Tourrit 16: wordt Team Sky nu al bestookt?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In de minst lastige van de drie Pyreneeënetappes is de vraag of Tom Dumoulin en co geletruidrager Geraint Thomas nu al zullen aanvallen. Of doet Skyploegmaat Chris Froome dat met een sluwe move?

Dinsdag 24 juli – Carcassonne -> Bagnères-de-Luchon – 218 km

Zoals na de eerste rustdag ook na de tweede jour de repos een bergrit, al zullen de renners de overgang deze keer vlotter verteren, gezien de klimkilometers in de voorbije etappes.

De komende dagen worden dat er nog een pak meer. Opvallend, de volgorde van Frankrijks twee grootste bergmassieven in deze Tour: eerst de Alpen, dan de Pyreneeën.

De jongste drie edities was het omgekeerd. Uitzonderlijk, want de ongeschreven regel dat de Tour elk jaar wisselt werd de laatste 25 jaar wel drie keer ‘overtreden’ (met dezelfde richting in twee opeenvolgende edities), maar nooit driemaal op rij.

Dit jaar toch weer anders, in wijzerzin. Een logisch gevolg van de eerste Tourweek, van west (Vendée) naar noord (Roubaix).

Welke richting het peloton ook volgt, de Alpen en Pyreneeën staan, in tegenstelling tot het Centraal-Massief, de Jura of de Vogezen, sowieso op het menu. Op Parijs na zijn hun departementen dan ook de meeste bezochte in de Tourgeschiedenis, met op kop de Hautes-Pyrénées, waar ook deze rit aankomt. Goed voor 101 bezoeken op 105 edities, deze inbegrepen. De Pyrénées-Atlantiques volgen met 99 passages, de Haute-Garonne met 98.

De Alpendepartementen staan ook bovenaan de ranking: de Savoie met 92 doortochten, de Haut-Alpes met 84, de Haut-Savoie met 83 en de Isère met 81 bezoeken. Van alle andere departementen komen alleen Le Nord (83) en de Somme (76) in de buurt.

Veel meer dan voor de Tweede Wereldoorlog, toen de Tour over heel Frankrijk gespreid werd, ligt het zwaartepunt van La Grande Boucle de laatste decennia in de Alpen en Pyreneeën. Logisch, gezien de overvloed aan lastige cols.

Wel opvallend: in tegenstelling tot de jongste Giro zijn de bergritten in deze slotweek op papier – qua klimkilometers en hoogtemeters – minder lastig dan die in de Alpen in de tweede week.

In deze eerste Pyreneeënetappe is de langste col ‘amper’ 8 km en de hoogste ‘slechts’ 1349 m. Met 218 km is het wel de op een na langste rit van de Tour, na die naar Chartres (231 km).

Razende start

Starten doen de renners in Carcassonne, de plaats van de rustdag. Ongetwijfeld weer met een razend gemiddelde in het eerste uur, want als in een van de drie Pyreneeënritten vluchters kans maken op een etappezege, dan is het in deze.

Na Carcassonne gaat het immers eerst 140 kilometer over een glooiend landschap tot de Col de Portet-d’Aspet (5,4 km aan 7,1%). Tijd genoeg om een ruime voorsprong uit te bouwen, en de drie cols van de dag te overleven tot aan de finish.

Misschien roert Peter Sagan zich weer, want met amper 8 puntjes kan hij nu al mathematisch zeker zijn van de groene trui. Aan de tussensprint (weliswaar pas na 124 km) volstaat daarvoor een achtste plaats. Ontstaat een kleine vluchtersgroep, dan kan de Slovaak wel in het peloton blijven zitten.

De kans is echter groot dat veel renners zullen aanvallen, ook de Sunwebploegmaats van Tom Dumoulin (3e), de LottoNL-Jumboteamgenoten van Primoz Roglic (4e)/Steven Kruijswijk (7e) en de ploegmakkers van Romain Bardet (AG2R) en het Movistarduo Mikel Landa (6e) en Nairo Quintana (8e).

Nu Gianni Moscon wegens een handgemeen is uitgesloten wordt het voor hen zaak om Team Sky al van in het begin te bestoken. De Italiaan was de man die, naast Luke Rowe,het tempo regelde in de vlakkere kilometers en zal gemist worden. Wellicht zal Jonathan Castroviejo zijn taak moeten overnemen.

Dat gaat dan weer ten koste van het Skytreintje bergop. Al zou Wout Poels zich in de Alpen hebben gespaard om nog energie over te hebben in de slotweek. Team Sky zou zo hebben geanticipeerd op een mogelijke terugval van het 21-jarige Colombiaanse wonderkind Egan Bernal, die niettemin indrukwekkend was op L’Alpe d’Huez. Een betere Poels en een even sterke Bernal in de Pyreneeën zou alleszins zeer welkom zijn voor Team Sky.

Stap(je) in Spanje

Na de afdaling van de Col de Portet-d’Aspet – met een passage langs het monument van de in 1995 verongelukte Italiaan Fabio Casartelli – wacht meteen de Col de Menté (6,9 km aan 8,1%, met vooral een steil begin, tot boven de 10%).

Weinig waarschijnlijk dat de klassementsmannen zich hier zullen roeren. Daarna volgt immers een afdaling en een stuk licht oplopende vallei van samen zo’n 27 kilometer tot de slotklim, de Col du Portillon.

Net ervoor rijdt de karavaan kortstondig Spanje binnen, de enige kilometers (15 stuks) buiten de Franse landsgrenzen in deze editie.

Opmerkelijk, want elk jaar zet ASO een (grotere) stap in het buitenland. Voor een hele Tour binnen La Douce France moet je zelfs al teruggaan naar 1986, met start in Boulogne, nabij Parijs.

De top van de Portillon vormt de grens tussen Spanje en Frankrijk, ervoor is het 8,3 km klimmen aan 7,1%, met één kilometer halverwege van 8,3%.

Boven zijn dubbele punten voor het bergklassement te verdienen, zoals op elke slotcol in de laatste week – een aanpassing van het reglement. Wellicht zal bolletjestruidrager Julian Alaphilippe weer proberen om zich in de vroege ontsnapping te mengen. Hij kan zijn leidersplaats in het bergklassement (22 punten voor op Warren Barguil) in deze rit verstevigen. Al zal Barguil dat niet zomaar laten gebeuren.

Razende afdaling?

Of de gelijkmatige Col du Portillon een klassementsrenner tot een offensief kan bewegen valt af te wachten, met nog een afdaling van 9 km (gemiddeld 7,2 % naar beneden) en een heel licht dalende slotkilometer tot de finish in Bagnères-de-Luchon.

Die traditionele aankomstplaats inspireerde Chris Froome in 2016, in de afdaling van de Peyresourde, om via een razende afzink 13 seconden op zijn concurrenten te nemen.

Probeert hij in de afdaling van de Portillon nu hetzelfde? Al dan niet na een eerdere aanval in de laatste kilometers van de klim? En hoe reageert geletruidrager Geraint Thomas dan? Zoals de Welshman al aanhaalde: “We mogen zeker niet tégen elkaar beginnen te rijden.” Iets waar hij natuurlijk mee gebaat is.

Mogelijk blijft het Skyduo inderdaad defensief koersen, verscholen achter Kwiatkowski/Poels/Bernal. Louter reagerend op eventuele aanvallen van Dumoulin, Roglic, Kruijswijk, Bardet, en/of het Movistarduo Landa/Quintana, die na een slechte passage in de Alpen beterschap beloven.

Misschien vinden ze wel een bondgenoot in Daniel Martin, die zich zondag op de Pic de Nore al niet kon inhouden en als tiende, met zeven minuten achterstand, in de Pyreneeën alles of niets zal spelen, al is het maar om nog een etappezege mee te pakken.

De vraag is wie dat, op de laatste klim/afdaling misschien geholpen door vooruitgestuurde en eerder ontsnapte ploegmaats, ook nog probeert. En welke renners zich zullen vastklampen aan een ‘kostbare’ ereplaats. Een fenomeen dat je in elke laatste Tourweek ziet.

Mogelijk piment die de rit kan kruiden: deze namiddag worden (onweers)buien voorspeld in en rond Bagnères-de-Luchon. Als zo’n onweer losbarst tijdens de technische en snelle afdaling van de Portillon kan dat in het voordeel zijn van meesterdalers als Bardet, maar ook Dumoulin en zelfs Froome.

Kurts gloriedag

Bij een mogelijke vluchtersgroep kan de Portillon ook een lanceerplatform richting zege worden.

Voor een Belg? Na het uitvallen van Serge Pauwels (elleboogbreuk) is de enige die dat op dit terrein zou kunnen Thomas De Gendt, maar dan moet hij zijn wonderbenen terugvinden, ook geplaagd door een blessure op een ‘vervelende’ plaats.

Op de Portillon kwam 19 jaar geleden al eens een landgenoot als eerste boven: Kurt Van de Wouwer.Hij had, op aanraden van ploegleider Jef Braeckevelt, in de afdaling van de Menté aangesloten bij een vroege vluchtersgroep en kon daarna als enige overlever aanklampen bij de toppers op de slotklim naar Piau-Engaly.

Na Escartin, Zülle, Virenque en Armstrong eindigde Van de Wouwer als vijfde, zijn beste resultaat ooit in een Touretappe – het leverde zelfs een tiende plaats in het klassement op.

Die moest hij in de slottijdrit naar Futuroscope echter afstaan aan Andrea Peron, met amper 22 seconden. Elfde in Parijs was ook mooi, maar er had misschien wel meer ingezeten.

Als de Lottorenner met dezelfde wapens als de tien voor hem had kunnen strijden…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content