Met de volgwagen in het zog van de Tour: ‘Het is een mirakel dat er niet meer ongevallen gebeuren’

© GETTY
Ben Herremans

Sport/Voetbalmagazine volgde de dertiende rit – Nîmes-Carcassone – van de Ronde van Frankrijk vanuit een wagen van Skoda. Een verhaal over coureurs en cowboys, ex-renners aan het stuur, Omi & Opi en het contract van Cavendish. ‘Het grootste gevaar staat aan de kant van de koers.’

Zelf hebben we één keer in het peloton gereden. Tussen de renners. Nee, niet met de fiets. Met de auto. Dat was in de Ronde van Zwitserland, begin jaren tachtig. Fotograaf Philippe Crochet was mee. Omdat hij zijn foto’s vanuit het open dak van de wagen moest schieten waren we gedwongen om dicht bij de renners te blijven. Bergop lukte dat aardig, het deelnemersveld was versnipperd, we konden tussen de kladjes gelosten tot bij de renners vooraan laveren.

Normaal geef je in het laatste deel van de klim plankgas, zodat je met voldoende voorsprong de top bereikt. Maar Crochet had foto’s nodig, dus bleven we te lang hangen, bij het begin van de afdaling lagen we een habbekrats voor. Bergaf vlogen de renners ons langs alle kanten voorbij, de langgerekte god-ver-dom-me van wijlen Paul Haghedooren galmt nóg in onze oren. Gevaarlijke toestanden. We kwamen er met de schrik van af, ’s avonds in het hotel aanhoorde ploegleider Peter Post – ook al wijlen, hoe langer je verleden, hoe meer mensen eruit wegvallen – ons wedervaren. Post meesmuilde: ‘Nou ja, ik heb je wel zien schaatsen.’

No more cowboys

‘Er zijn niet veel mensen die ons graag zien’, zegt Stefaan Wybo. Hij zit voor dit blad al meer dan vijftien jaar (en meer dan tweehonderd Vlaamse koersen, Parijs-Roubaix inbegrepen) achter het stuur van de volgwagen. ‘Renners en ploegleiders vinden dat die volgwagens met hun gasten in de koers niets te zoeken hebben. Hoe minder hoe beter voor hen. Alleen, aan boord bevinden zich veelal mensen die het spul helpen te financieren. Die kun je maar beter gedogen.’

Niet dat Wybo zich verwondert over het ressentiment. ‘Zij denken aan de veiligheid. De cowboys zijn er gelukkig uit. Vroeger kon de beenhouwer van het dorp met een wagen in de koers rijden. Tegenwoordig is dat beter gereglementeerd. Zelf doe ik nooit gevaarlijke dingen, ook voor mij komt veiligheid voorop. Vóór de start zeg ik tegen mijn gasten: ‘Ik probeer jullie de buik van de koers te doen voelen, maar ik kan niet beloven dat je ook maar één renner van dichtbij ziet. Zolang een kopgroep niet genoeg voorsprong heeft, geraken we er niet tussen.”

Tussen hem en het peloton groeide wederzijds respect, hoewel: ‘Veel renners en ploegleiders kennen mij niet persoonlijk. Maar ze kennen wél mijn wagen. Daarom sta ik nooit het stuur af.’

Gered door zijn fiets

Zélf heeft Stefaan Wybo de wielersport nooit bedreven. ‘Dan kom je er in de Tour niet in, hier worden alleen ex-renners aan het stuur van de volgwagens voor gasten geduld’, beweert Andy Schleck, drie keer tweede in de Tour en in 2012 uitgeroepen tot officiële winnaar van de editie 2010 omdat Alberto Contador een lichte zonde ( cero cero cero enzovoort) had begaan. Schleck fungeert tegenwoordig als ambassadeur voor Skoda, hoofd- en voertuigpartner van de Tour. In hoofdberoep drijft hij een fietsshop in Luxemburg.

De officiële start van de Tour 2021 op de Point de l'Iroise in Brest: een rondreizend circus van zowat vijfduizend personen.
De officiële start van de Tour 2021 op de Point de l’Iroise in Brest: een rondreizend circus van zowat vijfduizend personen.© SKODA / PAULINE BALLET

In elke Tourrit heeft Skoda enkele volgwagens met gasten en effectief, louter ex-renners aan het stuur. Dit magazine werd door de dertiende etappe van Nîmes naar Carcassonne gepiloteerd door Paul Moucheraud. De Fransman was als profrenner actief van 2006 tot 2010 bij Ag2r en Roubaix Lille Métropole – geen veelwinnaar, wel een handvol ereplaatsen in Franse koersen. Een scheenbeenletsel brak zijn carrière vroegtijdig af. Bizar toeval: het was ook een blessure die hem ín het wielrennen bracht. Aanvankelijk leek Moucheraud als skiër voorbestemd voor de topsport. Een zware val besliste er anders over. Fietsen vormde een prominent onderdeel van zijn revalidatie, het vervolg laat zich raden.

Nog van de partij: Pedro Horrillo. In de Giro van 2009 tuimelde de Spanjaard tachtig meter diep het ravijn in. Zijn fiets redde zijn leven. Die was op de weg achtergebleven, alleen zo kon men de plaats van het onheil lokaliseren. Meer dood dan levend werd Horrillo per helikopter uit het ravijn geëvacueerd, nadien werd hij nog dagenlang in een coma gehouden. Een comeback als wielrenner lukte niet meer, Skoda viste hem op als merkambassadeur. Als de koers saai is, dist Pedro zijn mirakelverhaal op.

Het is een tour de force. Zo’n vijfduizend mensen slaan drie weken lang elke dag ergens anders hun tenten op.’

Christian Phillip

Enkele jaren doet ook Staf Scheirlinckx dienst als bestuurder van de volgwagens van Skoda. Na zijn carrière (van 2000 tot 2013, bij Collstrop, Cofidis, Omega Pharma Lotto en Veranda Willems) liet de wielersport hem niet los. In 2019 richtte hij de Belgische rennersvakbond BPCA (Belgian Professional Cycling Association) op, de Belgische vleugel van de door Gianni Bugno in het leven geroepen CPA, de enige door de UCI erkende internationale vereniging die de rennersbelangen behartigt.

250 voertuigen in koers

Voor de achttiende keer treedt Skoda op als sponsor van de Ronde van Frankrijk. Met in totaal 250 voertuigen (maar in de realiteit nog een kleine honderdtal meer als je de randactiviteiten en de verhuur aan wielerploegen in rekening brengt) beheert het Tsjechische merk de mobiliteit voor de Tour: ze transporteren de organisatie (ASO, Amaury Sport Organisation) en het koersbestuur, de technische assistentie, gasten… Vooraf ondergaan de wagens in de fabriek specifieke aanpassingen, zoals radio’s en fietsenrekken, en een extra groot open dak voor de koersdirectie. Een deel van de vloot is eigendom van ASO (voor hun andere koersen), het saldo recupereert en herbestemt Skoda.

‘Het is elk jaar een logistieke tour de force’, zegt de Duitser Christian Philipp, directeur global experience marketing bij Skoda. ‘Uiteraard sluipt er na achttien jaar routine in, maar het blijft een avontuur vol variabelen: het parcours en de start- en aankomstplaatsen wijzigen elk jaar, de obstakels onderweg veranderen elke dag en vaak zijn ze onvoorspelbaar. Zo’n vijfduizend mensen slaan drie weken lang elke dag ergens anders hun tenten op. We proberen zo weinig mogelijk aan het toeval over te laten. Een team van 20 Tsjechische techniekers rijdt met de Tour mee, een staf van 35 personen ontvangt de gasten.’

In de eerste rit richtten Omi & Opi een ravage in het peloton aan. 'Ik kijk naar de kant van de weg en hou mijn hart vast.'
In de eerste rit richtten Omi & Opi een ravage in het peloton aan. ‘Ik kijk naar de kant van de weg en hou mijn hart vast.’© GETTY

Kostelijke grap

Dat de sponsoring van de Tour de France een kostelijke grap is, hoeft geen betoog. Hoe kostelijk krijg je bij Skoda niet te horen. Je mag hengelen zoveel en bij wie je wil, ze schermen de exacte cijfers af. Een deal van menige miljoenen, zoveel is zeker.

Maar ook op de return valt geen precies bedrag of percentage te plakken. De acte de présence van Skoda in de Tour is overweldigend: met welke parameters kun je zoveel brand awareness exact meten? De Tour haalt ongeveer honderd tv-zenders en bereikt een gemiddelde van 3,5 miljard kijkers. En langs de wegen staan tien à twaalf miljoen toeschouwers opgesteld. Qua merkzichtbaarheid is dat van een onschatbare waarde.

‘Het is fantastisch om ons als merk te associëren met een sportdiscipline met zo’n uitgesproken democratisch en familiaal karakter’, glundert Christian Phillip. ‘Dat sluit naadloos aan bij onze afkomst en bij het profiel van onze klanten die we voor ogen hebben.’

Parallel aan de Tour lanceerde Skoda een campagne met de baseline: ‘The beautiful circus: You have to love it. We do.’

Fietsen door het feest

‘In vergelijking met vroeger zul je de Tour niet meer herkennen’, briefde de hoofdredacteur van dit blad. Zoals doorgaans had Jacques Sys gelijk. En ook een tikkeltje ongelijk.

Anders dan vroeger krijg je de renners nog amper te spreken. Vol heimwee mijmerden we over hoe we destijds de hotelkamer van Claude Criquielion (verdorie, die is ook al dood) induikelden. Zijn donkerdroevige ogen monsterden dan door het raam de steilte buiten en hij zuchtte: ‘ C’est belle, la montagne. Mais en vélo…. ‘ Of over een Giro waarin we met Laurent Fignon (maar enfin, ook die is niet meer) in zijn hotelkamer een belachelijk softe pornofilm bekeken (voor u verkeerde gedachten krijgt: zonder dat we ons aan elkaar vergrepen) waarna we doodgemoedereerd naar het interview overschakelden.

Die tijden zijn weg. ‘Het heeft veel met corona te maken’, zegt Schleck bijna verontschuldigend als we hem de verschillen met vroeger rapporteren. ‘Wielrenners blijven de meest toegankelijke topsporters.’

Als onveranderd ervoeren we alvast het onthaal in Le Village du Tour, in ons geval schuin over de Arène in Nîmes. Wie de juiste badge bezit om het Tourdorp binnen te dringen, kan daar in een uur tijd zijn eigen La Grande Bouffe aanrichten of zich lazarus zuipen ruim vóór het uur van het aperitief aanbreekt.

Wat evenmin verminderde: je rijdt de godganse dag door één fête nationale. Wat een wuivende mensenzee! Vlaggen, ballonnen, borden, spandoeken, petjes, shirts, vermommingen in een mexican wave van bonte kleuren. Kinderen joelen, mannen schreeuwen, vrouwen gillen, fanfares schetteren, trommels roffelen, claxons toeteren, motoren brullen, helikopters ratelen – kabaal is de soundtrack van de Tour die passeert. Met voortdurend de schroeigeur van barbecues in de neusgaten.

Waar de Tour passeert is het altijd ambiance: merkzichtbaarheid van onschatbare waarde.
Waar de Tour passeert is het altijd ambiance: merkzichtbaarheid van onschatbare waarde.© SKODA / AURELIEN VIALATTE

Opgelet, gevaarlijke hond!

Eén groot feest, toch waren we opgelucht dat we de dertiende etappe van de Tour de France gewoon overleefden. Het is een duizelingwekkende werveling van manoeuvres, daar in de buik van het peloton. Bumper aan bumper en aan achterwiel (van motoren en/of fietsen) slingert de karavaan zit met een rotvaart door de velden en dorpjes. Wie de marges tussen auto’s, moto’s en renners wil becijferen, belandt bij: rakelings. En wel voortdurend.

‘Het ziet er gevaarlijker uit dan het is’, sust Scheirlinckx. ‘Misschien is het een mirakel dat er niet meer ongevallen gebeuren. Maar als een mirakel zich vaak herhaalt, is het geen mirakel meer.’

Waarom gebeuren er niet meer ongevallen? ‘Expertise’, antwoordt Scheirlinckx. ‘Onderschat om te beginnen de renners niet. Ze zijn deze toestanden gewend. Meestal kunnen ze bij gevaar nog uitwijken.’

Net die ervaringsdeskundigheid tilt ex-renners op tot ideale bestuurders van een volgwagen. Paul Moucheraud: ‘Je hebt er jarenlang zelf tussen gezeten, je weet hoe zo’n peloton beweegt, hoe renners een bocht aansnijden, hoe ze zich positioneren in de wind, hoe en waar ze demarreren…’

Ook in de Tour geldt: de cowboys zijn eruit. ‘Voor ik eraan mocht beginnen, moest ik rem-, slip- en andere cursussen volgen’, zegt Scheirlinckx. ‘Het werd hier allemaal nog strenger na het geval- Johnny Hoogerland’, vult Moucheraud aan. Pro memorie: in de Tour van 2011 reed een volgwagen van de Franse televisie Hoogerland aan. De Nederlander belandde in de prikkeldraad. Hij hield er 33 hechtingen aan over. Moucheraud maakt een grapje, neem ons zijn seksisme niet kwalijk. ‘Er zat een vrouw achter het stuur van die volgwagen. Sindsdien rijdt er in de Tour geen enkele vrouw meer met een volgwagen rond.’

Wie de marges tussen auto’s, moto’s en renners wil becijferen, belandt bij: rakelings. En wel voortdurend.

Nóg gevaarlijker dan vrouwen achter het stuur zijn honden en kinderwagens aan de kant. ‘Ik moet nog altijd de eerste hond zien die zot is van de koers’, stelt Wybo droog. ‘Ik hou vooral de kant van de weg in het oog. Daar staat het grootste gevaar. Wat daar allemaal gebeurt!’

Wilfried Peeters, ploegleider bij Deceuninck-QuickStep, laatst in Knack: ‘Een moeder staat met een kinderwagen langs de kant. De renners flitsen voorbij, mama zet een stap achteruit en de kinderwagen blijft staan. Je mag er niet aan denken.’

Van het gevaar aan de kant van de weg had ook deze Tour te lijden. ’s Avonds trakteert Skoda zijn gasten op een diner. Grappen, foto’s en filmpjes over Omi & Opi (in de eerste rit veroorzaakte een vrouw met een bord met ‘Allez Opi & Omi’ erop een massale valpartij) doen de ronde, de lachsalvo’s schuiven over de tafel.

Met alle Chinezen

Van het diner op de avond voordien tot en met het ontbijt de dag erna trek je op met die ex-renners/volgwagenbestuurders. Bij het afscheid steekt je koffer vol anekdotes. Over de posities van de fietsen op de volgwagen (de eerste fiets is van de kopman, de tweede van de schaduwkopman, in het midden de tuigen van de knechten) en hoe de concurrentie daaruit de ploegtactiek probeert af te leiden, maar het team daarmee andersom de concurrentie poogt te misleiden, en soms in eigen rangen een zelfverklaarde kopman te demoraliseren. (Bron: Staf Scheirlinckx)

En wist u dat ze bij Sky Team (nu Ineos) een vrachtwagen met wasmachines introduceerden, één wasmachine per renner? Sky Team bracht ook als eerste zijn eigen matrassen naar de Tour mee. In het hotel vliegen de matrassen er meteen uit, ze worden ingewisseld voor eigen gerief. Nu, onthult Moucheraud, is dat bij de meeste ploegen een courante praktijk. Want zo’n hotelmatras: een mens wil niet weten… – juist.

Schateren is het wanneer Andy Schleck vertelt over toen de eerste Chinezen in de Tour neerstreken. Ze hadden camera’s bevestigd aan al hun ledematen, maar vielen in volle koers in de volgwagen in slaap als gevolg van jetlag. Tegenwoordig krijgen die gasten een opleiding voor men ze vanuit China naar de Tour stuurt.

Mark Cavendisch wint de 13e rit van Nîmes naar Carcassonne. Sinds 2015 ondersteunt ?KODA specifiek het puntenklassement van de Tour.
Mark Cavendisch wint de 13e rit van Nîmes naar Carcassonne. Sinds 2015 ondersteunt ?KODA specifiek het puntenklassement van de Tour.© GETTY

Moe is normaal

Het gezelschap snijdt ook ernstige onderwerpen aan. Na zijn carrière kreeg Andy Schleck het even lastig. ‘Je verkeert pakweg vijftien jaar overbeschermd in een besloten milieu. Dat maakt je wereldvreemd, je weet niet eens hoe je naar de winkel moet gaan. Van de ene dag op de andere valt 80 procent van je omgeving weg. Ik verloor een tijdlang houvast. Gelukkig kon ik aan de slag in het bedrijf van mijn schoonvader. Dat gaf het voordeel dat ik ’s avonds moe was.’

En vermoeidheid is de normale status van een wielrenner. Elke ochtend organiseert Skoda voor zijn gasten een Early Bird Ride onder leiding van Schleck. Verzamelen om kwart over zes, de fietsen staan klaar. De ochtend na de dertiende rit fietsen we naast Staf Scheirlinckx, hoe vond je het gisteren?, polst hij. Onze wedervraag: ‘Drie weken aan een stuk dat moordende tempo van gisteren: hoe uitputtend is dat?’ ‘Profwielrennen is een constante toestand van vermoeidheid’, leert Scheirlinckx. ‘De kunst bestaat erin die vermoeidheid te beheren. Natuurlijk is de voorraad niet onbeperkt, soms ga je over de limiet. Maar een wielrenner die niet vermoeid is, die heeft eigenlijk een probleem. Als ik thuis zin en energie had om het gras te maaien, wist ik dat ik dringend moest bijtrainen.’

Het einde en daarna

Fin de carrière verteerde Staf Scheirlinckx de constante prestatiedruk niet meer zo goed. ‘Voortdurend jezelf moeten bewijzen terwijl er geen enkele zekerheid tegenover stond, dat werd me te veel.’ Het beste is: stoppen vlak na een hoogtepunt, vindt hij en de babbel kantelt naar Mark Cavendish, die daags voordien het record van 34 Tourritzeges van Eddy Merckx evenaarde. ‘Cavendish is 36 jaar, wat heeft die na deze Tour nog te bewijzen? Hij kan alleen nog onder de verwachtingen blijven. Hij zou nu beter stoppen.’

En een nieuw contract afwimpelen? ‘Tja, dan raak je aan het financiële. Voor veel mensen met een gemiddeld maandloon is dat amper te bevatten, maar het werd bewezen: veel topsporters stoppen met een fortuin op hun bankrekening en zijn een jaar later zo arm als een luis. Dat komt door de levensstandaard die ze gewoon zijn. En omdat ze van dag op dag leven, zonder na te denken over morgen.’

Het contract van Skoda met de Tour de France strekt tot en met 2023. En daarna? ‘Wij willen er zeker mee doorgaan. Met ASO rond de tafel zitten en we raken er wel uit’, voorspelt Christian Philipp. Te volgen!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content