5 conclusies na het wielervoorjaar

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Wat heeft het voorbije wielervoorjaar geleerd? Vijf opvallende conclusies.

Het voorjaar van de solo’s

Michael Valgren in de Omloop, Tiesj Benoot in de Strade Bianche, Vincenzo Nibali in Milaan-Sanremo, Niki Terpstrain de E3 Prijs en Ronde van Vlaanderen, Yves Lampaert in Dwars door Vlaanderen, Bob Jungels in Luik-Bastenaken-Luik: allemaal konden ze in hun eentje vieren in de laatste honderden meters.

Uitzonderlijk, want in de Omloop was dat geleden van 2010 (met Juan Antonio Flecha), in de Primavera van 2008 (met Fabian Cancellara) en in La Doyenne van 2012 (met Maxim Iglinsky). Bovendien bracht ook een verre aanval, van op 54 kilometer van de finish, Peter Sagan de zege op in Parijs-Roubaix, weliswaar na een duet met de eerder ontsnapte Silvan Dillier. Ook in de Amstel loonde een (late) aanval van Michael Valgren, samen met Roman Kreuziger.

Zoveel solo’s in het voorjaar, en koersen met slechts twee renners die om de zege sprintten: dat is sinds 2000 niet meer gebeurd.

De mogelijke oorzaken: het inkrimpen van het aantal renners per ploeg van acht naar zeven, waardoor de controle van het peloton afnam. En een sterk, aanvallend gericht blok als Quick-Step nog meer uit de verf kwam. Volgens het beproefde recept: tijdrijders als Lampaert, Terpstra en Jungels vooruitsturen, en daarachter alles blokkeren met Zdenek Stybar/Philippe Gilbert in kasseiklassiekers en Julian Alaphilippe in Luik-Bastenaken-Luik.

Het voorjaar van Quick-Step

27 zeges, met liefst 12 verschillende renners, voor Quick-Step Floors tot en met Luik-Bastenaken-Luik, geen enkele ploeg die sinds 2000 dat aantal heeft behaald. Vorig jaar waren er zelfs amper zés ploegen die meer dan 27 overwinningen op een héél seizoen geboekt hebben.

Opvallend is de liefde van de troepen van Patrick Lefevere voor de Belgische eendagskoersen: liefst 11 zeges, wat nú al 2 stuks meer is dan het vorige seizóénsrecord (sinds 2000) van Lotto-Adecco in 2001.

Maar misschien wel meest indrukwekkende is dat Quick-Step, traditioneel sterk in de kasseikoersen, ook de dubbel Waalse Pijl – Luik-Bastenaken-Luik realiseerde. Twee wedstrijden die het als hoofdsponsor nog nooit gewonnen had.

En bovendien met twéé verschillende renners: Alaphilippe en Jungels. Voor de laatste ploeg die daarin slaagde moet je al teruggaan naar 1994, met de toen almachtige (epo)ploeg Gewiss: Moreno Argentin won in Hoei, Evgeni Berzin in Luik.

Het mislukte voorjaar van Kwiatkowski, Van Avermaet, Gilbert en Valverde – en Team Sky

Michal Kwiatkowski (Strade Bianche en Milaan-Sanremo), Greg Van Avermaet (Omloop, E3, Gent-Wevelgem en Ronde van Vlaanderen), Philippe Gilbert (Driedaagse De Panne, de Ronde en de Amstel) en Alejandro Valverde (Waalse Pijl-Luik-Bastenaken-Luik) domineerden in 2017 de klassiekers. Het voorbije voorseizoen won dat viertal echter geen enkele (semi)klassieker. Hoe komt dat?

Greg Van Avermaet omdat hij zich bezondigde aan zijn oude fout: te veel hooi op zijn vork nemen qua aantal eendagskoersen (9 stuks, alleen Gilbert reed er meer met 10), maar vooral qua trainingskilometers, waardoor hij telkens dat tikkeltje frisheid tekortkwam. En de winnaar van vorig jaar zich weer zijn vroegere bijnaam Greg Van Regelmaet moest aanmeten.

Schoonbroer Rik Verbrugghe sprak niet toevallig over een ‘paniektraining’ na de Strade Bianche, waar Van Avermaet er niet aan te pas was gekomen. Ook het slechte weer heeft de Oost-Vlaming, die vooral gedijt in de zon, erg parten gespeeld.

Philippe Gilbert was goed, maar niet super zoals vorig jaar, en werd bij Quick-Step soms in een defensieve rol gedwongen, met name omdat Terpstra telkens van vroeg aanzette. Dat probeerde de eergierige Gilbert zelf ook, in Parijs-Roubaix, maar al vanop 92 kilometer – veel te ver. Zoals ook Stybar daarna ten aanval trok, 75 kilometer voor de finish, en ook stilviel. De enige keer dat er scheurtjes merkbaar waren in het hechte Wolfpack. Gilbert verslikte zich zo in zijn ‘Strive for Five‘-ambitie. Het valt te vrezen dat dat nog moeilijk zal lukken, die twee ontbrekende monumenten winnen.

Alejandro Valverde werd dan weer in de steek gelaten door een zwak Movistar, waardoor hij te veel werk moest opknappen in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Zo won hij voor het eerst sinds 2013 geen van beide koersen. Bovendien betaalde hij de tol van de keiharde revalidatie na zijn knieschijfbreuk in de Tour van vorig jaar. De Spanjaard was zo gedreven dat hij allicht té vroeg een piekconditie bereikte, gezien zijn negen eerdere zeges. Zelfs voor een onverslaanbare superman op leeftijd (bijna 38) wreekt zich dat tegen jongere, frissere veulens.

Dat trio kan zich evenwel nog troosten met enkele ereplaatsen. Kwiatkowski kwam niet verder dan een 11e stek in Milaan-Sanremo. Hij had dan wel al de Ronde van Algarve en Tirreno-Adriatico op zak gestoken, maar die laatste rittenkoers won hij alleen omdat ploegmaat Geraint Thomas in de slotkilometer van een bergrit sukkelde met een weerbarstige ketting.

Daarna was de Pool, zoals al vaker gebeurd is in zijn carrière, een schim van zichzelf. De hele klassieke ploeg van Team Sky stelde trouwens teleur: één, jawel, één toptienplaats behaalde het Engelse team in de grote klassiekers: een negende stek van Sergio Henao in Luik-Bastenaken-Luik. Sinds 2010 scoorden de mannen van Dave Brailsford nooit slechter in het klassieke voorjaar.

Ter vergelijking: Romain Bardet, de Fransman die in het verleden vooral in de Tour schitterde, eindigde als tweede in de Strade Bianche en als derde in Luik-Bastenaken-Luik. Hij behaalde zo meer podiumplaatsen in eendagsraces van de WorldTour dan Valverde, Van Avermaet én Kwiatkowski, en evenveel als Gilbert.

Het net niet voorjaar van Stuyven en Wellens

Jasper Stuyven die in zeven voorjaarskoersen, waaronder Milaan-Sanremo, de Ronde en Parijs-Roubaix, top tien haalde – geen enkele renner die daarin slaagde. Tim Wellens die zijn beste resultaat neerzette in de Amstel (6e), de Waalse Pijl (7e) en Luik-Bastenaken-Luik (16e), en daarnaast de Brabantse Pijl won. Een bewijs dat beiden stapje per stapje beter worden, maar op het allerhoogste niveau nog een tikje tekortschieten, hoewel ze toch al 26 (Stuyven) en 27 jaar (Wellens op 10 mei) zijn.

Dat geeft hen nog altijd tijd, anderzijds hebben Valgren (Omloop en Amstel), Alaphilippe (Waalse Pijl) en Jungels (Luik-Bastenaken-Luik) nu wel al hun grote klassieke WorldTourzege(s) beet. En zij tellen respectievelijk 26, 25 en 25 lentes – het jongste trio trouwens dat de Amstel, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef sinds 2000.

De nog jongere Tiesj Benoot zorgde op zijn pas 24e voor dé Belgische prestatie door op een heroïsche manier de Strade Bianche op zijn naam te schrijven. En de pas 22-jarige Mads Pedersen zette een ongelofelijk – maar te onderbelicht -nummer neer door in het spoor van Terpstra als tweede te eindigen in de Ronde van Vlaanderen.

Het ziet ernaar uit dat die generatiewissel, op de kasseien en in de Ardennen, zich volgend jaar zal doorzetten. Ook als de dan 24-jarige Wout van Aert met een betere en aangepaste voorbereiding, en met de ervaring van dit voorjaar op zak, nog beter zal worden. Ook Yves Lampaert (27) bij Quick-Step zal doorgroeien.

Al is de vraag of zij allen die laatste, moeilijke, stap naar winnen in de monumenten zullen kunnen zetten. Zelfs Greg Van Avermaet heeft er nog altijd maar ééntje op zak.

De vele jonge buitenlanders zullen bovendien nog beter worden, en er is ook nog een Slovaak van nog altijd pas 28…

Het voorjaar van Peter Sagan

Hij werd half verketterd omdat hij het durfde het Vlaamse openingsweekend te laten vallen, werd afgeschreven toen zijn benen blokkeerden in de E3 Prijs en werd ten onrechte bestempeld als een sleper na de Ronde van Vlaanderen – terwijl hij de meest attractieve renner van het peloton is.

Maar Peter Sagan haalde wel zijn gelijk door Gent-Wevelgem te winnen, en op een voor hem nooit geziene wijze Parijs-Roubaix, met een aanval vanop 54 kilometer. De race waar, zoals zijn trainer Patxi Vila al aangaf, al zijn fysieke trainingen op afgestemd waren.

Dat hij daar, naast zijn sprintzege in Wevelgem, ook in slaagde, bovendien op die voor hem atypische manier, zegt veel over het supertalent en de winnaarsmentaliteit van de Slovaak. Evengoed had hij zelfs ook de Amstel Gold Race kunnen winnen. De koers waarvoor hij nota bene de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuunre had laten vallen… Hoe kiezen niet altijd verliezen is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content