Sagan in Carcassonne al mathematisch zeker van groen?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Na een moedige maar vergeefse poging van Jasper Stuyven rest de Belgen, gezien de zware slotweek, nog maar één reële kans op een ritzege. Lukt dat in Carcassonne? Dan moeten ze alweer voorbij Peter Sagan, die de groene trui nú al definitief kan binnenhalen.

Zondag 22 juli – 181,5 km – Millau -> Carcassonne

Geen beter platform dan de Tour om La Douce France aan de wereld te tonen. Dat blijkt ook uit de start van deze rit in Millau, bekend om zijn gelijknamige viaduct. Beroemd, want de hoogste brug ter wereld: 343 m boven de Tarnrivier.

Ter vergelijking: de Eiffeltoren is 324 m hoog. Het viaduct is daarnaast 2460 m lang, 32 m breed en maakt van La Méridienne (A75) de kortste weg tussen Parijs en het zuiden.

Het gerucht ging dat de officieuze start ónder de brug zou plaatsvinden, maar het bleek te moeilijk om er toeschouwers te ontvangen. En dus begint de rit in het centrum van Millau, aan het Parc de la Victoire. Daarna fietsen de renners na zo’n 8 km, net na de officiële start, onder het viaduct, voor de derde keer in de Tour (ook in 2005 en 2015) sinds de opening van het bouwwerk eind 2004.

Millau was in het verleden ook al vijf keer het eindpunt van een etappe. Onder meer in 1960, toen Louis Proost naar de zege soleerde. De vreugde was echter van korte duur, want twee ritten later brak de ex-wereldkampioen bij de amateurs zijn dijbeen.

Nog meer ongeluk bracht Millau Roger Rivière. Daags na Proosts zege begon in het stadje in de Aveyron er de volgende etappe naar Avignon. Na 60 km belandde de 24-jarige Fransman in de afdaling van de Col de Perjuret in een ravijn. Hij brak zijn rug en raakte voor 80 procent verlamd. Fin de carrière voor de zeer talentvolle tweevoudig werelduurrecordhouder, die daarna ook failliet ging, verslaafd raakte en op zijn 40e stierf aan strottenhoofdkanker.

Kans voor vluchters

Veel tijd om van het uitzicht op het viaduct van Millau te genieten zal het peloton niet hebben. Meteen een stevig begin immers, met drie korte klimmetjes op een rij – een ideaal lanceerplatform voor een vluchtersgroep. Want, zegt specialist Thomas De Gendt: op het vlakke springen er te veel renners op je wiel, op zo’n helling rijd je gewoon weg als je de sterkste bent.

Na 54 kilometer volgt een tweede stevige hindernis, de Col de Sié (10,2 km klimmen aan 4,9 %). Daarna gaat het in trapjes omlaag, met af en toe nog een stevig stuk bergop, tot aan de voet van de Pic de Nore, de bekendste beklimming van La Montagne Noire. Een zogenaamde loper (12,3 km aan 6,3%), maar wel ruw asfalt en de wind kan flink tekeergaan op de kale (en in de zomer hete) vlaktes richting de top, waar ook een tv-en-radiozendmast van 102 m hoog staat.

De Tour bezoekt voor het eerst de Pic de Nore, die wel al beklommen werd in de slotetappe van de jongste La Route d’Occitanie, de nieuwe naam van de Route du Sud.

Midden jaren 90 was de 1205 m hoge col ook vier keer scherprechter in het Critérium International. Met illustere winnaars als Laurent Jalabert (1995), Mauro Gianetti (1996), Marcelino Garcia (1997) en Rodolfo Massi (1998) – voortgedreven door een superbenzine zonder lood (in de benen)…

Geen toeval dat Jalabert er telkens schitterde, want de start van de rit lag telkens in Mazamet, waar in deze etappe de streep van de tussensprint getrokken is.

In Mazamet is Jaja geboren en getogen en vindt al sinds 2002 La Jalabert, een tocht voor cyclosportieven, plaats. Dit jaar op 19 augustus, met twee keer de Pic de Nore op het parcours.

Koning en koningin

Na die col volgt nog een 40 km lange afzink naar Carcassonne. Voor de derde keer in vijf jaar ville étape: in 2014 en 2016 telkens als startplaats, richting Bagnères-de-Luchon (Michael Rogers) en Montpellier (Peter Sagan), en nu dus met een finish.

De middeleeuwse vestingstad, ook bekend om zijn cassoulet, viert immers de twintigste verjaardag van zijn opname in de Werelderfgoedlijst van de Unesco. De Tourkaravaan houdt er zelfs drie dagen halt: deze aankomst, de rustdag op maandag – voor een keer zonder lange verplaatsing dus – en op dinsdag de start van de 16e etappe.

Een primeur voor Carcassonne, dat zichzelf al op de borst klopte als “de koningin van de 105e Tour”.

Vluchter? Of nog eens Sagan?

Wie kroont er zich tot koning? De kans is reëel dat de vroege vluchters om de zege zullen strijden. De top van de laatste hindernis, de Pic de Nore, ligt immers 40 km voor de finish, zodat de klassementsrenners zich meer dan waarschijnlijk zullen sparen.

Een laatste echte kans voor de Belgische baroudeurs dus, aangezien de Pyreneeënetappes in de slotweek loodzwaar ogen. En ook de vlakke sprintersrit naar Pau en de tijdrit geen spek voor de bek is van onze landgenoten.

Zal Thomas De Gendt, nadat hij naar Mende voor de tweede dag op rij in de ontsnapping zat, het in deze rit nog eens proberen? Misschien vergezeld van régional de l’étapeLilian Calmejane (Direct Energie), die ook in de grote vluchtersgroep naar Mende zat en als achtste eindigde.

Calmejane won vorig jaar op Station des Rousses en gaf al aan dat deze etappe, die hij ook heeft verkend, hem perfect moet liggen.

Heeft de Fransman echter nog energie over? Net als ook Philippe Gilbert of Greg Van Avermaet ? Meer dan de rit naar Mende is deze etappe, zonder steile slotklim van 3 km, neergelegd voor hen.

De Pic de Nore kunnen ze misschien overleven. En in een vluchtersgroep kunnen ze, zeker Van Avermaet, het op de licht hellende aankomst in Carcassonne ook afmaken in de sprint. Maar dan moeten ze, na de rit naar Mende, daar wel nog de benen voor hebben.

Jasper Stuyven maakte er met zijn solo veel meer indruk, en misschien gaat hij, belust op revanche, ook nu weer mee. Maar ook hij moet nog kunnen.

Sagan nu al naar groen?

Verrassend vierde op de steile klim in Mende, van een oorspronkelijke kopgroep van 32 renners: Peter Sagan!

Happig op een vierde ritzege en zijn recordaantal punten voor de groene trui laat hij mogelijk zijn ploeg werken om de resterende snelle mannen in deze Tour overboord te kieperen en als enige stand te houden op de Pic de Nore, of om daarna in de lange afdaling een kloof op de kopgroep te dichten.

Om dan met een beperkte groep in Carcassonne naar de zege te sprinten. Een recept dat de Slovaak al eens met succes toepaste in de Tour van 2013, met aankomst in Albi.

Extra wortel voor zijn neus: Sagan kan, als hij in Carcassonne 24 punten meer scoort dan Alexander Kristoff, de tweede in het puntenklassement, mathematisch zeker zijn van de groene trui. De wereldkampioen heeft nu al een voorsprong van 267 punten, en morgen zijn er 50 punten te verdienen.

O ja: de Tour duurt daarna nog een week…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content