Hoe een kandidaat-pater wielrenner werd

© Wikipedia

Sinds woensdag ligt het boek ‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ in de Standaard Boekhandel. Een hele week lang brengen we anekdotes en verhalen uit dit lijvig naslagwerk. Vandaag: Marcel Buysse, een driftkop op de fiets.

Marcel Buysse won in de Ronde van Frankrijk van 1913 zes van de vijftien ritten. Maar hij verloor de Tour omdat hij op een gegeven moment zestien kilometer te voet moest gaan.

Marcel Buysse was eerst misdienaar en daarna kandidaat-pater. Hij leek klaar voor een leven in stilte. Maar uiteindelijk was er voor de oudere broer van tweevoudig Tourwinnaar Lucien Buysse de lokroep van de fiets. Aan niets deed hij dan nog denken aan iemand met een pastorale roeping. Integendeel zelfs: Marcel Buysse was een vat vol buskruit, een Pallieter wiens fratsen een onuitputtelijke bron bleken voor de meest wonderlijke verhalen. Zijn driftbuien waren legendarisch. Marcel Buysse zag zijn carrière geremd door de Eerste Wereldoorlog. Hij had in 1913 voor het eerst zijn talent doen opspatten in de Ronde van Frankrijk.

Na een vierde plaats in 1912 was Marcel Buysse topfavoriet voor die Tour. Hij blaakte van zelfvertrouwen. Toen hij de vierde rit won en tien minuten straftijd kreeg omdat hij in de laatste 50 kilometer twee keer bandbreuk leed en tegen het reglement in van wiel veranderde, maakte hij zich nergens zorgen over. Hij voorspelde dat hij de Tour zou winnen met een uur voorsprong.

Toen hij de vierde rit van de Tour van 1913 won en tien minuten straftijd kreeg omdat hij in de laatste 50 kilometer twee keer bandbreuk leed en tegen het reglement in van wiel veranderde, maakte hij zich nergens zorgen over.

Buysse pakte de leiding in de Pyreneeën en was ook bezig met een demonstratie in de Alpen, tot hij bij de beklimming van de Esterelle zo geweldig aan zijn stuurstang snokte, dat hij die doormidden brak. Hij moest de afdaling te voet doen. Zestien kilometer ver tot de ook achterop geraakte Fransman Eugène Christophe hem hielp om zijn guidon te lassen. Het duo bereikte meer dan twee uur na de anderen de eindstreep.

Marcel Buysse liet zich niet gemakkelijk uit zijn lood slaan. Hij won vijf van de laatste zes ritten en werd uiteindelijk derde. Toen hij in de laatste etappe alleen de piste van Parijs opstormde, gooide hij zijn fiets op het middenplein en zei vervolgens dat er op de anderen vijf minuten zou moeten gewacht worden. Tourbaas Henri Desgrange schreef later dat hij in de Tour nog nooit een renner had gezien met zo’n verpletterend meesterschap als Marcel Buysse.

De oorlog remde de verdere opgang van Marcel Buysse. Hij had in 1914 wel nog de Ronde van Vlaanderen gewonnen, waarvoor hij aanvankelijk van zijn sportdirecteur startverbod kreeg omdat hij de bloemetjes had buitengezet. Uiteindelijk vertrok hij toch en klopte Ritten Van Lerberghe in de spurt. Meteen stuurde hij een rouwtelegram naar zijn ploegleider. Het was Marcel Buysse ten voeten uit.

Na de oorlog schakelde hij over naar de baan en ook daar frappeerde hij door zijn dynamiek, vechtlust en onvoorspelbaarheid. Zo moest hij bijvoorbeeld de Gentse zesdaagse rijden, maar kwam niet opdagen. Uiteindelijk vond men hem toch. Hij was op zwier geweest, moest ondersteund de piste worden binnengebracht en bleek zijn fiets vergeten te hebben. Buysse wilde niet vertrekken zonder eerst een glas cognac gekregen te hebben. Het remde zijn prestatie niet. Aan de zijde van de Zwitser Oscar Egg zou hij de Gentse zesdaagse winnen.

‘Top 1000 van de Belgische wielrenners’ van Jacques Sys is geen zoveelste boek over de wielersport, maar een kolossaal naslagwerk, 536 pagina’s dik. Lees meer.

Lees ook

Hoe Odiel Defraye de eerste Belgische Tourwinnaar werd

Philippe Thys: hoe een decadente man een groot ronderenner werd

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content