Alberto Contador hangt fiets aan de haak: wat is de erfenis van El Pistolero?

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In de slotweek van de Vuelta loste Alberto ‘El Pistolero’ Contador (34) zijn allerlaatste schoten, met een knappe overwinning op de Angliru. Door velen geprezen als de beste en attractiefste ronderenner van zijn generatie, door anderen gebrandmerkt als een (ex-)dopingzondaar. Wat doet de balans van zijn erfenis als wielerlegende het meest overhellen?

Dit artikel verscheen eerder in Sport/Voetbalmagazine van 6 september

4 september 2012, rustdag in de Vuelta. Na een doorgedreven training merkt Alberto Contador dat klassementsleider Joaquim Rodríguez de hele dag zijn hotel niet verlaten heeft. Té zelfverzekerd, na drie ritzeges? Voor Contador, tweede in de stand op 28 seconden, het sein om met ploegleider Bjarne Riis een vermetel plan te smeden. Want, weet hij: rust roest, en daar wil hij Rodríguez op pakken. Op de teambriefing klinkt het: ‘Het is nu of nooit. We gaan alles doen ontploffen.’

In de volgende rit haalt El Pistolero op de Collada de la Hoz, een colletje van tweede categorie op 50 kilometer van de finish, de trekker voor het eerst over. Op de top heeft hij 15 seconden, in de afdaling groeit de kloof, met steun van eerder vooruit gestuurde ploegmaats, tot een minuut, en aan de eindstreep boven op Fuente Dé triomfeert Contador. Zijn voorsprong op de met kogels doorboorde Rodríguez: ruim tweeënhalve minuut. De Vuelta is binnen. ‘Op het moment dat ik demarreerde, zei een duiveltje in mij: ‘Aanvallen!’, en een engel: ‘Het is nog te ver.’ Ik heb geluisterd naar de duivel.’

Zijn achternaam mag in het Spaans dan wel ‘boekhouder’ betekenen, veel heeft Contador nooit gerekend.

Contadors vreugde aan de finish is onpeilbaar: een oerkreet, een gebalde vuist, het delirium nabij, na zijn eerste zege sinds het einde van zijn dopingschorsing die hem zo gekweld heeft. Op het podium weer een stortvloed van emoties: trillende handen en lippen, zijn ogen in een voetbadje van tranen.

De foto met De Schreeuw krijgt later een prominente plaats in zijn huis. Want als één triomf Contadors carrière en vooral zijn onmetelijke vechtlust symboliseert is het deze. Een renner die liever all-in ging, met het risico alles te verliezen, dan zich met een tweede stek tevreden te stellen. Geïnspireerd door zijn jeugdidool Marco Pantani, die hij van kleins af imiteerde.

Niet altijd prijs

Zijn achternaam mag in het Spaans dan wel ‘boekhouder’ betekenen, veel heeft Contador nooit gerekend. Althans niet in de koers, want ervoor bestudeerde hij minutieus het parcours. ‘Elke avond’, getuigde ex-ploegleider Philippe Mauduit, ‘schuimde Alberto het internet af op zoek naar info. Hij wist perfect waar, op welke col, in welke bocht, hij kon aanvallen.’

Niet altijd leverde dat een zege op. Zoals in Parijs-Nice in 2009, toen Contador in de voorlaatste etappe, als leider, door een hongerklop drie minuten verloor. En op de slotdag, richting Nice, al na 40 kilometer de Col de la Porte op schoot, als een cowboy op een steigerend paard. De Spanjaard draafde twee minuten weg, maar zag die voorsprong uiteindelijk teruglopen tot 17 seconden. De ritoverwinning moest hij aan Antonio Colom laten, en de eindzege, als vierde in het klassement, aan Luis Léon Sanchez. Maar hij had in stijl verloren, zoals geen renner van zijn generatie dat zo mooi gekund heeft – het was bijna kunst. De jongste jaren nog meer, toen zijn roestiger geweer meer met losse flodders dan met scherp schoot, maar El Pistolero toch bleef knallen.

Zoals in de ‘koers naar de zon’ van 2017, toen hij richting Nice wéér een putsch pleegde en na een aanval van 50 kilometer op twee secondjes van eindwinnaar Sergio Henao strandde. Of zoals in de Vuelta van 2016, toen hij, nadat hij alle kansen op eindwinst al had verloren, in de legendarische rit naar Formigal met Nairo Quintana een valstrik spande voor leider Chris Froome. Die eindigde op drie minuten en 92 (!) andere renners na een razende rit zelfs buiten tijd. De Keniaanse Brit verloor de Vuelta en Contador werd zelf pas zesde, maar kreeg weer open doekjes voor zoveel vermetelheid. Zoals ook in de voorbije Tour, toen hij, ondanks een grote achterstand in het klassement, al vroeg aanviel in de korte bergrit richting Foix, en in de etappe over de Croix de Fer en de Galibier. Opnieuw zonder ritzege als beloning, nadat hij vroegtijdig zonder kogels viel.

Alberto Contador
Alberto Contador© Belga Image

Het deed Contador beseffen dat hij nooit meer de Tour, de droomkoers, zou winnen en het was de aanleiding om te beslissen dat de Vuelta zijn allerlaatste race zou worden – om te vermijden dat in 2018 jongere guerrillero’s hem helemaal overhoop zouden schieten. Al in 2016 had de Spanjaard aan ProCycling gezegd: ‘Ik wil dat fans mij herinneren als iemand die, zelfs als hij niet meer kón winnen, toch streed. Tot de laatste snik.’

Contador heeft woord gehouden. Als een rockartiest tijdens een afscheidstournee zong hij in deze Vuelta zijn grootste hits, aan de hand van een geïmproviseerde setlist. ‘Alberto reed naast me, knipoogde, en hop, we waren weg’, lachte Nicolas Roche vorige donderdag, nadat El Pistolero in een schijnbaar ongevaarlijke rit opnieuw richting holster had gegrepen. Achteraf tweette hij: ‘To attack (met een duivel-emoji) or not to attack (met een engel-emoji).’ Soms kan de duivel goeie dingen influisteren… Tot afgrijzen van de aartsengel Froome.

Populair

Werd Contador in het eerste deel van zijn loopbaan nog als saai bestempeld – zijn (louter Spaanse) discours bestond vooral uit stoplappen als hombre en bueno – dan steeg zijn populariteit de laatste jaren fel. Zeker in het computergestuurde Team Skytijdperk.

Als de ‘god van de aanval’, dansend op de pedalen, met zijn kenmerkende tandpastaglimlach, werd hij bewierookt, met name in Spanje – de dankbetuigingen op spandoeken zijn in deze Vuelta amper te tellen. Contadors coups naar Fuente Dé en Formigal, maar ook die in andere races over het héle seizoen, zullen koersaficionado’s zich meer herinneren dan alle Tourzeges van Froome samen.

Weinig renners binnen het peloton die zo veel respect genieten als Contador. Edward Theuns en Peter Stetina, zijn Trekploegmaats, noemden het een grote eer om zijn laatste Vuelta te mógen meemaken. Stetina vergeleek het zelfs met de laatste match van NBA-legende Michael Jordan. ‘Alberto is als renner een even groot icoon.’ Al kwam de misschien wel mooiste quote van Joaquim Rodríguez, na de Fuente Dé-rit in 2012: ‘Blij dat ik deel heb uitgemaakt van een stukje wielergeschiedenis.’ Net de Vuelta verloren, maar Purito’s bewondering voor Contador bleek groter dan zijn ontgoocheling.

Ook andere collega’s, teamgenoten, mecaniciens en verzorgers prezen de Spanjaard altijd als een bescheiden, vriendelijke, hyperprofessionele vakman. Een ster zonder kapsones, gelouterd door het leven, dat zijn familie niet gespaard heeft. Broer Raúl werd immers met hersenverlamming geboren en sprak nooit een woord. Met dat wrede lot had Alberto het altijd moeilijk. Niet toevallig betrok hij zijn broertje bij elke huldiging.

Ook omdat zijn hersenen hem zelf op de rand van de dood deden balanceren, na een val, als 21-jarige prof, in 2004 tijdens de Ronde van Asturië. Het gevolg van epilepsieaanval, veroorzaakt door een cavernoom, een aangeboren afwijking van kleine lekkende bloedvaatjes in het hoofd. Na een vijf uur durende operatie – het litteken, dwars over zijn schedelpan, zie je nog steeds – kabbelde bij het ontwaken ‘querer es poder‘ (willen is kunnen) uit Contadors mond – zijn motto.

De Schreeuw van Contador bij zijn zege op Fuente Dé in de Vuelta van 2012.
De Schreeuw van Contador bij zijn zege op Fuente Dé in de Vuelta van 2012.© BELGAIMAGE

Er volgde een lange lijdensweg waarin hij weer moest leren eten, stappen en fietsen. Toen hij acht maanden later de eerste etappe in de Tour Down Under 2005 won, verdronk de Madrileen bijna in blijdschap. Nog altijd noemt hij dat zijn mooiste zege, meer dan gelijk welke triomf in Giro, Tour of Vuelta.

Toeval of niet: tijdens die revalidatie verslond Contador het boek Elke seconde telt van Lance Armstrong, over hoe die had teruggevochten na teelbalkanker. Vijf jaar later, in de Tour van 2009, zou hij als ploegmaat van The Boss tonen wat ‘willen is kunnen’ inhield. Er ging immers geen dag voorbij of de Texaan probeerde de Spanjaard te intimideren en te isoleren. Drie weken koerste Contador als een vijand binnen zijn eigen Astanateam.

De coups van Contador zullen koersaficionado’s zich meer herinneren dan alle Tourzeges van Froome samen.

Toch won de matador uit Pinto die Tour 2009 op magistrale wijze. Door eerst, tegen Armstrongs wens in, te demarreren op de slotklim naar Andorra, en hém te vernederen met het wapen dat de Amerikaan altijd had gehanteerd: tot twee keer toe keek Contador bij zijn aanval achterom, recht in diens ogen. De tijdswinst was klein – 20 seconden – de revanche des te groter, nadat Armstrong enkele dagen eerder zijn Astanakopman had achtergelaten in de waaieretappe naar La Grande Motte. Het genadeschot deelde El Pistolero een week later uit, met een fabuleuze klim naar Verbier. Om zijn tweede eindwinst in de Tour helemaal veilig te stellen na een verbluffende tijdritzege in Annecy, drie seconden voor specialist Fabian Cancellara.

Biefstuk

Niemand die na die etappe en eindoverwinning durfde te vermoeden dat de renner die net vier grote rittenkoersen op zak had gestoken (met ook de Tour 2007, de Giro en Vuelta 2008) erna in de Ronde van Frankrijk geen énkele ritzege meer zou boeken. Een jaar later pronkte Contador, zonder etappewinst en na een fel duel met Andy Schleck, weliswaar met een derde gele trui in Parijs, maar de hemel viel weer op zijn hoofd toen in zijn urine 0,00000000005 gram clenbuterol gevonden werd. Een uiterst minieme hoeveelheid: véértig keer minder dan de waarde die het WADA oplegde aan dopinglabo’s, waarvan bovendien alleen dat van Keulen die 50 picogram kon opsporen.

Verschillende experten weigerden het zelfs onder dopinggebruik te catalogeren. Maar het was wel een positieve plas. Al werd dat nieuws pas twee maanden later bekendgemaakt, nadat de Duitse tv-zender ARD lucht had gekregen van het verhaal. Getipt door het labo van Keulen, dat niet begreep waarom nog niks naar buiten was gebracht. In een memorabele persconferentie sprak Contador daarop lispelend en schichtig de 11 cero’s en de cinco uit, zijn onschuld uitschreeuwend.

Dichte vrienden herinneren zich nog goed het beeld van de renner die compleet ontredderd het TAS-verdict voorlas aan zijn huilende ouders. Maar ook hoe die tijdens zijn schorsing als een bezetene trainde.

Want de oorsprong van het kwaad, volgens de renner: een besmette biefstuk – zelfs de Spaanse slager werd opgespoord. Volgens de UCI en het WADA echter het overblijfsel van eerdere, dagelijkse injecties met 200 microgram clenbuterol (gedurende drie weken), dat na een transfusie in de slotweek van de Tour, met eerder afgetapt bloed, toch kon worden opgespoord. Na een lange juridische strijd werd Contador in februari 2012 veroordeeld door het internationaal sporttribunaal TAS. Dat weerlegde de biefstuktheorie, zelfs die van de bloedtransfusie, en sprak over een mogelijk vervuild voedingssupplement.

De Madrileen kreeg een retroactieve schorsing van twee jaar, waardoor hij de Tourwinst van 2010 en die van de Giro 2011, die hij intussen had behaald, kwijtraakte. Al beschouwt hij die nog altijd als ‘echte’ zeges – ze staan zelfs op de erelijst van zijn website. Niettemin blijft de schorsing een diepe kras op Contadors ziel. Dichte vrienden herinneren zich nog goed het beeld van de renner die compleet ontredderd het TAS-verdict voorlas aan zijn huilende ouders. Maar ook hoe die tijdens zijn schorsing als een bezetene trainde. Met het Fuente Dé-mirakel, in augustus 2012, als resultaat.

Brandmerk

Het belet niet dat El Pistolero, die sindsdien geen gram rood vlees meer gegeten heeft, voor altijd gebrandmerkt is als dopingzondaar. En critici bij elk schot naar zijn verleden verwijzen. Dat Fuente Dé – weliswaar toevallig – bijna overeenkomt met de achternaam van de beruchte dopingarts Eufemiano Fuentes. In diens beruchte schriftjes stond Contador immers drie keer vermeld. Niet op de pagina’s waar de bloedzakjes worden geïdentificeerd, evenmin bij de dopingschema’s. Wel doken ‘AC’-initialen op in het teamprogramma van Liberty Seguros, met ernaast: ‘Niets of hetzelfde als Jörg Jaksche‘, die later bloeddoping bekende. Op een ander bewijsstuk staat Contadors naam handgeschreven onder de titel ‘Individualiseren’. Hij werd hierover ondervraagd door een onderzoeksrechter, maar pleitte onschuldig. Zonder enig bewijs volgde geen veroordeling.

Alberto Contador en Chris Froome op de ploegenvoorstelling van de Vuelta dit jaar.
Alberto Contador en Chris Froome op de ploegenvoorstelling van de Vuelta dit jaar. © BELGAIMAGE

Dezelfde critici wijzen ook op zijn verleden bij Liberty Seguros, Discovery Channel, Astana en Tinkoff, onder de vleugels van aangebrande ploegleiders Manolo Saiz (een spilfiguur in de affaire-Fuentes), Johan Bruyneel (voor tien jaar geschorst in de zaak-Armstrong) en Bjarne Riis (van wie meerdere CSC-renners klant waren bij Fuentes). Minder bekend is dat de Madrileen tussen 2007 en 2010, op fysiek vlak zijn absolute topjaren waarin hij zelfs Cancellara klopte in een tijdrit, gecoacht werd door Pepe Marti. Die Spaanse dokter werd voor zijn rol in het georganiseerde dopinggebruik bij US Postal door het Amerikaans dopingagentschap USADA geschorst tot 2020. En, merken sceptici op: is het toeval dat Contador na zijn schorsing, ondanks nog twee eindzeges in de Vuelta (2012 en 2014) en één in de Giro (2015), in de Tour nooit meer kon triomferen, zelfs niet in een rit?

Conclusie? Hoewel de Spanjaard altijd een kampioen met een asterisk achter zijn naam zal blijven, is zijn grootste verdienste dat hij met zijn onblusbare strijdlust die doping-stempel enigszins heeft kunnen uitwissen. Dat De Schreeuw op Fuente Dé, en de vele aanvallen erna, zijn lispelende cero’s clenbuterol hebben overstemd. En zo Contadors erfenis als wielerlegende in steen hebben gebeiteld. Voor de meesten dan toch.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content