider van KV Oostende.

De voortekenen zijn gunstig voor Wout Faes. Gert Verheyen, zijn huidige trainer bij KV Oostende, bewees met een gelijkaardig parcours dat Kempenzonen perfect gedijen op West-Vlaamse grond. Verheyen trok, net als Faes, als jeugdspeler van Lierse SK naar Anderlecht, maar kreeg er niet de erkenning die hij zocht. Om vervolgens helemaal tot wasdom te komen in Brugge. Na twee uitleenbeurten aan respectievelijk Heerenveen en Excelsior, en een dertigtal wedstrijden in de Eredivisie in de rugzak, achtte Faes zelf ook de tijd rijp om paars-wit definitief te verlaten. Ondanks zijn statuut van groot talent en aanvoerder bij de nationale jeugdploegen kreeg hij nooit zijn kans in het A-elftal van Anderlecht. Bij KV Oostende ondertekende hij nu een contract voor drie jaar en werpt hij zich bij deze competitiestart meteen op tot sleutelfiguur in de verdediging.

Gert Verheyen is een aimabel mens, dat vind ik een belangrijke eigenschap voor een trainer.

Wout Faes

‘Dat contract van drie jaar geeft me mentale rust’, legt een zelfverzekerde en ontspannen Wout Faes uit. ‘Voor de komende seizoenen weet ik nu waar ik aan toe ben en ik voel dat ze in mij geloven – daarom heb ik hier getekend. De vorige zomers was het telkens afwachten waar mijn toekomst zou liggen.’

Met welke gedachte beëindigde je het vorige seizoen bij Excelsior?

Wout Faes: ‘Ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik geen uitleenbeurt meer wilde. Dus het was of bij Anderlecht blijven en daar voor een basisplaats gaan, of definitief verkocht worden. Mijn entourage heeft dat besproken met Anderlecht en gezien de twijfels daar leek het mij best om te vertrekken. Bij Excelsior heb ik vorig seizoen toch een twintigtal matchen gespeeld als titularis in de Eredivisie, dat is niet slecht voor een 19-jarige verdediger denk ik. Het was tijd om een volgende stap te zetten.’

Je hebt geen enkele keer persoonlijk gesproken met Hein Vanhaezebrouck of Luc Devroe?

Faes: ‘Neen. Ik vind dat niet zo erg, ik was al blij dat ik snel duidelijkheid kreeg.’

Is Anderlecht een gesloten hoofdstuk?

Faes: ‘Helemaal. Het blijft jammer dat ik er nooit een echte kans kreeg en geen enkele minuut voor het eerste elftal speelde, maar Oostende is ook een mooie en ambitieuze club.’

Bij de jeugd van Anderlecht werd je steevast bestempeld als groot talent, in het kantoor van hoofd opleidingen Jean Kindermans hing jouw beeltenis zelfs tussen Kompany, Lukaku en Tielemans. Zorgde dat voor druk en ongeduld om je carrière te zien ontbolsteren?

Faes: ‘Neen. Ik heb dat nooit als druk ervaren, ik ben daar vrij nuchter in. Het ene jaar word je het supertalent genoemd, het volgende kan je alweer vergeten zijn. Sommige jongens laten zich misschien meeslepen door de aandacht die ze plots krijgen, maar ik heb van thuis uit een opvoeding gekregen die mij met beide voetjes op de grond houdt. Mijn moeder is lerares, mijn vader bediende. Geen van beiden heeft iets met voetbal. Ik denk dat dat een voordeel is. Wilde ik naar de Chiro of tennissen? Even goed voor hen. Die mentaliteit helpt wanneer topclubs als Chelsea komen aankloppen. Het is verleidelijk om daar op in te gaan, maar als je daar één minder seizoen hebt, verzeil je in de vergeetput en wat dan? Je bent er een nummer. Die ballon moet je doorprikken. Daarom besliste ik bij Anderlecht te blijven en daar eerst door te breken.’

Hoe moeilijk is het om Europese topclubs af te wimpelen?

Faes: ‘Je voelt je gevleid, want het is een erkenning van je talent, maar ik redeneerde: als ik mij in België doorzet, zullen ze mij later ook wel komen halen. Bovendien wilde ik hier mijn diploma halen op school. Ik ben gaan kijken bij Ajax en ik kreeg van Chelsea een gesigneerd truitje van David Luiz opgestuurd, maar echt concreet zijn die gesprekken nooit geworden omdat we die snel afwimpelden. Van Lierse kon ik naar Club Brugge of Anderlecht en dat laatste leek mij de beste stap. De nadruk ligt er meer op techniek, dat had ik nodig had om mijn spel te verbeteren. Fysiek en gestalte had ik al op jonge leeftijd.’

Iedereen noemt je een talent uit de Anderlechtschool, maar eigenlijk heb je langer in de jeugd gevoetbald bij Lierse.

Faes: ‘Klopt. Bij Lierse heb ik van de U9 tot de U14 gespeeld, ik ken er nog jeugdtrainers en ex-ploegmaats. Het failliet van de club deed me iets. Heel jammer. Ik ben als jong gastje naar alle thuiswedstrijden gaan kijken op het Lisp. En later ben ik geregeld naar de U19 gaan kijken, naar mijn ploegmaats van weleer.’

Piëdestal

Twee seizoenen geleden verliet je Anderlecht een eerste keer. Je was pas achttien. Waarom trok je naar Heerenveen?

Faes: ‘Ik trainde bij Anderlecht mee met de A-kern, maar viel vaak af voor de uiteindelijke selectie. Mentaal woog dat zwaar, want elk weekend hoopte je er bij te zijn, en als dat niet het geval bleek, ging je toch twijfelen aan jezelf. Wat heb ik verkeerd gedaan? In die periode had ik veel aan mijn begeleider Peter Smeets, die ook met Leander Dendoncker en Youri Tielemans werkt. Hij liet me ook inzien dat je de schuld niet altijd bij de anderen moet leggen. Dat is voor veel jonge spelers moeilijk, weet ik uit ervaring. ( grijnst)

Wout Faes
Wout Faes© BELGAIMAGE

‘Ik worstelde in die periode wat met mezelf en vond het beter om na de winterstop te veranderen van lucht en elders speelminuten te vergaren. Bij Heerenveen heb ik acht matchen kunnen spelen, ik ben heel tevreden dat ik die stap gezet heb. Ik wilde structuur en niet de ene keer bij beloften en de volgende keer bij de A-kern trainen.’

Bij Anderlecht deed je matchritme op bij de U21 en in de Youth League. Je had er blijkbaar een turbulente verhouding met trainer Nicolás Frutos, die je zelfs een paar keer naast de ploeg zette. Hij vond dat je bij Anderlecht te veel op een piëdestal gezet werd. Had hij een punt?

Faes: ‘Met Frutos had ik geen problemen, hij is een goed mens en een goede trainer. We trainden zeer hard, soms om zeven uur, om tien uur en nog eens om vier uur in de namiddag. Veel tijd voor school was er niet, daar had ik het dus wat moeilijker. Eén keer heeft hij me na een wedstrijd in de Youth League op de bank gezet -onterecht vind ik nog altijd. Ik snap wat Frutos bedoelde met zijn opmerking over die piëdestal, maar het was eerder een sneer naar de club, die sommige jonge talenten te veel in de watten legde. Ik had daar zelf ook moeite mee, hoor.’

Welke lessen hou je over aan je passages in Nederland?

Faes: ‘Nederlandse ploegen spelen zeer offensief, vaak sta je met twee verdedigers tegen drie of vier aanvallers. Je leert oplossingen bedenken. Het jaar erop bij Excelsior was in dat opzicht wel anders, onze trainer Mitchell Van der Gaag had een verleden in Portugal en legde meer nadruk op verdediging.

‘Van der Gaag deed veel aan individuele training. We hebben bijvoorbeeld maanden gewerkt op mijn lange bal. Na de training vanaf de middenlijn in twee kleine goaltjes op de doellijn proberen te schieten. Als ik er dertig instampte, mocht ik gaan douchen. In het begin stond ik daar lang, op den duur gaat zoiets vanzelf. Dat hoort het doel te zijn van training. Ook op positionering bij voorzetten oefenden we veel, met stootkussens en al…’ ( lacht)

Bij Anderlecht werd dat dus niet gedaan?

Faes: ‘Neen. Hoewel ik daar geregeld achter vroeg. Ik ben echt heel blij met dat ene jaar Excelsior. Toen ik bij Oostende tekende, belde Mitchell meteen om me te feliciteren. Hij wilde me deze zomer eigenlijk meenemen naar NAC Breda, maar ik verkoos Oostende. De wil was te groot om mij in België te tonen.’

Leren van Kompany en Boyata

Met Gert Verheyen heb je ook een klik?

Faes: ‘Hij is een aimabel mens, dat vind ik een belangrijke eigenschap voor een trainer. Je moet geen schrik hebben om een gesprek aan te gaan met hem. Die persoonlijkheid koppelt hij aan een duidelijke visie op voetbal. Je ziet op het veld terug wat er geoefend werd. Dat we elkaar al kenden van bij de nationale U19 is een troef. Stel dat het in het begin wat stroever loopt, betekent dat niet meteen dat je het vertrouwen verliest. Je weet wat je aan elkaar hebt.’

Zijn systeem ligt jou?

Faes: ‘We spelen doorgaans met drie achterin, maar dat is heel flexibel en kan in verscheidene situaties net zo goed ombuigen tot een viermansdefensie. Ik vind die 3-4-3 heel aangenaam, zeker in balbezit schep je zo veel meer afspeelmogelijkheden. Looplijnen zijn daarin zeer belangrijk. Eens je die onder de knie hebt, denk ik dat het voor veel ploegen lastig spelen is tegen een ploeg in 3-4-3. ‘

Wout Faes
Wout Faes© BELGAIMAGE

Verheyen traint meer dan andere trainers op tactiek, wordt beweerd. Is dat zo?

Faes: ‘Elke training staat in het teken van tactiek. Maar op een leuke manier. Je kunt tactisch trainen waarbij je veel stil staat, maar bij hem gebeurt alles in balbezit of wedstrijdvorm. Er wordt zelden stilgelegd, tenzij iets hem echt dwarszit.’

Met Indy Boonen, overgenomen van Manchester United, zit er nog een ander groot talent bij Oostende in de kern. Wat mogen we van hem verwachten?

Faes: ‘ Indy denkt altijd vooruit en draait zeer goed door, waardoor hij snelheid in het spel houdt. Daar hou ik wel van. Hij oogt tenger, maar hij gaat stevig door in duels. Het is plezant om hier met zo een jeugdige groep te kunnen werken. Dat enthousiasme kan mooi voetbal opleveren.’

Een werkpunt van jou heet je concentratie te zijn.

Faes: ‘Ik weet niet hoe dat komt, maar soms mis ik inderdaad een simpele pass. Mijn trainer bij Excelsior heeft me daar vaak op aangepakt. Ik probeer soms te mooi uit te voetballen, terwijl je als verdediger eens een bal de tribunes moet in keilen om zo je ploeg te laten herorganiseren. Zulke dingen leer je met ouder worden. Verdedigen blijft hoe dan ook mijn voornaamste taak, dat besef ik en ik kan enorm genieten van een geslaagde tackle, tegelijkertijd kan je mijn rust aan de bal ook zien als een belangrijke kwaliteit.’

Hoe ontspan jij eigenlijk buiten het veld?

Faes: ‘Door te lezen of te vissen. Met mijn nonkel trek ik geregeld naar de zandputten aan het Zilvermeer in Mol om te vissen op karper. Daarnaast kijk ik veel voetbal. Van het WK heb ik amper iets gemist.’

Wat is je zoal opgevallen?

Faes: ‘Bij de Belgen keek ik naar hoe de driemansverdediging functioneerde. Het positiespel van Kompany, maar ook Boyata, die het heel goed deed. In het algemeen viel mij het toenemende belang van tactiek op. Hoe kleine landen, met veel minder talent, er daardoor toch in slagen om grote landen te verslaan.’

Welke verdedigers konden je inspireren?

Faes: ‘De stijl van Raphaël Varane en de passie van Domagoj Vida, de Kroaat met de paardenstaart. Het ziet er niet uit, maar wat een verbetenheid! Vroeger koesterde ik veel bewondering voor Carles Puyol. Een heel complete verdediger. Ondanks zijn beperkte lengte verloor hij haast geen enkel kopduel.’

Aha, je krullen zijn dus geïnspireerd op Puyol en niet op David Luiz zoals iedereen veronderstelt?

Faes: ‘Over die haardos is nooit echt nagedacht. Ik moet toegeven dat de vergelijking met Luiz – een goede verdediger, daar niet van – op een bepaald moment ging vervelen, maar ik heb nooit overwogen mijn hoofd kaal te scheren, of zo.’

Vanuit commercieel oogpunt is het alvast slim op je te onderscheiden met een opvallende look.

‘Dat kan. Er zijn al sponsoraanbiedingen geweest, maar ik wil me eerst sportief tonen, de rest komt vanzelf. Die deal met Head & Shoulders kan nog even wachten.’ ( lacht)

EK en Olympische Spelen

In zowat alle nationale jeugdploegen wierp Wout Faes zich op als basispion en leider. Ook nu hij bij de nationale U21 onder leiding van Johan Walem voetbalt. Met de U17 bereikte hij in 2015 zowel een halve finale op het EK in Bulgarije als een derde plaats op het WK in Chili. ‘Die derde plaats op het WK U17 is het voorlopige hoogtepunt van mijn carrière, ‘ vertelt de jonge verdediger, ‘maar ik zou heel graag eens een Olympische Spelen meemaken.’

Daarvoor moeten de mannen van Walem dan eerst het EK van volgend jaar in Italië halen, momenteel delen ze in hun kwalificatiepoule de leiding met Zweden. Faes: ‘Op de laatste speeldag spelen we tegen elkaar, een beslissend duel.’

Opvallend: bij de Belgische beloften heel wat namen uit de Anderlecht-opleiding. ‘ Dodi Lukebakio, Samuel Bastien, Andy Kawaya en Leya Iseka. We hadden het allemaal moeilijk om aan de bak te komen. En kijk nu, al die gasten spelen bij de nationale beloften, zo slecht waren we dus niet…’, grijnst Faes.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content