Tourrit 20: Froome zónder revolutionair tijdritpak

© reuters
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Als Chris Froome vandaag in Marseille zijn vierde Tourzege definitief wil veiligstellen, zal hij dat zonder zijn revolutionair tijdritpak moeten doen.

Een tijdrit op de voor- (of op twee na) laatste dag, tot 2012 was het vaste kost in de Tour. Sindsdien werd zo’n ultieme chronoproef nog slechts één keer op zaterdag gepland: in 2014. Toen over 54 kilometer (gewonnen door Tony Martin, voor Tom Dumoulin), deze keer over 22,5 kilometer. Samen met de tijdrit in Düsseldorf goed voor in totaal 36,5 individuele kilometers tegen de klok. Dat aantal lag alleen in de Toureditie van 1936 (toen wel víjf ploegentijdritten) en van 2015 (een schamele 13,5 kilometer – de openingsetappe in Utrecht) nog lager.

Twee jaar geleden stond wel nog een ploegentijdrit van 28 kilometer op het menu. Nu niet, waardoor dus in geen énkele Tour de renners zo weinig op hun aerodynamische vehikels zaten als ze dit jaar zullen doen. De uitleg van Christian Prudhomme: “Veel tijdritkilometers veroorzaken tijdsverschillen die de koers verstenen.”

En wat hij er niet bij zei: die zijn in het nadeel van de Franse chouchou Romain Bardet. Absoluut geen chronospecialist in vergelijking met Chris Froome, zoals bleek in de openingstijdrit in Düsseldorf waarin de AG2R-renner over 14 kilometer 39 seconden toegaf op de Brit.

Al zou dat volgens Bert Blocken, professor in de sport aerodynamica, voor een deel te wijten zijn aan de niet-aerodynamische druppelvormige helm van Bardet, waardoor hij 18 seconden verloor. Diezelfde helm zou de Fransman vandaag nog eens 29 seconden kosten over 22,5 kilometer – benieuwd of hij toch een andere tijdrithelm zal dragen.

Maar dan nog zal Bardet meer dan waarschijnlijk nooit de 23 seconden achterstand goedmaken op Froome – hij zal eerder een halve minuut tot zelfs ruim een minuut verliezen. Tenzij de geletruidrager tegen het asfalt zou belanden, of voor de derde keer deze Tour mechanische problemen zou hebben.

Rigoberto Uran, de derde in de stand met 29 seconden achterstand, lijkt gezien zijn tijdritverleden wel nog een waterkansje te maken. Hij verloor in Düsseldorf op Froome weliswaar 51 seconden – nog meer dan Bardet – maar was daar extreem voorzichtig in het regenweer. Al zou de Colombiaan dan weer over een slechte tijdritfiets beschikken.

Niettemin is het geen toeval dat Froome vooral richting zijn vroegere Skyploegmaat kijkt als de enige die hem heel misschien nog kan bedreigen. De laatste drie jaar reed Uran weliswaar geen knaltijdritten meer, maar in de Giro van 2014 won de Colombiaan wel met verve de 42 kilometer lange chronoproef. Sindsdien haalde Uran nooit meer dat niveau – hij werd toen ook tweede in de eindstand van de Giro -, maar nu beschikt hij wel weer over die benen.

Froome in replicamodel

Hoewel Froome bij de parcoursvoorstelling vertelde dat hij door de weinige tijdritkilometers in de Tour van dit jaar vooral op het klimmen zou trainen, ontwierp Team Sky’s kledijsponsor Castelli, in samenwerking met de Norwegian University of Science and Technology, een ‘revolutionaire’ skinsuit voor de Brit. Met de fameuze golfbal-patches op de armen en schouders. Van de drievoudig Tourwinnaar hadden de researchers zelfs een replicamodel in tijdritpositie, om prototypes te kunnen testen.

Het tijdritpak leidde na de openingstijdrit tot heel wat ophef – de Franse ploegen beschuldigen Team Sky zelfs van bedrog -, maar volgens de UCI was alles reglementair. Frappant detail: Froome zal vandaag, in tegenstelling tot zijn andere Skyploegmaats, zijn zogenoemde TT Suit 4.0 in de kast moeten laten liggen, want hij moet met een (minder aerodynamisch) tijdritpak rijden van de kledijsponsor van de Tour, Le Coq Sportif.

Topfavoriet voor de dagzege is Froome sowieso niet: daarvoor komen drie andere renners in aanmerking: wereldkampioen tijdrijden Tony Martin, uit op revanche na zijn ontgoochelende vierde plaats in Düsseldorf, Stefan Küng, toen tweede na Geraint Thomas, en Primoz Roglic, de winnaar in Serre-Chevalier, die samen met Küng de volgende dag op 26 minuten over de finish bolde, zich sparend voor de tijdrit in Marseille.

Aankomst in stadion

Hoe dan ook zal le maillot jaune schitteren aan de Côte d’Azur. Om deze tijdrit binnen te halen betaalde Marseille het vijfvoudige, zo’n 800.000 euro, van wat ASO vraagt voor een ‘gewone’ etappe. Niet toevallig dit jaar, want Marseille is in 2017 de Europese Sporthoofdstad. En ook niet toevallig anderhalve maand voor het IOC bekendmaakt wie in 2024 (en 2028?) de Olympische Spelen mag organiseren. Parijs is, naast Los Angeles, de enige kandidaat, maar Marseille wordt de uitvalsbasis van de zeilcompetitie. Enkele partijen van het olympisch voetbaltoernooi zullen ook plaatsvinden in de Orange Vélodrome, die in 2014 uitgebreid werd tot 67.000 plaatsen, met oog op het EK 2016.

Die thuishaven van Olympique Marseille wordt het decor van de start en finish van deze tijdrit. Geen primeur, want al elfmaal arriveerde er een etappe. De laatste keer in 1967, toen Raymond Riotte op de toenmalige piste rond het veld solo arriveerde – daags voor de rit over de Ventoux, waar Tom Simpson stierf. De laatste aankomst van een Touretappe in een (ander) voetbalstadion – toen voor een ploegentijdrit, gewonnen door Ti-Raleigh – vond plaats in 1979, in het Parc Lescure van Bordeaux.

Naam behouden

Dat 38 jaar later dat nog eens gebeurt, in de Orange Vélodrome, is ook geen toeval. Het stadion viert immers zijn 80e verjaardag. Op 13 juni 1937 geopend met een wedstrijd tussen l’OM en Torino FC én, voorafgaand, een pistemeeting. De wielerpiste verdween in de jaren tachtig, maar de naam Vélodrome werd toch behouden. Ook toen telecommunicatiespecialist Orange in 2016 een tienjarig contract afsloot om zijn naam aan het stadion te koppelen. Een eis van Jean-Claude Gaudin, al sinds 1995 burgemeester van Marseille én groot wielerfan. De tribune langs de kant waar de renners starten, is ook nog altijd genoemd naar een pistier uit de vroege 20e eeuw: Gustave Ganay, afkomstig van Marseille, op zijn 34e overleden bij een val in het Parijse Prinsenpark.

Het parcours van de tijdrit loopt door het hart van de stad, over vlakke wegen langs onder meer de Vieux-Port, de haven, en La Corniche, de weg langs de zee. Wel één flinke puist: de helling naar de kathedraal Notre-Dame-de-la-Garde: 1,2 kilometer aan 9,5 procent, met een piek tot 17 procent.

Na 22,5 km zullen, als het stadion volloopt, 67.000 toeschouwers de renners toejuichen bij de aankomst aan de tribune Jean Bouin (ex-wereldrecordhouder op de 10.000 meter, ook afkomstig van Marseille). Wie interesse heeft: de gratis tickets zijn te reserveren op letour.marseille.fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content