Kan Peter Sagan naast het groen grijpen?

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Geen mens die eraan lijkt te twijfelen dat Peter Sagan in de Tour voor de zesde maal de groene trui zal winnen en Erik Zabels record evenaren. Toch wordt dat niet zo vanzelfsprekend, denkt onze wielerman Jonas Creteur.

Al vijf jaar op rij tovert Peter Sagan zich in de Tour om in een groene Hulk. Vorig jaar had hij liefst 242 punten voorsprong op het nummer twee, Marcel Kittel (470-228). Nooit behaalde de Slovaak meer punten en nooit was zijn voorsprong groter. Zijn succesrecept: dichte ereplaatsen verzamelen in massasprinten, in de heuvelachtige ritten, waar de pure sprinters als Kittel niet aan te pas komen, kostbare punten sprokkelen, en in bergetappes mee glippen in een ontsnapping om zo de punten in de tussensprint mee te graaien.

Toch biedt dat recept deze keer geen garantie op Slovaaks succes. De komende Tour telt immers liefst acht vlakke sprintersetappes, waarin de snelste 50 punten krijgt. Daartegenover slechts zes ritten op een parcours ‘accidenté’, waarin de winnaar 30 punten opstrijkt. Nadelig voor Sagan, die verhouding. Bovendien is hij in drie van die zes etappes kansloos, met aankomst op La Planche des Belles Filles, Station des Rousses en in Le Puy-en-Velay. Alleen in Longwy, Rodez – waar de finish op een korte helling ligt – en misschien in Romans-sur-Isère, na een zeer heuvelachtig begin, kan hij punten verzamelen in ritten waar de Kittels van deze wereld allicht tekort zullen schieten. Dat zou de Slovaak, áls hij in die drie etappes aan honderd procent scoort (en dan moet hij voorbij Greg Van Avermaet), 90 punten opleveren.

In de acht ‘pure’ sprintersritten zijn echter voor de winnaar in totaal 400 punten te verdienen (8 x 50). Voor de tweede nog 240 punten (8 x 30) en voor de derde 160 punten (8 x 20) – een duidelijk verschil tussen de nummers 1 (50), 2 (30) en 3 (20) die in 2015 groter werd gemaakt om de winnaar een extra zetje te geven in het puntenklassement.

Als een sprinter er in de komende Tour dus bovenuit steekt en vier (of meer) keer met de bloemen kan zwaaien, zoals Kittel in 2013 en 2014, André Greipel in 2015 en Mark Cavendish in 2016, dan kan die op Sagan een flinke voorsprong uitbouwen. De Slovaak mag dan wel rap zijn, in de Tour heeft hij slechts één pure massasprint gewonnen: in 2012 in Metz. In 2016 strandde hij in zuivere massasprinten op één tweede, drie derde plaatsen en een vierde stek.

Ook in het nadeel van Sagan is de mindere vorm van twee van de Grote Drie: Cavendish (klierkoorts) zal allicht geen honderd procent zijn, en ook Greipel lijkt steeds meer de leeftijd (straks 35) te voelen. Dat doet de kansen stijgen van Kittel. Als hij, gesteund door een sterke Quick-Stepploeg, weer het alfamannetje wordt zoals in 2013 en 2014, kan het tricky worden voor de wereldkampioen.

Bijkomend probleem: er zijn weinig tussensprinten waarbij Sagan van zijn klimmersbenen kan gebruikmaken om daar de twintig punten (voor de snelste) op te rapen. We tellen er slechts drie, de andere tussensprinten liggen vooral in het begin van de ritten, zonder voorafgaande hindernissen – ook Kittel kan daar meesprinten.

Conclusie: Sagan is nog altijd topfavoriet, maar zijn zesde groen nú al opschrijven, is ietwat voorbarig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content