Thomas De Gendt beste Belgische tijdrijder in Tour de France sinds 1985
Dat de derde stek van Thomas De Gendt in de tijdrit naar de Mont-Saint-Michel niet alledaags is voor een Belg, bewijst een blik in de geschiedenisboeken.
Dat de derde stek van Thomas De Gendt in de tijdrit naar de Mont-Saint-Michel niet alledaags is voor een Belg, bewijst een blik in de geschiedenisboeken. De Vacansoleilrenner is de eerste landgenoot die op het podium van een lange tijdrit in de Tour eindigt sinds 1985. Toen won Eric Vanderaerden de 31,8 km lange chronoproef in Villard-de-Lans.
Sinds de zege van de Limburger was de beste Belgische prestatie in een lange Tourtijdrit een vierde plaats van Johan Bruyneel in 1993 (in de 48 km lange tijdrit naar Montlhéry) en een vierde stek van… Thomas De Gendt (twee jaar geleden in de 42,5 km lange rit tegen de klok naar Grenoble). Al was dat toen ook een podiumplaats waard, want Alberto Contador, die als derde eindigde, werd later geschrapt (wegens zijn clenbuterolplas). Die derde stek werd echter niet officieel toegewezen.
Een verrassing is de prestatie van de Oost-Vlaming dus allerminst. De zege van Vanderaerden in 1985 was dat enigszins wel, want hij versloeg met ruim een minuut voorsprong de toen onklopbaar gewaande Bernard Hinault. Die was – in tegenstelling tot de vroeg gestarte Limburger – echter op een felle opgestoken tegenwind gebotst.
Toch kon Vanderaerden een ferm stukje hardrijden: in 1985 eindigde hij ook als tweede in de proloog (na Hinault), net als een jaar later (1986, na Thierry Marie). En twee jaar eerder (1983) had hij zich al verrassend de beste getoond in de openingstijdrit in Fontenay-sous-Bois.
In diezelfde Tour werd Daniël Willems tweede in de chronoproef naar Nantes én won Lucien Van Impe de klimtijdrit naar Morzine-Avoriaz. De berggeit uit Mere en Vanderaerden zijn dus de enige Belgische winnaars van een korte of lange tijdrit in de laatste 30 Touredities.
Veel succesrijker waren de Belgen in de jaren zeventig. In 1977 was Van Impe al de beste op Morzine-Avoriaz, en twee jaar eerder ook in Chatel. In 1976 staken Freddy Maertens en Ferdinand Bracke onder hun beiden zelfs de vier tijdritzeges op zak.
Andere Belgische winnaars in Tourtijdritten na de Tweede Wereldoorlog zijn uiteraard Eddy Merckx (16 zeges tussen 1969 en 1977). En verder onder meer Michel Pollentier (1974, Orléans), Jean Brankart (1955, Tours) en Raymond Impanis (die in 1947 tussen Vannes en Saint-Brieux de langste – 139 km – individuele chronoproef in de Tourgeschiedenis won).
In de pioniersjaren van La Grande Boucle vestigde Sylvère Maes in 1936 een vooroorlogs recordgemiddelde door de 52 km lange tijdrit tussen Nîmes en Montpellier met een snelheid van 44,881 km per uur af te haspelen. Ook Romain Maes (1939, Vire) en Félicien Vervaecke (1938, Béziers) schreven in het interbellum een chronoproef op hun naam.
Belgen in top tien tijdritten laatste 30 Touredities
2013, rit 11, Mont-Saint-Michel, 33 km, 3e Thomas De Gendt op 1’01”, winnaar Tony Martin
2012, proloog, Luik, 6,4 km, 9e Philippe Gilbert op 13”, winnaar Fabian Cancellara
2011, rit 20, Grenoble, 42,5 km, 3e Thomas De Gendt op 1’29”, winnaar Tony Martin
2007, rit 19, Angoulême, 55 km, 9e Leif Hoste op 2’48”, winnaar Levi Leipheimer
1999, rit 19, Futuroscope, 57 km, 5e Rik Verbrugghe op 2’02”, winnaar Lance Armstrong
1999, proloog, Le Puy-du-Fou, 6,8 km, 6e Rik Verbrugghe op 18”, winnaar Lance Armstrong
1998, rit 20, Le Creusot, 52 km, 9e Axel Merckx op 3’59”, winnaar Jan Ullrich
1997, rit 12, Saint-Etienne, 55 km, 7e Frank Vandenbroucke op 4’44”, winnaar Jan Ullrich
1995, rit 8, Seraing, 54 km, 7e Johan Bruyneel op 3’1”, winnaar Miguel Indurain
1994, proloog, Rijsel, 7,2 km, 8e Johan Museeuw op 31”, winnaar Chris Boardman
1993, rit 19, Montlhéry, 48 km, 4e Johan Bruyneel op 2’16, winnaar Tony Rominger
1993, rit 9, Lac de Madine, 59 km, 6e Johan Bruyneel op 3’50”, winnaar Miguel Indurain
1992, proloog, San Sebastian, 8 km, 9e Edwig Van Hooydonck op 12”, winnaar Miguel Indurain
1990, rit 12, Villard-de-Lans, 33,5 km, 9e Johan Bruyneel op 1’17”, winnaar Erik Breukink
1990, proloog, Futuroscope, 6,3 km, 5e Eric Vanderaerden op 12”, winnaar Thierry Marie
1988, proloog, La Baule, 1 km, 4e Etienne De Wilde op 3”, winnaar Guido Bontempi
1986, rit 20, Saint-Etienne, 58 km, 6e Jean-Luc Vandenbroucke op 2’35” en Claude Criquielion op 3’3”, winnaar Bernard Hinault
1986, proloog, Boulogne-Billancourt, 4,6 km, 2e Eric Vanderaerden op 0” en 4e Jean-Luc Vandenbroucke op 3”, winnaar Thierry Marie
1985, rit 21, Lac-de-Vassivière, 45,7 km, 8e Marc Sergeant op 2’30” en 9e Eddy Schepers op 2’39”, winnaar Greg LeMond
1985, rit 14, Villard-de-Lans, 31,8 km, 1e Eric Vanderaerden 1’07” voorsprong op Bernard Hinault
1985, proloog, Plumelec, 6,8 km, 2e Eric Vanderaerden op 4”, winnaar Bernard Hinault
1984, proloog, Noisy-le-Sec, 5,4 km, 6e Jean-Luc Vandenbroucke op 11”, winnaar Bernard Hinault
1983, rit 21, Dijon, 50 km, 4e Lucien Van Impe op 1’08” en 9e Claude Criquielion op 1’49”, winnaar Laurent Fignon
1983, rit 19, Morzine-Avoriaz, 15 km, 1e Lucien Van Impe 36” voorsprong op Stephen Roche
1983, rit 15, Puy-de-Dôme, 15,6 km, 4e Lucien Van Impe op 30”, winnaar Angel Arroyo
1983, rit 6, Nantes, 58 km, 2e Daniël Willems op 45” en 4e Jean-Luc Vandenbroucke op 1’08”, winnaar Bert Oosterbosch
1983, proloog, Fontenay-sous-Bois, 5,5 km, 1e Eric Vanderaerden 2” voorsprong op Bert Oosterbosch en 4” op Jean-Luc Vandenbroucke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier