Zijn doel heiligt alle middelen: wie is Paul Gheysens, de bulldozer van Antwerp?

© FOTO ID/ BRECHT VAN MAELE
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Paul Gheysens, voorzitter van Antwerp, woelt brutaal de gewoonten van het Belgische voetbal om. Op de snelweg naar het succes wil hij alle concurrenten achter zich laten. Daartoe zet hij alle middelen in, hij stuurt zonder omzien. Maar zelfs bulldozers hebben achteruitkijkspiegels.

Dat de Bosuil niet op zijn grondvesten daverde, dankte het stadion aan zijn solide muren. Daar heeft Paul Gheysens, de voorzitter van R Antwerp FC, zich omzeggens eigenhandig van verzekerd.

Die zondag pakken zich in Deurne onweerswolken samen. De tijd is 14.15 uur, scheidsrechter Nathan Verboomen heeft net een einde aan de eerste helft van de Antwerpse derby gefloten. Met dat signaal geeft hij de aftrap van een furieuze processie van Gheysens. De voorzitter van Antwerp verlaat de marmeren tafel in zijn loge, baant zich een weg naar de kleedkamer van het thuisteam, ontsteekt daar in een vlammende woede en besluit zijn tirade met het dreigement om de coach te ontslaan. Een klein uur en twee treffers van Michael Frey later ligt Beerschot verslagen op de grond. Antwerp heeft de stadsderby gewonnen.

So what als de verzamelde pers ’s anderendaags de methode van Gheysens hekelt als hooguit waardig voor het provinciale niveau? In zijn repliek verwijst de voorzitter naar de feiten. Vóór zijn interventie stond het 0-1, de eindscore drukte winst uit. ‘Ik ben zeer tevreden over wat er gebeurd is, het heeft effect gehad’, laat hij enkele uren later in Het Nieuwsblad optekenen.

Opvliegend van aard

De anekdote tovert een glimlach om de lippen van Alain Courtois, gewezen secretaris-generaal van de Belgische voetbalbond, en goed geplaatst om het gevoel voor zaken van Paul Gheysens te evalueren. Lange tijd reed de voorzitter van Antwerp in poleposition voor de bouw van een nationaal voetbalstadion – een project dat intussen verkleumt in het diepvriesvak. ‘Gheysens is een echte persoonlijkheid. Een man uit één stuk, zeer opvliegend van aard. Licht ontvlambaar, het type dat met de deuren slaat. Ik denk zelfs dat zijn woede-uitvallen deel uitmaken van zijn manier van onderhandelen.’

Ik denk dat zijn woede-uitbarstingen deel uitmaken van zijn manier van onderhandelen.’

Alain Courtois

Kortom, een man voor wie het doel de middelen heiligt. Vijf jaar inmiddels leidt hij Antwerp. In die (relatief) korte periode schoof hij een diabolisch personage als Luciano D’Onofrio naar het voorplan, vertrouwde hij het team toe aan Ivan Leko terwijl Footgate als een zwaard van Damocles boven diens hoofd bengelde, en lanceerde hij veel vroeger dan verwacht opnieuw de bestuurderscarrière van de bij Ajax in opspraak geraakte Marc Overmars.

Zelf spreekt Paul Gheysens louter in termen van resultaten. Hij is een man van werven, hij werkt met bulldozers, hij houdt er niet van dat de zaken aanslepen. Amper is Antwerp naar 1A gepromoveerd – we schrijven lente 2017 – of hij droomt de ploeg al in play-off 1. De vers aangerolde Luciano D’Onofrio moet dan het temperament in toom houden van een voorzitter die bereid is om veel geld te investeren om de Great Old aan de top te krijgen.

‘Ik weet veel van stadions en ik weet veel van paarden, maar van voetbal weet ik niet zo veel’, geeft Gheysens op dat moment ootmoedig toe. Vijf jaar later is de bouwmagnaat uitgegroeid tot een van de meest invloedrijke figuren van het Belgische voetbal.

Gent wou een stadion

Het is dankzij paarden dat Paul Gheysens in het Belgische voetbal bolt. Als eigenaar van veel Arabische volbloeden geeft hij in 2007 voor het eerst acte de présence op Waregem Koerse, de hoogmis van het Belgische paardenrennen. Nationaal heeft hij dan nog geen huizenhoge reputatie opgebouwd, maar het fortuin dat hij als betonboer in het buitenland (vooral Polen) vergaarde, geeft zijn prestige genoeg gewicht om aan de Gaverbeek belangrijke handen te schudden.

De media-exposure die Paul Gheysens via Antwerp krijgt, is mooi meegenomen.
De media-exposure die Paul Gheysens via Antwerp krijgt, is mooi meegenomen.© BELGAIMAGE

Onder meer die van Daniel Termont, de legendarische burgemeester van Gent. Naar gewoonte kiest Gheysens bij de ontmoeting niet voor omwegen: hij vlast op bouwprojecten in België. Dat past Termont als gegoten, hij wil net het dossier van het Gentse voetbalstadion in een stroomversnelling brengen. De volgende ochtend al zien de heren elkaar terug, kort daarna buigen ze zich over de schetsen van de Ghelamco Arena. Op 18 juli 2013 wordt het modelstadion ingehuldigd.

Het bedrijf Ghelamco houdt vandaag nog altijd kantoor in het Gentse voetbalstadion. Daar, op het grondgebied van KAA Gent dus, hebben de opeenvolgende coaches van Antwerp hun contract ondertekend.

Antwerpen, Brussel, Antwerpen

Is het de aantrekkingskracht van de Europese campagne van KAA Gent, en de sympathie in de media die ze Ivan De Witte oplevert? Feit is: door zich in hun buurt op te houden, beseft Paul Gheysens hoe luid het Belgische topvoetbal resoneert voor zakenlui. En dus overweegt hij om er zelf een rol in te vertolken.

Zijn eerste stappen zet hij discreet. Wanneer zijn raadgever Philip Neyt hem eind 2015 meldt dat Royal Antwerp Football Club aan de rand van het bankroet staat, begint Gheysens de club met stamnummer één financieel te steunen. Dat doet hij in alle stilte en achter de schermen, waarbij hij zich zorgvuldig verbergt achter het silhouet van Patrick Decuyper.

Ik weet veel van stadions en ik weet veel van paarden, maar van voetbal weet ik niet zoveel.’

Paul Gheysens

Het belet Gheysens niet om ook elders zijn kans te wagen. Eerst positioneert hij zich als de meest biedende kandidaat voor de overname van Anderlecht, maar daar zet Marc Coucke hem buitenspel. Daarna neemt hij, met het oog op een overname van Union Saint-Gilloise, contact op met Jürgen Baatzsch. ‘Ik denk dat hij zich wilde wreken op Anderlecht omdat hij daar de slag had gemist’, getuigt de toenmalige voorzitter van Union. ‘Zijn prioriteit was het stadion. Méér dan een voetballiefhebber is Gheysens een zakenman die magnifieke stadions kan bouwen. We hebben elkaar ontmoet in zijn kantoor in de Ghelamco Arena, maar zijn bod bleef onder mijn verwachtingen.’

Het project van het Eurostadion valt in het water, tegelijkertijd verkruimelt ook het perspectief om zich in de hoofdstad te installeren. Gheysens kiest nu resoluut voor Antwerp.

‘De sterren stonden daar goed’, zegt Alain Courtois, hij heeft nog geregeld contact met Gheysens. ‘Een club die te koop staat, bovendien een club met een roemrijke geschiedenis. Het vooruitzicht om er een stadion te kunnen (ver)bouwen met de zegen van een stad die al evenzeer wil aanknopen met de luister van weleer, met een personage als Bart De Wever als burgemeester. En, het klinkt misschien wat onnozel: de club met stamnummer één. Dat cijfer is perfect representatief voor Gheysens. Hij houdt van het nummer één, hij wil altijd de eerste, de beste zijn.’

De vete met Verhaeghe

Het verklaart de uitzinnige vreugde van de familie Gheysens, de pater familias op kop, wanneer een goal van Lior Refaelov Antwerp op 1 augustus 2020 de beker van België schenkt. Het is een eerste belangrijke trofee met als vette bonus dat hij wordt behaald ten koste van Bart Verhaeghe, zijn grootste vijand.

De vete tussen de twee machtige Vlaamse ondernemers is een publiek geheim. Rondgestrooid wordt dat Gheysens meer dan vier hectare grond kocht op de plek waar Verhaeghe graag het nieuwe stadion van Club Brugge had neergepoot. ‘Paul De Bouwer’ weerlegt dat kwade bedoelingen hem daarbij bezielden, hij voert aan dat hij al lange tijd een optie op die grond had genomen. Hoe dan ook zou het vanwege Gheysens een vlijmscherpe respons zijn op het lobbywerk waarin Verhaeghe zich stortte om te beletten dat Ghelamco het nationale voetbalstadion zou rechttrekken.

Allicht zijn alle verhalen die hierover worden verteld behoorlijk aangedikt. Maar ze kruiden de duels tussen Club Brugge en Antwerp. De twee voorzitters hechten buitensporig veel belang aan de uitkomst ervan.

November 2017: Paul Gheysens huldigt samen met burgemeester Bart De Wever de nieuwe tribune op de Bosuil in.
November 2017: Paul Gheysens huldigt samen met burgemeester Bart De Wever de nieuwe tribune op de Bosuil in.© BELGAIMAGE

Zichtbaar ambitieus

Toppunt van symboliek. Enkele dagen later wordt de bekertriomf uitbundig bejubeld in een vanwege de lockdown leeg Bosuilstadion, maar wel in aanwezigheid van Bart De Wever, terwijl de burgemeester van Antwerpen doorgaans niet aan voetbal verslingerd is.

‘De vreugde van de voorzitter was enorm, ik bewaar daar speciale herinneringen aan’, vertelt Ivan Leko. De Kroaat debuteerde in die bekerfinale als coach van Antwerp, een gevolg van de atypische timing (in volle post-Covid) van de match. Ook herinnert Leko zich hoe de ambitie van de voorzitter al uit de eerste, verkennende gesprekken spatte, de trainer vertoefde toen nog in China. ‘Ik leerde meteen de winnaarsmentaliteit van de voorzitter kennen. Hij tekende de contouren van een ongemeen ambitieus project, dat nog maar in zijn beginfase was.’

Voor de ambitie van Paul Gheysens kan men moeilijk blind blijven. Ze markeert de Bosuil, alleen al met de nieuwe, monumentale tribune die letterlijk staat te blinken achter de lange rechthoekige vijver en de stoet vlaggen ernaast die als een ontvangstcomité de eregasten van de Great Old verwelkomen. In wat eruitziet als een immense glazen serre wordt al dat schoon volk naar de Diamond Bar geleid. Ook daar fonkelen de glaspartijen, en de vips krijgen er vrij uitzicht op de tunnel waarlangs de spelers van de kleedkamers naar de grasmat stappen. Nogal opzichtig? Wel, misschien dient het als een soort stempel van de fabriek van de voorzitter.

Al loopt Gheysens het stadion niet plat. ‘Behalve op wedstrijddagen is hij hier zelden aanwezig’, verklappen de habitués van de Bosuil. ‘De voorzitter geeft vertrouwen aan de mensen die hij hier in stelling heeft gebracht. Maar áls hij er is, heeft iedereen hem wel gezien.’

Het was de First Lady van de Great Old die Radja Nainggolan in de luchthaven verwelkomde.

Het blijft in de familie

Paul Gheysens’ optreden tijdens de rust van de Antwerpse derby was een uitzondering, beweren mensen die de kleedkamer van Antwerp kunnen kennen. Wellicht voelde hij de drang om tussen te komen omdat de vacature voor een sportief directeur toen nog niet was ingevuld.

Want in het algemeen heeft Gheysens weinig contact met zijn sportieve staf. Toch valt het voor dat hij tijdens de rust per sms vervangingen eist indien de eerste speelhelft niet in zijn smaak valt. Maar ondanks zijn driftige aard zette de voorzitter nog geen enkele coach tijdens het seizoen aan de deur. Als het erop aankomt, schuift hij alle emoties opzij en maakt hij nuchtere analyses.

Wanneer er beslissing worden genomen, wegen sommige meningen zwaarder door dan andere. Grote invloed oefent zeker zijn zoon Michael uit: een voetbalfan in hart en nieren en een van de aanstichters voor het vertrek van Luciano D’ Onofrio op het eind van vorig seizoen.

De familiale cocon is heilig voor Paul Gheysens, zelf een zoon van West-Vlaamse landbouwers. Zijn gezin is dan ook rijkelijk vertegenwoordigd in de raad van bestuur van de Great Old. Niet alleen Michael zetelt erin, maar ook zijn dochter Marie-Julie en zijn vrouw Ria, van wie de invloed veel verder reikt dan het design van de Bosuil, die ze met haar decoratieve ideeën bekleedde. Er wordt gezegd dat zij het initiatief nam voor de vroegtijdige exit van Lior Refaelov bij Antwerp – op zijn minst zou ze in de lente van 2021 de beslissing hebben beïnvloed om de Gouden Schoen de deelname aan de play-offs te ontzeggen. En het is ook de First Lady van de Great Old die op de luchthaven Radja Nainggolan verwelkomt bij zijn terugkeer op Belgische bodem – dé mediastunt van de zomermercato.

Michel Louwagie, Paul Gheysens en Ivan De Witte poseren trots voor de toekomstige Ghelamco Arena.
Michel Louwagie, Paul Gheysens en Ivan De Witte poseren trots voor de toekomstige Ghelamco Arena.© PHOTONEWS

De slimste mens

Om Ninja, op wie nochtans het etiket van Beerschot kleeft, te repatriëren, tast Paul Gheysens gul in de geldbeugel. ‘Wat verkiest u? Nainggolan voor een beetje minder dan twee miljoen of Hans Vanaken voor drie?’, sart de voorzitter in Het Laatste Nieuws wanneer hij wordt geconfronteerd met vragen over de spectaculaire geldstroom die die transfer veroorzaakt.

Voordien werden de uitgaven vaak beteugeld door D’Onofrio, die liever tot 31 augustus of tot in januari wachtte om zijn slag te slaan. Nu D’Onofrio niet meer over zijn schouders meekijkt, mikt Gheysens ongeremd op grote namen. Daarvoor leunt hij op nieuwe adviseurs. In de dossiers van Nainggolan en Overmars daagt bijvoorbeeld Jesse De Preter op, de advocaat die in België ook bondscoach Roberto Martínez vertegenwoordigt.

Wat dieper in de coulissen circuleert op fluistertoon de naam van Omar Souidi. De Antwerpse advocaat, even beroemd voor zijn pleidooien als voor zijn tv-optredens in De Slimste Mens, laat zich al sinds jaar en dag kennen als supporter van Antwerp. In de tribunes van de Bosuil zit hij nooit ver verwijderd van de familie Gheysens. Als advocaat van Radja Nainggolan en gezworen fan van Ajax ligt Souidi aan de basis van de komst van zowel Ninja als Marc Overmars naar de metropool. De rol van adviseur in voetbalkwesties lijkt Souidi overigens wel te bevallen: sinds maart associeert hij zich met Jelle Van Damme in hun nieuw agentschap Polymatch Agency. Al sinds vorige zomer identificeren sommige welingelichte Antwerpse bronnen Souidi als de officieuze sportieve adviseur van de voorzitter.

Gheysens gaat er prat op dat hij ’s nachts meer tijd besteedt aan het hertekenen van skylines dan aan slapen.

Politieke steunpunten

Op het hoogste officiële niveau bevat de raad van bestuur behalve familieleden ook enkele politieke personaliteiten. Philippe Muyters, gewezen Vlaams minister van Sport voor de N-VA, heeft een stek in de board en ook Bart Van Camp, voormalig kabinetschef van minister Ben Weyts en beschouwd als een van de pioniers van de Vlaamse nationalisten, schuift mee aan de vergadertafel. De N-VA heeft in Antwerpen stevig wortel geschoten, vanzelfsprekend is de partij van burgemeester Bart De Wever een belangrijk steunpunt in de ontwikkeling van Antwerp en de Bosuil.

‘Paul plaatst zijn pionnen niet zo maar om het even waar’, beweert Alain Courtois. ‘Als hij zijn mening over de politieke of socio-economische toestand van het land ventileert, word je gewaar dat hij alles tot op de millimeter heeft geanalyseerd. Uiteindelijk heeft hij in Antwerpen gedaan wat hij eerst in Brussel wou verwezenlijken: zowel op sportief als op commercieel gebied zijn de Brusselse en de Antwerpse ideeën gelijkaardig.’

Voetbal als voorwendsel?

Bovenop de belofte van de bouw van een nieuw stadion biedt Royal Antwerp FC Paul Gheysens een buitenmaatse media-exposure. De thuiswedstrijden van Antwerp dienen zich aan als evenveel gelegenheden op het ontvouwen van een netwerk van de almaar prestigieuzere gasten, die de snelle sportieve opmars van de club aanzuigt.

In de context van het voetbal worden er complementaire en ambitieuze plannen gesmeed, men mag veronderstellen dat Gheysens die verder uitschetst in donkere uren – de man gaat er prat op dat hij ’s nachts meer tijd besteedt aan het hertekenen van skylines dan aan slapen. De verovering van de eerste plaats duldt nu eenmaal geen tijdverlies. Voor nachtrust trekt Gheysens zo weinig mogelijk tijd uit, en evenmin is doelloos op zijn telefoon scrollen aan hem besteed: alleen voor een bericht of een oproep neemt de voorzitter zijn toestel ter hand.

Met zijn uitbarstingen van woede, zijn ambitie zonder grenzen en zijn bulldozeraanpak zal Paul Gheysens altijd worden gecontesteerd. Tot zelfs in zijn eigen club waar de functionele modernisering botst met de nostalgie van de fans van het eerste uur. Zijn tegenstanders zullen volhouden dat hij spot met alle ongevallen die hij veroorzaakt op de snelweg naar het succes. Zijn voorstanders zullen riposteren dat hij er in een land, waarin de bouw van een stadion een politiek-logistiek mirakel vereist, in minder dan tien jaar tijd in geslaagd is een gloednieuw stadion te bouwen en een ander volledig te renoveren.

Bij de ouverture van de play-offs, in de vipruimten van een Brusselse derby tussen twee clubs waarvan de stadions tegen hun grenzen aanbotsen, dook in de conversaties steevast dezelfde naam op. ‘Je komt niet elke dag een Gheysens tegen’, poneerde iemand daar. Dat is goed nieuws voor het zenuwstelsel van Brian Priske.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content