20 conclusies na een knotsgekke Giro

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Door tal van onverwachte wendingen werd het de mooiste Giro in vele jaren. Die leverde met Chris Froome wel een controversiële winnaar op. Twintig zaken die u mag/moet onthouden.

1

Dat het van Lance Armstrong geleden is dat een eindwinnaar van een grote ronde, mede door de sluimerende salbutamolzaak, zo het nadeel van de twijfel gekregen heeft als Chris Froome. Zeker na zijn fameuze raid van vorige vrijdag, met een solo van 80 kilometer.

In het wielrennen is alles wat te mooi is om waar te zijn, dat ook (bijna) altijd, zo bleek in het verleden. Gezien alles wat er over Team Sky de jongste jaren naar boven is gekomen, is die scepsis dan ook logisch.

2

Dat Froomes herrijzenis op eerst de Zoncolan en later op de Finestre desondanks niet zo miraculeus was als velen opperen. Veel meer dan hij liet blijken had de Skyrenner in het begin van de Giro last van de blessures door zijn val voor de openingstijdrit. Na een week stond hij zelfs op het punt om op te geven, maar zijn team moest hem overtuigen om door te zetten.

Bovendien was Froome aan de Giro begonnen met zadelpijn, waardoor hij zijn fietspositie moest veranderen, en zich ook daar niet comfortabel bij voelde. Pas in de laatste week kwam hij er helemaal door, wat ook zo gepland was, met oog op de Tour. Zelfs zijn gewicht werd er door een strikt dieet aan aangepast: 70 kg bij het begin van de Giro, 68 kg op het einde. Bergop een wéreld van verschil, zo bleek op de Zoncolan, Finestre en Jafferau. Zijn solo van 80 kilometer was bovendien perfect uitgekiend: qua parcours (in tegenstelling tot zijn concurrenten had Froome de cols lang op voorhand verkend), qua wattages en qua voeding met 13 leden van de ploeg, onder wie manager Dave Brailsford, die Froome onderweg gels en bidons gaven. Hoezeer de marginal gains-mantra van Sky soms wordt bespot, het zijn die details die het verschil maken. (En misschien ook verboden zaken, maar die moeten nog altijd bewezen worden, zelfs in Froomes salbutamolzaak)

3

Dat de eindzege van Chris Froome, gezien zijn palmares (vier keer Tour, een keer Vuelta), eigenlijk niet meer dan logisch was. In vergelijking met de concurrentie die hem te wachten staat in de komende Tour was de tegenstand in deze Giro immers zeer mager. Van de rest van de top tien in het eindklassement had alleen Tom Dumoulin ooit een grote ronde gewonnen of zelfs een podiumplaats behaald – in de Giro dan nog, niet in de Tour. Van de acht anderen eindigde alleen Domenico Pozzovivo, nu vijfde, al eens eenmaal in de top vijf, ook in de Giro.

Thibaut Pinot werd wel al eens derde in de Tour, maar die viel ziek uit op de voorlaatste dag. Simon Yates, tot vorige vrijdag soeverein leider, had tot voor deze Giro twee keer top tien gereden in een grote ronde: zevende in de Tour van 2017, zesde in de Vuelta van 2016.

4

Dat Simon Yates uiteindelijk kraakte onder de fysieke en mentale belasting van twee weken de roze trui te dragen. En dat ze daar bij Team Sky zelfs vanuit gingen, zelfs toen iedereen verwachtte dat de Brit de Giro zou winnen, zeker na de tijdrit waarin Yates weinig tijd had verloren op Tom Dumoulin. Al vóór die chronorace had Skyploegleider Nicolas Portal gezegd dat hij, ondanks de dominantie van de Brit op dat moment, geen rekening hield met Yates als concurrent voor Froome. Een vreemde opmerking, leek het toen. Maar het werd uiteindelijk wel waarheid.

5

Dat je als team je renners mag aanmoedigen om karakter te tonen, maar dat je ook de plicht hebt om hen in bescherming te nemen, zoals FDJ dat zaterdag had moeten doen met Thibaut Pinot. Die stortte helemaal ineen, eindigde op 45 minuten en werd compleet uitgedroogd naar het ziekenhuis gebracht, waar een longinfectie werd vastgesteld. Onverantwoord.

6

Dat de andere inzinkingen, van Esteban Chaves (winnaar op de Etna) en van Simon Yates, die in de laatste twee bergritten nog een uur en vijftien minuten (!) verloor, wijst op hoezeer deze ‘no needles’-wielertijden zijn veranderd in vergelijking met tien, twintig jaar geleden. Al blijft het een utopie om te geloven dat alle renners 100% clean zijn.

7

Dat er meer individuele tijdritkilometers op het parcours moeten liggen dan de 44,2 in de Giro van dit jaar (het minste sinds 1974) als Tom Dumoulin ooit ook de Tour wil winnen tegen betere klimmers als Froome. Het aantal kilometers tegen de klok in de Ronde van Frankrijk dit jaar, waarin Dumoulin ook zal starten? Amper 31…

8

Dat Movistar zonder de drietand Nairo Quintana, Alejandro Valverde en Mikel Landa (straks in de Tour) aan de Giro begon, maar met de voorheen onbekende Richard Carapaz (pas 24) toch een vierde plaats in het eindklassement wegkaapte. De eerste Venezolaan ooit trouwens die een toptienplaats behaalde in een grote ronde.

9

Dat de Nederlander Sam Oomen, ploegmaat van Dumoulin, op zijn pas 22e negende werd in het eindklassement, ondanks het werk voor zijn kopman. In bovendien zijn pas tweede grote ronde na de Vuelta van 2017. Een man om in de gaten te houden.

10

Dat de inkrimping van de ploegen van 9 naar 8 renners zijn impact heeft gehad op het ongecontroleerde en vaak knotsgekke koersverloop.

11

Dat Adam Hansen zijn 20e (!) grote ronde op rij heeft afgewerkt, goed voor 419 ritten. Daarmee komt allicht een einde aan zijn recordreeks want normaal rijdt de Lotto-Soudalrenner de Tour niet.

12

Dat er slechts 17 renners binnen het uur eindigden. Dat is van 1956 (!) geleden, toen slechts 15 coureurs binnen de 60 minuten van eindwinnaar Charly Gaul finishten.

13

Dat deze Giro de snelste was in de geschiedenis, met een gemiddelde van 40,105 kilometer per uur, sneller dan de vorige recordeditie van 2009 (40,057 kilometer). Zijn de (doping)tijden toch niet veranderd, werpen critici op. Anderen halen dan weer de live-uitzending aan van alle ritten, van start tot finish. Daardoor koersten renners, veel meer dan vroeger in de Giro, vaak al van bij het begin van de etappe.

14

Dat er ondanks deze zwaarste Giro in jaren toch 149 renners Rome hebben gehaald, of 85 procent van de 176 deelnemers, het hoogste percentage van de laatste tien jaar.

15

Dat de rode lantaarn, Giuseppe Fonzi, 5 uur 48 minuten en 37 seconden trager was dan Froome. De rode lantaarn van vórig jaar? Ook Giuseppe Fonzi. Zijn achterstand, toen op Dumoulin? 5 uur 48 minuten en 40 seconden. Welgeteld drie seconden meer dan dit jaar op Froome.

16

Dat liefst 10 van de 21 ritten gewonnen werden door twee ploegen: Mitchelton-Scott (Simon Yates3x, Esteban Chaves, Mikel Nieve) en Quick-Step Floors (Elia Viviani 4xen Maximilian Schachmann).

17

Dat Elia Viviani met vier ritzeges bevestigde dat hij een van ’s werelds snelste sprinters geworden is. Anderzijds was de tegenstand in de massasprinten zeer mager, en werd hij ook twee keer zuiver geklopt door Sam Bennett (een halve Belg trouwens, want geboren in Wervik toen zijn vader er bij de voetbalploeg Eendracht Wervik speelde).

18

Dat Tim Wellens met zijn ritwinst op de slothelling van Caltagirone bewees dat hij de wereldtop aankan, en die nog meer zal verslaan als hij progressie blijft maken. Maar dat deze Giro, waarin de Limburger na een goeie week opgaf door ziekte, opnieuw aantoonde dat hij nooit een eindklassement in een grote ronde moet nastreven.

19

Dat Ben Hermans als eerste Belg op de 45e plaats eindigde. Het is van 2003 geleden (Tom Stremersch werd toen 68e) dat er nog eens een landgenoot zo ver in het eindklassement finishte.

20

Dat de laatste rit in Rome, door de neutralisatie van de koers wegens de gevaarlijke wegen, even absurd en bizar was als de hele Giro. Chris Froome eindigde, vierend met zijn Skyploegmaats, op zeventien (!) minuten van ritwinnaar Sam Bennett.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content