Yohan Boli, de gegeerde spits van STVV: ‘Ik wil niet als een dief in de nacht verdwijnen’

© belgaimage
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Hij had bij RC Lens in de voetsporen van papa Roger moeten treden, maar de carrière van Yohan Boli kreeg een andere wending. Het is een verhaal van vallen en opstaan, van geluk en tegenspoed. Gesprek met de STVV-spits die in de belangstelling staat van enkele topclubs.

Geen speler van STVV die het huis beter kent dan Yohan Boli. Na vier jaar is Stayen zijn tweede thuis. Soms vrij letterlijk: op sommige dagen blijft de 25-jarige Fransman zolang plakken op het trainingscomplex dat er al lachend wordt gezegd dat hij de huur van zijn appartement niet heeft betaald. ‘Na al die jaren zou het raar zijn om de club te verlaten’, zegt hij met een lichte krop in de keel. ‘Afgelopen winter kon ik weg, maar mijn hoofd stond niet op vertrekken. Ik wil niet als een dief in de nacht verdwijnen.’

Op STVV zouden ze hun dj en sfeermaker van dienst snel missen. Boli is het type dat een grauwe kleedkamer kan vullen met zijn glimlach. ‘Mensen die mij niet kennen, vinden dat ik iets arrogants uitstraal. Terwijl mijn naasten denken dat ik met een probleem zit als ik niet lach. Vreemde tegenstelling, hé? Eigenlijk sta ik op en ga ik slapen met een smile op mijn gezicht. En ik hou van ambiance maken. Mochten Jordan Botaka en ik niet zoveel kabaal maken in de kleedkamer, dan zou het rustig zijn. Het was ook Marc Brys opgevallen dat er weinig te beleven viel zonder Jordan en mij. Weet je hoe dat komt? Ik zie veel spelers voorover gebogen zitten met hun ogen op hun smartphone. Jammer! Misschien zou de trainer van de kleedkamer een gsm-vrije zone kunnen maken zoals nu al het geval is voor de kine- en fitnessruimte.’

Het is goed dat De Roeck is vertrokken, want de situatie was niet meer gezond. Bij Brys ben ik met een wit blad begonnen.

Yohan Boli

Mensen die jou moeten omschrijven, zeggen: Yohan is een beetje gek op het veld en een oersympathieke kerel in het dagelijks leven.

YOHAN BOLI: ‘Je moet al zeer ver gaan om mij kwaad te maken, maar op het veld heb ik een andere persoonlijkheid. Ik kan mij om het minste opwinden en dat heeft mij een pak gele kaarten gekost. Ik ben met de jaren gelukkig gekalmeerd. Op zich kan ik veel verdragen. Een verdediger die heel de match op mij heeft zitten beuken, zal ik na affluiten eens goed vastpakken of een handshake geven.’

Jouw verhaal met STVV is speciaal. Je bent de voorbije jaren nooit onbetwiste titularis geweest en je was niet populair bij de fans. Sta je stil bij het feit dat je sinds het vertrek van Sascha Kotysch de langstzittende speler van STVV bent?

BOLI: ‘Ze noemen mij al de nieuwe Peter Delorge… ( grijnst) In mijn eerste seizoen waren er nochtans veel twijfels over mij. De supporters zaten niet te wachten op een speler uit derde klasse en een paar weken na mijn transfer kreeg ik van een bestuurslid te horen dat ik voor het sluiten van de transfermarkt wellicht uitgeleend zou worden. Ik heb mijn moeder moeten geruststellen. Ik zei: ‘Maak je geen zorgen, mama, ik zal niet verhuurd worden.’ Mijn voorbereiding was top en ik mocht meteen in de basis beginnen tegen Club Brugge. Na de match stroomden de voorstellen binnen. Na de tweede of derde speeldag mocht ik al een nieuw contract tekenen. Ik was in de zomer zodanig in het rood gegaan dat de spieren in mijn dij ontploft zijn. Die blessure heeft mijn seizoen kapotgemaakt. Ik ben een paar keer hervallen en ik heb uiteindelijk anderhalve maand in Griekenland gerevalideerd bij een specialist. In totaal heb ik een seizoen verloren door een blessure die mij in theorie zes weken aan de kant had moeten houden. Ik had nooit mogen forceren. Een jeugdzonde die ik geen tweede keer zal maken.’

En toch ben je het seizoen daarop lang voort blijven spelen met een schouderblessure?

BOLI: ‘Ik had vooral veel pech. Ik viel op de eerste training van het seizoen op mijn schouder. Tijdens de matchen viel het niet op dat ik geblesseerd was, maar ik speelde slechts met vijftig procent van mijn capaciteiten. Bij elke tik tegen de schouder moest ik vijf minuten recupereren van de pijn. Ik heb een operatie zolang mogelijk uitgesteld en ik ben net voor de play-offs onder het mes gegaan om fit te zijn voor de start van het nieuwe seizoen.’

Maar de nieuwe Spaanse coach Tintin Marquez moest je niet hebben…

BOLI: ‘Ik ben pas beginnen te spelen toen hij ontslagen was en vervangen werd door Jonas De Roeck. In januari stond ik nog een keer in de basis, maar daarna verdween ik definitief uit de ploeg. Als ik bij de trainer uitleg vroeg, draaide hij rond de pot.’

Dat voorval op training heeft jouw zaak toch niet vooruit geholpen?

BOLI: ( zucht) ‘Veel was er niet aan de hand. De trainer had een fout gefloten die er volgens mij geen was. Uit woede heb ik de bal wild weggetrapt. Dat soort zaken gebeuren elke dag op training. Ik heb dan een stevige discussie gehad met De Roeck en de T2 en er werd besloten om mij een maand uit de A-kern te zetten. Ik speelde niet veel en ik werd gestraft omdat ik te gretig was tijdens een wedstrijd op training… Er werd veel heisa gemaakt rond dat incident en ik vond dat de club mij meer in bescherming had moeten nemen. Voor mij stond het vast: ik wilde vertrekken, ik zag mij niet meer functioneren in dat kader. Het is goed dat De Roeck is vertrokken, want de situatie was niet meer gezond. Bij Brys ben ik met een wit blad begonnen. Hij maakte van die flauwe grapjes: ‘Wil je met mij vechten?”

RUDIMENTAIR APPARTEMENT

Je komt van heel ver. Bij Sedan stond je op het punt om een profcontract te tekenen, maar de club ging failliet. Na een mislukte passage bij Roeselare zat je zonder club en moest je terugzakken naar derde klasse.

BOLI: ‘Ik had in Turkije en bij Antwerp getest, maar het werd telkens niets. Ik was stilaan ten einde raad. En toen kwam mijn pa af met Verviers. Ik heb de reistijd opgezocht tussen mijn woonplaats Lens en Verviers en die bedroeg bijna drie uur. Toen ik in de auto zat, leek er maar geen einde te komen aan de autosnelweg. De trainer had een match voorzien en hij zette mij op de 6, hoewel hij wist dat ik een spits was. Ik scoorde en na de training kwam de coach mij opzoeken. ‘Luister, we willen jou graag houden, maar de middelen zijn beperkt.’ Ik zag dat echt niet zitten, maar mijn vader wist mij te overtuigen om te tekenen. Wist ik veel dat de ploeg tegen het behoud aan het vechten was en dat ze al een paar matchen met 5-0 en 6-0 hadden verloren. In mijn eerste officiële match speelden we dankzij twee doelpunten van mij 3-3 gelijk…’

Yohan Boli is bezig aan zijn beste seizoen in het shirt van STVV.
Yohan Boli is bezig aan zijn beste seizoen in het shirt van STVV.© belgaimage

Maar dat stond toch ver af van het profbestaan waar je van droomde?

BOLI: ‘Ik speelde op een lager niveau, maar voor het eerst in jaren voelde ik mij weer voetballer. Het waren zelfs mijn beste momenten als voetballer. Ik had geen vast loon – ik verdiende bij Verviers 50 euro per punt – geen kabeltelevisie, geen internet en mijn appartement was rudimentair ingericht. Ik leefde als een monnik en in mijn hoofd was alles heel duidelijk. Het zou niet lang duren voor ik een contract zou krijgen. In het midden van het seizoen kon ik naar Cercle Brugge en Seraing, twee ploegen uit tweede klasse, maar ondanks aandringen van mijn makelaar wilde ik het seizoen uitspelen bij Verviers. Ik eindigde het seizoen met 23 doelpunten in 21 matchen. Ik heb in die periode afgezien, maar ik zou alles precies op dezelfde manier opnieuw doen.’

Herinner je je de match toen Yannick Ferrera, trainer van STVV, jou is komen scouten?

BOLI: ‘Dat was de laatste match van het seizoen, tegen Visé. Ik was niet goed en na de match heb ik in de kleedkamer vernomen dat hij was komen kijken. Een paar uur later kreeg ik telefoon van mijn makelaar: ik werd dinsdag op Stayen verwacht om iets te gaan eten met Ferrera. De club zag mij als joker, maar Ferrera had andere plannen met mij. Ik heb het stadion bezocht en ik wilde meteen mijn contract tekenen. Ik moest terugdenken aan de autoritten van Seraing, waar ik een paar vrienden had wonen, naar Verviers. We reden langs het stadion van Standard en ik zei lachend dat ik het volgende seizoen daar zou spelen. Een jaar later voetbalde ik met STVV op Standard…’

Twee jaar geleden zat je bijna bij Fulham. De transfer ging niet door en de dag erna stond je op de training alsof er niets aan de hand was.

BOLI: ‘Op de laatste dag van de wintermercato werd ik opgebeld door teammanager Delorge. Ik moest mij naar het bureau van Philippe Bormans haasten, want hij wilde mij spreken. Ik dacht: welke stommiteit heb ik deze keer begaan? Ik kwam lichtjes gestresseerd aan bij Bormans. Het laatste waar ik aan dacht, was een transfer. Hij liet de naam Fulham vallen. Er lag een contract van drie seizoenen klaar. Mijn hart begon sneller te kloppen. Ik kon er met mijn hoofd niet bij dat een club uit The Championship geïnteresseerd was in een speler die anderhalf jaar daarvoor nog in derde klasse zat. Alles moest snel gaan en ik werd in Antwerpen verwacht om medische tests af te leggen. Ik heb met mijn familie overlegd en ik heb beslist om… het niet te doen. Ik was toen niet klaar voor die stap.’

HUILBUI

Heeft het dragen van de naam Boli je carrière beïnvloed?

BOLI: ‘Als kleine jongen is het cool om een vader te hebben die profvoetballer is. Ik herinner mij een match van hem met Le Havre tegen zijn ex-ploeg Lens. Hij scoorde toen het enige doelpunt en heel het stadion scandeerde zijn naam. Om kippenvel van te krijgen. Maar ‘de zoon van’ zijn, heeft mij zeker niet vooruit geholpen. Buitenstaanders dachten dat ik bij Lens mocht voetballen dankzij mijn naam. Mocht het zo gemakkelijk zijn dan zat ik nu bij Marseille, want mijn oom Basile Boli werkt daar… De carrières van mijn vader en mijn oom liggen ver achter ons, nu is het aan de volgende generatie om het waar te maken. Daarom is het nooit bij mij opgekomen om met een andere naam op mijn shirt te spelen. Ik wil de naam van mijn vader in ere houden.’

Wanneer heb je ontdekt dat je vader een held is voor de supporters van Lens?

BOLI: ‘Mijn vader gaf mij extra trainingen op een veldje achter ons huis. Op een dag zagen we iemand in sneltempo op ons aflopen. Ik kreeg schrik en mijn vader was er ook niet gerust op. Die man keek mijn vader aan en zei: ‘Merci, Roger. ‘ En hij begon te wenen. Ik was in shock. Als een volwassen man zomaar begint te wenen, dan heeft mijn vader iets betekend voor hem.’

‘Ex-makelaar wilde mijn naam besmeuren’

Als we jouw naam googelen, komen we uit op een artikel in La Dernière Heure waarin jouw ex-makelaar Eric Depireux jou een gamin de merde noemt. Een rotjong. Je zou achter zijn rug een contractverlenging getekend hebben bij STVV.

BOLI: ‘Als ik die man morgen tegenkom, zal ik hem recht in de ogen kunnen kijken. Ik ben altijd correct met hem geweest – dat zal hij niet kunnen ontkennen. Ik weet tot wat hij in staat is. Hij heeft mij proberen op te lichten en dat hebben mijn ouders slecht verteerd.’

Is het niet dankzij zijn contacten dat je onderdak vond bij Verviers?

BOLI: ( knikt) ‘Mensen bij Verviers vonden het vreemd dat hij mij niet had aangeboden bij Sprimont. Hij had een goede band met belangrijke bestuurders van de club en de ploeg stond op dat moment tweede in derde klasse. Bon, we hadden vooral een oppervlakkige relatie. Soms stuurde hij mij een bericht als ‘Succes met je match’, terwijl ik die dag vrij had. Onze samenwerking stond zelfs niet op papier.’

Contractueel gezien was je dus niet aan hem gebonden?

BOLI: ‘Neen. Hij begon meer interesse te tonen na mijn eerste matchen in eerste klasse. Na een derby tegen Genk wilde hij plots afspreken om alles te officialiseren. Het kwam goed uit, want mijn familie was net in België. Ik heb nooit iets van hem gehoord… In mijn tweede seizoen heb ik zonder zijn tussenkomt mijn contract bij STVV verlengd. We hadden niets getekend, bijgevolg was ik hem geen verantwoording schuldig. Hij had maar één doel: mijn naam besmeuren in de media.’

‘Mijn kansen op de Afrika Cup? Eén procent’

Je hebt twee selecties met Ivoorkust achter je naam staan. Op dat gebied heb je het dus nu al beter gedaan dan je vader, want hij heeft nooit een A-interland gespeeld.

YOHAN BOLI: ‘Het was nochtans geen gemakkelijke keuze. Mijn vader is van Ivoorkust en mijn moeder is Senegalese. Met mijn broer Kevin hadden we van kleins af een pact gesloten: we zouden spelen voor het land dat zich als eerste zou melden. Het werd Ivoorkust. Twee jaar geleden zat ik in de preselectie voor de oefenmatch tegen Senegal die in Parijs werd gespeeld. Met mijn volledige familie op de tribune zou die match op emotioneel vlak heavy geweest zijn. Mijn ooms aan moederskant waren mij al aan het opnaaien… Het is er nooit van gekomen, door mijn schouderblessure.’

Hoe komt het dat je sinds je debuut in september 2017 geen match meer hebt gespeeld voor Ivoorkust?

BOLI: ‘Het is inderdaad al een tijdje geleden. Ik heb een paar keer de preselecties gehaald, maar ik pas niet in de plannen van de bondscoach ( Ibrahim Kamara, nvdr). We hebben in het begin van het seizoen contact gehad en hij liet toen verstaan dat hij aan een nieuwe ploeg aan het bouwen was met het oog op de Afrika Cup van komende zomer. Daarna heb ik hem niet meer gehoord. Mijn kansen om erbij te zijn op de Afrika Cup schat ik hoogstens op één procent.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content