Jonas Creteur

‘De “Woutliefde” is nooit groter geweest, zelfs in het buitenland’

Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Redacteur Jonas Creteur ziet dat Wout van Aert niet enkel in België een heldenstatus heeft opgebouwd. ‘Hij is een rolmodel, een winnaar, een Woutje, een flandrien.’

In de zomer van 2020 verscheen een boek van de Engelse auteur Harry Pearson genaamd ‘ The Beast, the Emperor and the Milkman‘, een briljant relaas van de wielerpassie in Vlaanderen. Een streek waar, zoals Pearson beschrijft, ‘het bepalende geluid het geritsel van fietsen op natte wegen is, het fluiten van de wind door spaken, het dreunende geratel van stalen frames op kasseien.’ Een streek ook waar ‘elke koersfan de erelijst van zijn helden, zoals ‘het Beest’ Roger De Vlaeminck, ‘de Keizer’ Rik Van Looy en ‘de Melkboer’ Frans Verbeeck – even moeiteloos opsomt als een jezuïet de catechismus kan afratelen.’

Waar die helden, aldus Pearson, vereerd worden zoals zelfs geen enkele Engelse sporter, verwijzend naar onder meer Tom Boonen. ‘Om diens populariteit in Engeland te bereiken, zou je als popster de winning goal in de finale van het WK voetbal moeten maken, dat doelpunt moeten opdragen aan prinses Diana én tegelijkertijd een kat van de verdrinking moeten redden.’

Een popstermetafoor waar we aan moesten denken toen Remco Evenepoel en Wout van Aert vorige vrijdag in een persconferentie vooruitblikten op het WK tijdrijden, inclusief modieuze, zwarte zonnebril. Meteen regende het grappige tweets – iemand vergeleek hen zelfs met The Blues Brothers. Buitenlandse wielerliefhebbers keken de dagen erna met verbazing naar de webartikels van Vlaamse media waarin het ‘nieuws’ gemeld werd dat Van Aert in het hotel was aangekomen. Of dat Evenepoel aan het opwarmen was op zijn hotelterras.

Het is symbolisch voor de WK-gekte die hier is losgebarsten en ook tekenend voor de manier waarop elke pedaalstoot, elk woord, elk gebaar van Evenepoel en Van Aert (over)belicht wordt. Zeker de ‘Woutliefde’ is nooit groter geweest. Niet alleen in België, ook in het buitenland. Vorige week verscheen op de Amerikaanse wielerwebsite velonews.com zelfs een verhaal met als titel ‘Wout van Aert: de wereldkampioen voor wie we allemaal zouden juichen’. In de Tour of Britain verklaarde Brian Holm, ploegleider van Deceuninck-Quick.Step, dat hij het niet erg vond dat de Belg Julian Alaphilippe had verslagen. ‘Als je door één renner geklopt wil worden, dan wel door hém. We houden allemaal van Wout van Aert.’

De redenen daarvoor zijn velerlei: de Kempenaar is een rolmodel met een onbevlekt imago, een winnaar die even ontgoocheld als sportief kan zijn bij verlies, een ‘Woutje’ dat we hebben zien groot worden tot een echte familieman, een flandrien die, zoals hij vorige week vertelde, ‘geniet van het afzien, anders houd je dit beroep niet lang vol’. Maar ook een meestercommunicator die in het studio-interview bij Sporza na het WK tijdrijden spontaan de vele Belgische wielerfans langs het parcours bedankte. ‘Een opwarming voor zondag.’

Toch is Van Aert een ietwat atypische Belg, veeleer een Nederlander zelfs: rechtdoor, ronduit zijn ambities uitsprekend en de druk omarmend. Dat is in het begin van zijn carrière nochtans anders geweest, toen de jonge veldritprof zich soms liet betrappen op cassante reacties en gebaren. Tot zijn coach Niels Albert, zelf een ex-flapuit, hem daarvoor waarschuwde. Van Aert leerde eruit, werd serener, zonder echter zijn eerlijkheid en spontaneïteit te verliezen. Datzelfde proces maakt nu ook Remco Evenepoel door, inclusief soortgelijke uitschuivers: leren omgaan met de immense druk – van zichzelf, van buitenaf – en hoe daarop te reageren, in en tijdens de race.

Met zondag als de Grote Test: de enige Belgische kopman Wout van Aert onzelfzuchtig richting de wereldtitel loodsen. Het zou de Wout- én de Remcoliefde, plus hun Blues Brothersgehalte, nog meer de hoogte injagen. Net als de wielerpassie in België. Zeker als ook Lotte Kopecky Van Aert zaterdag voorafgaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content