Voor de wegrit op de Europese Spelen in Bakoe rekent België onder meer op Jens Keukeleire. Die ziet in zichzelf een schaduwkopman achter Tom Boonen, zo vertelt hij in Sport/Voetbalmagazine.
‘Een Tom Boonen in vorm is altijd de kopman, maar ik denk dat Tiesj (Benoot) en ik ook niet kansloos zijn. Wij moeten de koers hard maken, meegaan in een ontsnapping en als die tot het einde draagt, kunnen wij het, gezien onze goede sprint, ook afmaken in een klein groepje’, zegt de 26-jarige wielrenner van Orica-GreenEdge over zijn winstkansen in de race van komende zondag (21 juni).
Over het parcours is hij alvast enthousiast: ‘Dat lijkt op onze maat gesneden: 215 km op een omloop van 13,9 km met telkens twee beklimmingen: een van een vijfhonderdtal meter in het oude centrum van Bakoe – vrij smal én op klinkertjes – en daarna een langere loper, zo’n vijf procent gemiddeld bergop over twee kilometer bredere wegen. Aangezien Bakoe ‘de stad van de wind’ betekent, is er ook kans op waaiervorming.’
Nochtans stonden er niet veel renners te springen voor een ticket richting Azerbeidzjan. Waarom hij wel? ‘Vorig jaar viel ik net naast de boot voor het WK in Ponferrada en dat vond ik bijzonder jammer’, aldus Keukeleire. ‘Toen bondscoach Carlo Bomans vorige winter vroeg wie er mee wou naar Bakoe, heb ik me dus meteen kandidaat gesteld. Zo’n nationale selectie, mijn eerste bij de profs, is toch een eer en deze race past perfect in mijn schema in aanloop naar het BK en (misschien) de Tour.’
De Tourselectie van Orica-GreenEdge wordt pas na de kampioenschappen bekend gemaakt. Keukeleire: ‘De kans is wel reëel dat ik start. Meer dan van mijn vorm – en die is meer dan oké – zal dat afhangen van de renners met wie ploegleider Matthew White kopmannen Michael Matthews en Simon Gerrans wil omringen. Ik heb in het verleden wel al bewezen dat ik die helpersrol perfect kan invullen.’
