Vernieuwd wielermuseum ‘KOERS’ profileert zich als heiligdom van de wielersport

© GF / KOERS. MUSEUM VAN DE WIELERSPORT - JELLE VERMEERSCH

Na drie jaar verbouwingswerken voor een bedrag van zes miljoen euro heeft het wielermuseum van Roeselare een indrukwekkende gedaanteverwisseling ondergaan.

In aanwezigheid van oud-renners als Freddy Maertens, Benoni Beheyt, Roger Decock, Gilbert Desmet, Willy Van Neste, Eric Van Lancker en Heidi Van de Vijver heropende het wielermuseum in Roeselare zaterdagavond zijn deuren. Terwijl de collectie tijdens de renovatiewerken onderdak vond in de naburige Paterskerk, werd het museum in de voormalige brandweerkazerne aan het Polenplein omgetoverd tot een eigentijds erfgoed-, kennis- en bezoekerscentrum. Daar hoorde ook een nieuwe naam bij: KOERS.

Het wielermuseum viert dit jaar zijn twintigste verjaardag. De collectieverwerving bestond bij aanvang uit de aankoop van enkele representatieve verzamelingen fietsen uit binnen- en buitenland. De fiets heeft ook in het vernieuwde museum nog steeds een prominente plaats. In de Zaal der Wereldkampioenen, een verwijzing naar het Roeselaarse viertal Jean-Pierre Monseré, Patrick Sercu, Freddy Maertens en Benoni Beheyt, wordt de twee eeuwen oude geschiedenis van de tweewieler uit de doeken gedaan: vanaf de loopmachine van de Duitse ingenieur Karl von Drais tot een crossfiets van Sven Nys.

Omdat de zaal ook dienst zal doen voor evenementen, hangen de 22 tentoongestelde fietsen hoog boven de grond en bleef er veel ruimte vrij. Toch blijft de bezoeker niet op zijn honger: op de twee verdiepingen krijgt hij een verwenmenu voorgeschoteld. Zo is er de ‘Service Course’, een open depot met koersfietsen van onder anderen Tom Boonen en Fabian Cancellara.

KOERS toont evenwel veel meer dan alleen maar fietsen. Op de zolderverdieping, voorheen een stoffige, aftandse ruimte, komt de rijkdom van de collectie beter dan ooit tot zijn recht. Zelfs voor een transistorradio en een gezelschapsspel is er nu plaats. Een schilderij van Stan Ockers illustreert dat koers ook cultuur is, een tijdrithelm van Jan Ullrich en een tijdritpak van Ann-Sophie Duyck staan voor de verwetenschappelijking van de sport en leren hoe toepassingen uit andere disciplines als golf en zwemmen hun weg vonden naar het wielrennen. Prikkelend is ook de hoek ‘koers is competitie’, waar uitschuifbare laden enkele unieke schatten verbergen, zoals de olympische trui die Ieperling André Noyelle veroverde op de Spelen van Helsinki in 1952.

De trofeeënmuur kon zaterdagavond op veel bijval rekenen, aan de centrale kleurenwand wisten de genodigden echter niet altijd waar ze naar keken. Een woordje uitleg erbij zou een meerwaarde zijn. Temeer omdat aan veel objecten, zoals de kapotte valhelm van Johan Museeuw die via Helmut Lotti in het museum belandde, beklijvende verhalen vasthangen. Daarvoor verwijst het museum naar zijn nieuwe catalogus, Het mooiste van KOERS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content