Wouter Vrancken: ‘Ik doe mijn hoed af voor mijn spelers’

© KOEN BAUTERS
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Exact een jaar geleden was KV Mechelen dé revelatie in de Jupiler Pro League, nu loopt het allemaal wat stroever, ondanks het goede voetbal. Wouter Vrancken beleeft zo zijn meest uitdagende periode als coach: ‘Gelukkig heb ik een sportief directeur die rationeel evalueert.’

‘Sport is emotie’, vertelde Wouter Vrancken (41) een jaar geleden in dit blad. In die optiek kende de Truienaar beproevende maanden als coach van het door corona stevig getroffen KV Mechelen. Spelers moeten er thuis eten en douchen – voor het door hem zo gekoesterde kleedkamergevoel blijft nog weinig ruimte. Afgelopen maand gebruikte Vrancken dan ook zinnen als ‘het wordt almaar moeilijker om te focussen op wat er op het veld gebeurt’ en ‘corona overschaduwt het echte werk’. Ook uitte hij zijn ongenoegen over de weigering om de topper tegen Club Brugge uit te stellen nadat zowat zijn halve spelerskern in quarantaine zat, of daar net uit kwam.

Tijdens de wedstrijden zorgen zijn spelers nog voor voldoende energie en passie – ‘Fantastisch hoe zij hier mee omgaan, ik kan helemaal niéts aanmerken op hun mentaliteit en attitude’ – maar alles errond, de beleving, wordt gemist. Door de coronapandemie immers geen supporters in de tribunes van het AFAS Stadion, net dat wat de ploeg dat tikkeltje extra schenkt.

En punten. Want ook dat is nu helemaal anders dan een jaar geleden: de Maneblussers hangen onderaan het klassement, waarbij ze de interlandbreak indoken met slechts twee zeges uit elf wedstrijden. Vorig seizoen waren ze op datzelfde tijdstip met een vijfde plaats nog dé revelatie van de Jupiler Pro League, met acht zeges uit vijftien wedstrijden.

Vrancken rolde in zijn jonge, ontluikende trainerscarrière van succes naar succes. In lagere reeksen vierde hij de ene promotie na de andere met Gravelo en Thes Sport. Daarna, in twee jaar KV Mechelen: beker van België, promotietitel in 1B en play-off 1 als neofiet in eerste klasse. Hoe gaat hij om met deze eerste dip in zijn trainersloopbaan? Vrancken lacht: ‘Dat heb ik een paar keer gehoord: dit is je eerste mindere periode als coach, een goed leermoment.’

En, al veel geleerd?

Wouter Vrancken: ‘Constant, maar het komt er ook op aan nuchter te blijven. Toen we vorig seizoen zoveel lof kregen, ben ik niet meegegaan in de euforie, dat doe ik nu dus ook niet als er wat negativiteit heerst. Ik heb gelukkig een sportief directeur, Tom Caluwé, die even rationeel evalueert. Hij is een belangrijk klankbord voor mij. Hij kent en ziet voetbal, zijn meerwaarde voor de club is enorm, dat mag wel eens onderstreept worden.’

Het is een geschenk om met een talent als Aster Vranckx te kunnen werken. Iemand die niet te veel klaagt en er alles voor doet om zelf beter te worden en de ploeg te helpen.’

Wouter Vrancken

Hoe gaat het eigenlijk met jou? Beleef je nog plezier aan je job in deze vreemde omstandigheden?

Vrancken: ‘Alles in acht genomen voel ik me goed. Binnen de familie hebben we gelukkig nog geen zware coronagevallen gehad. Ik ben tijdens de interlandbreak een weekendje naar de Ardennen geweest met het gezin, ik heb het geluk dat ik mij op zulke momenten makkelijk kan afsluiten van het voetbal. Maar het is inderdaad helemaal anders werken: thuis eten en douchen, meetings in kleine groepjes of grote zalen met voldoende afstand, geen practical jokes meer. Net alle contacten die het typische kleedkamergevoel aanwakkeren, moeten we vermijden. Door de vele coronagevallen in onze spelersgroep hebben we beslist dat zo te handhaven tot het einde van dit jaar, daarna evalueren we.

‘Maar ik rijd nog elke dag met goesting naar de training. Ook omdat ik daar spelers zie die elke keer het maximum van zichzelf geven. Ze creëren nog steeds een hechte groep, misschien zelfs feller dan voordien.’

Wouter Vrancken: 'Ik rijd nog elke dag met goesting naar de training. Ook omdat ik daar spelers zie die elke keer het maximum van zichzelf geven.'
Wouter Vrancken: ‘Ik rijd nog elke dag met goesting naar de training. Ook omdat ik daar spelers zie die elke keer het maximum van zichzelf geven.’© KOEN BAUTERS

Schipper je vaak tussen je rol als coach van een eersteklasser en het maatschappelijk wenselijke?

Vrancken: ‘Ja, dit draait om het welzijn van onze maatschappij. Maar tegelijkertijd ben ik blij dat wij kunnen doorgaan met onze job, al moet ik met veel meer aspecten rekening houden. Elke week is bang afwachten tot de testdag, je weet nooit welke ploeg je de volgende wedstrijd zal kunnen opstellen. Daardoor wacht je ook veel langer om bepaalde knopen door te hakken, want als ik iemand moet gaan vertellen dat hij naast de ploeg valt om hem vervolgens toch op te vissen… dat is niet goed.

‘Ook spelers die terugkomen uit quarantaine: wanneer zijn ze fit genoeg om weer voluit te gaan? Neem het voorbeeld van Thibaut Peyre en William Togui, twee mannen die het zwaar te pakken hadden: uit fysieke testen blijkt dat zij heel wat conditie zijn kwijtgespeeld door de impact van dat virus. Ze konden thuis cardiotraining doen, op een hometrainer, maar toch moeten ze helemaal heropbouwen. Die jongens zijn dagenlang ziek geweest, hadden nul energie. Ze zullen dat zelf niet snel zeggen, omdat ze zo snel mogelijk weer willen voetballen, maar wij zien dat in hun fysieke data.

‘Het is heel moeilijk in te schatten wat de werkelijke gevolgen zijn van het virus. Eigenlijk zou je bij het bepalen van al of niet uitstellen van een wedstrijd ook rekening moeten houden met spelers die uit quarantaine komen, dat daar een termijn op plakt waarbij je ze meetelt als onbeschikbare spelers.’

Je hebt het allemaal van dichtbij gezien, maakt jou dat bang voor het coronavirus?

Vrancken: ‘Ik woon in Sint-Truiden, dat tijdens de eerste coronagolf zwaar getroffen was, in mijn kennissenkring ken ik twee mensen die meer dan drie weken in coma hebben gelegen. Iedereen in onze buurt kende iemand die gestorven was met corona, dat brengt het heel kortbij. Misschien ben ik daarom terughoudender in heel dat verhaal. Maar bang? Neen, toch niet om het zelf te krijgen, wel om anderen te besmetten. Zoals mijn grootmoeder, die deze zomer weduwe is geworden. Ik heb haar al duidelijk gezegd dat ik een tijdje niet meer zal langskomen.’

Defour kwam met een goede, nederige en constructieve instelling naar ons toe.’

Wouter Vrancken

Vertrouwen

Naast alle coronabeperkingen moet je je groep ook gemotiveerd zien te houden ondanks een gemis aan punten, en dus premies.

Vrancken: ‘Deze groep is het gewend om met tegenslagen om te gaan. Ik neem daar mijn hoed voor af; hoe ze zich elke keer weer oprichten. Ook na de vele wedstrijden waarin we punten lieten liggen. Slechts in één wedstrijd waren we de mindere: op Antwerp. Al de rest beloonden we onszelf niet door een gebrek aan efficiëntie. De Camargo heeft wat gesukkeld met kwaaltjes en Togui waren we kwijt door corona, dat speelde ook mee. Met de gelijke spelen tegen Club Brugge en Charleroi, toch de twee sterkste ploegen in onze reeks, tankten we weer wat vertrouwen. Dat we op Brugge een 2-0 rechtzetten, toont onze mentale kracht.’

Misschien een groter probleem is het gebrek aan efficiëntie achterin. Jullie geven niet zo heel veel weg, zelfs minder dan vorig seizoen, maar bijna elke kans is een doelpunt. Hoe los je dat op?

Vrancken: ‘Vaak ligt het aan individuele foutjes, ook daar kan je moeilijk op trainen. Bovendien moeten spelers op het veld kunnen staan zonder schrik. Als een verdediger een slechte pass geeft waaruit een tegendoelpunt valt, hoef je daar als coach niet extra op te hameren – de speler in kwestie voelt zichzelf meestal al slecht genoeg – want dan gaat die de volgende wedstrijd misschien niets meer durven en dat wil ik net vermijden. Structurele problemen, afspraken die niet nageleefd worden, zijn veel erger. Maar die zie ik niet zo vaak. Ik heb het mijn groep al vaak genoeg gezegd: ze moeten zichzelf eindelijk eens belonen. Want we voetballen goed.’

Wouter Vrancken: 'In mijn kennissenkring ken ik twee mensen die door corona meer dan drie weken in coma hebben gelegen.'
Wouter Vrancken: ‘In mijn kennissenkring ken ik twee mensen die door corona meer dan drie weken in coma hebben gelegen.’© KOEN BAUTERS

Rocky Bushiri werd ingehaald als vervanger voor Arjen Swinkels, maar speelde vaak zonder vertrouwen. Had je meer verwacht?

Vrancken: ‘Goh, wanneer je met veel minder punten overblijft dan je verdiende op basis van het spel gaat zoiets in de hoofden kruipen, zeker bij jongere spelers. Sommigen kunnen het moeilijk krijgen met de druk om te starten. Soms doet het hen dan deugd om even naast de ploeg te staan. Nikola Storm, bijvoorbeeld, kampte op een gegeven moment ook met een gebrek aan scherpte. Door hem even uit de basis te laten, zag ik die op training weer groeien. Dan is het kwestie hem op het juiste moment weer te brengen. Nu zien we weer de Storm van vorig seizoen.’

Heb je al vaak teruggedacht aan het vertrek van Swinkels?

Vrancken: ‘Ik heb daar mijn mening over, en de club kent die, maar ik wil niet te veel terugkomen op mensen die er niet meer zijn. We hebben er twee jonge verdedigers bij met voldoende kwaliteiten ( doelt op Siemen Voet en Rocky Bushiri, nvdr).

‘Swinkels kende mijn systeem en principes, daardoor wist hij precies wanneer er druk moest gezet worden, wanneer hij moest uitstappen, hoe hij diende te lopen in functie van de bal, hoe hij ingedraaid moest staan in bepaalde situaties. Zoiets komt pas door lang samen te werken, dat is een logisch leerproces. Ik zie bij Jordi en Siemen ook veel bereidheid om bij te leren, dat komt goed.’

Deze groep is het gewend om met tegenslagen om te gaan. Chapeau hoe ze zich elke keer weer oprichten.’

Wouter Vrancken

Je behoudt ook veel vertrouwen in Coucke, ondanks de vele tegendoelpunten. Je bent tevreden over hem?

Vrancken: ‘Ik zie geen reden om hem dat vertrouwen niet te geven. Er zijn amper tegendoelpunten te vinden waar hij schuld aan heeft of waar hij beter had kunnen doen. Bovendien biedt hij ons op voetballend vlak een enorme meerwaarde en toont hij emotionele stabiliteit: hij laat zich niet gek maken. Ik blijf ervan overtuigd dat Gaëtan top in België is.’

Nederige Defour

KV Mechelen voetbalt anders dan vorig seizoen: met meer korte combinaties, van achteruit en vaker hoge pressing. Mooi om zien, maar voorlopig dus minder effectief. Waarom heb je er eigenlijk voor gekozen je succesvolle spelconcept aan te passen?

Vrancken: ‘Het was altijd de bedoeling om dit soort voetbal te brengen. Het komt erop aan telkens een laagje toe te voegen aan je spelconcept. Ik denk dat we onze kwaliteiten van de vorige seizoenen – de omschakeling en een blok neerzetten – nog steeds hebben, maar dat we nu een meerwaarde proberen creëren in balbezit. Vorig seizoen hadden we het lastig tegen ploegen die ons laag opvingen, zoals Eupen in de laatste match voor de competitiestop.’

Heb jij aangedrongen om Steven Defour toch maar een contract te geven?

Vrancken: ‘Ik heb mij daar tussenuit gehouden. Omdat mij aanvankelijk was gezegd: dit is niet haalbaar voor ons. Daarmee was voor mij de kous af. Ik heb voor hij bij ons aansloot om te trainen een lang gesprek gevoerd met Steven – we kenden elkaar niet echt – want ik wilde geen speler die met een verkeerde mentaliteit mijn groep zou aantasten. Het was snel duidelijk dat hij met een goede, nederige en constructieve instelling naar ons toekwam. Hij wilde onze club en onze spelers beter maken, waarbij hij aangaf een stap opzij te zetten wanneer dat nodig was, bijvoorbeeld bij de verdeling van ploegen voor oefenpartijtjes. Knap.’

Over de transfer van Steven Defour: 'Mij was aanvankelijk gezegd: dit is niet haalbaar voor ons. Daarmee was voor mij de kous af.'
Over de transfer van Steven Defour: ‘Mij was aanvankelijk gezegd: dit is niet haalbaar voor ons. Daarmee was voor mij de kous af.’© Belga Image

Kan hij een positief effect hebben op de ontwikkeling van iemand als Aster Vranckx?

Vrancken: ‘ Aster praatte sowieso al veel met Kaya. Eigenlijk pikt hij van iedereen dingen op, zolang je dat op een constructieve manier doet. Een geschenk om met zo iemand te werken, die niet te veel klaagt en er alles voor doet om zelf beter te worden en de ploeg te helpen. Ik hoop dat we hem dit seizoen nog kunnen houden tot het einde, maar het is een utopie te denken dat hij hier volgend seizoen nog voetbalt.’

Is hij het grootste talent met wie je samenwerkte, je spelerscarrière meegerekend?

Vrancken: ‘Ik heb met Mbark Boussoufa samengespeeld, maar waar de limieten van Aster liggen, kan ik onmogelijk inschatten. Hij heeft alles: goeie techniek, goeie timing om te infiltreren, werkkracht, maturiteit, sterk in de duels – alleen in de luchtduels moet hij groeien – , uitzonderlijk goed in de pressing, scorend vermogen, mentaal sterk. Dat bewees hij ook na die misser tegen Oostende, die de wereld rondging. Hij liet zich daardoor niet van de wijs brengen en scoorde een week nadien die twee goals tegen Sint-Truiden. En ook toen ging hij niet zweven. Zo geraak je ver.’

Zonder angst

Dit is een uitdagend moment voor jou: er is corona natuurlijk, maar door de slechte start ook weinig perspectief om voor prijzen mee te doen – wat je tot nog toe eigenlijk bij al je clubs hebt kunnen doen – en dus moet je je groep op een andere manier zien te prikkelen.

Vrancken: ‘Het is uitdagender, ja. Maar play-off 1 was voor ons sowieso geen doelstelling, zeker niet nu er maar vier ploegen mogen meedoen. Een plek in de top acht was ons doel. Nu moeten we eerst beginnen met eens een reeksje neerzetten, zodat we weer onder de mensen staan. Je moet weten welk pad je wil bewandelen, maar als je daarbij steeds maar in de verte kijkt, struikel je over de hindernissen die voor je voeten liggen. Die metafoor gebruik ik al sinds mijn tijd bij Gravelo in provinciale. Lange termijn bestaat immers niet in het voetbal. Want als ik op korte termijn struikel, haal ik die lange termijn niet.’

Een plek in de top acht was ons doel, maar we moeten eerst beginnen met eens een reeksje neerzetten, zodat we weer onder de mensen staan.’

Wouter Vrancken

Voel je je al thuis in het trainerswereldje?

Vrancken: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het iets voor mij is. Maar mijn wereld staat of valt niet met proftrainer zijn. Als het ooit moet, voel ik mij niet te goed om iets anders te gaan doen. Dat is een belangrijk voordeel, denk ik: doordat niet heel mijn leven vasthangt aan mijn job, kan ik beslissingen nemen zonder angst. Ik werk er hard voor, maar ik zal me niet vastklampen aan mijn positie.’

Met de aanhouding van hoofdaandeelhouder Dieter Penninckx en de hoogopgelopen schuldenberg circuleren er weer doemscenario’s rond Malinwa. Maak jij je zorgen?

Vrancken: ‘Neen, ik word daar niet in betrokken, dat hoeft ook niet. Het bestuur weet dat ik enkel op de hoogte gebracht wil worden als er iets gebeurt dat impact kan hebben op het sportieve. De uitleg over de financiële situatie laat ik over aan de verantwoordelijken. We hebben onze extrasportieve beslommeringen wel al gehad de voorbije twee jaar. De spelersgroep en de staf weten ondertussen hoe ze zoiets moeten aanpakken. Wat boven onze hoofden gebeurt, daar steken we onze energie niet in.’

Interessante gesprekken met Losada

Wouter Vrancken en Hernán Losada, trainers van rivalen KV Mechelen en Beerschot, kunnen het goed vinden met elkaar. ‘We zaten samen in de Pro Licencecursus’, legt Vrancken uit. ‘Hernán is een schitterende gast, we konden uitstekend over voetbal praten. We hebben veel respect voor elkaar, waardoor je weet dat je tijdens de match in de clinch kan gaan zonder dat dat sporen nalaat. Beerschot beleeft nu wat wij vorig seizoen kenden als promovendus, het komt erop aan die positieve flow zo lang mogelijk vast te houden.

‘We hebben beide veel opgestoken van al onze gesprekken bij de Pro Licence. We hadden een goeie groep, die open filosofeerde over voetbal: Jonas Ivens, nu assistent bij Clement, en Issame Charai, assistent van Brys. Maar ook Kevin van Dessel, nu in onze staf bij Mechelen, Maarten Martens en Hans Somers. Jonas, Issame en Maarten zouden trouwens ook een heel goeie T1 kunnen zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content