Voorbeschouwing Tourrit 11: stilte voor de storm. Of waait het nu al (opnieuw)?

© PHOTOPQR/L'EST REPUBLICAIN/MAXPPP
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Een opwarmingsrit na de rustdag mondt allicht weer uit in een massasprint, vooraleer de renners de Pyreneeën intrekken.

Woensdag 17 juli – Albi – Toulouse (167 km)

Een aankomst in Albi op maandag, een rustdag in de hoofdstad van het departement Tarn op dinsdag, en een start op woensdag. Een trilogie in dezelfde stad die het laatste decennium wel vaker gepland werd: Carcassonne 2018, Le Puy-en-Velay 2017, Bern 2016, Pau 2012, Morzine-Avoriaz en Pau 2010. Het bespaart de renners een extra verplaatsing, ze zullen het verwelkomen na tien dagen koersen.

In Albi, na de officieuze start op de boulevard Général Sibille, leggen ze wel nog een extra toertje af, met passage langs de Sainte-Cécilekathedraal, en het Palais de la Berbie, waar het museum van kunstenaar Henri Toulouse-Lautrec (geboren in Albi) gevestigd is.

Voorbeschouwing Tourrit 11: stilte voor de storm. Of waait het nu al (opnieuw)?

Aangezien de afstand tot aan de aankomstplaats in Toulouse in vogelvlucht slechts zo’n 80 km bedraagt, maken ze na de start een brede lus richting het westen, door de uitlopers van de Pyreneeën.

Voorbeschouwing Tourrit 11: stilte voor de storm. Of waait het nu al (opnieuw)?

Heuvelachtig, maar slechts 167 km lang, een ideale opwarmingsrit vooraleer op donderdag de eerste echte cols aangesneden worden. Renners die zo’n rustdag altijd moeilijk verteren zullen ook dat verwelkomen.

Tweemaal prijs voor Rik I

Gezien de frisse benen na de rustdag, de korte afstand en de aard van het parcours wordt dit de kroniek van een aangekondigde sprint. Tenzij de wind toch weer een rol zou spelen, maar volgens de huidige weersvoorspellingen zou die te zacht blazen (en bovendien op kop, in de laatste 35 kilometer).

In die laatste 35 kilometer golven de wegen wel op en neer, en op 5,5 kilometer van de finish in Toulouse ligt nog een klein bultje van 1,5 km aan gemiddeld zo’n vijf procent – mogelijk een springplank voor een aanval, maar allicht zal het tempo van de sprintersploegen daarvoor te hoog liggen.

Na de top gaat het in licht dalende lijn richting de finishlijn op de Boulevard Lascrosses. Met in de slotkilometer eerst twee brede bochten en dan een laatste rechte lijn van ruim 500 meter. Dat wordt dus een razendsnelle sprint.

Voorbeschouwing Tourrit 11: stilte voor de storm. Of waait het nu al (opnieuw)?

Sprinten is trouwens een traditie in een vlakke sprintersrit na een jour de repos: Marcel Kittel won in 2017 en 2013 in Bergerac en Saint-Malo, André Greipel zegevierde in 2009 in Carmaux, Mark Cavendish sprintte in 2009 als snelste in Issoudun, Oscar Freire was in 2006 de rapste in Dax en Robbie McEwen triomfeerde in 2004 in Guéret.

Wie is nu de snelste? Gezien de dalende laatste rechte lijn wordt het allicht een gevecht tussen Dylan Groenewegen en Elia Viviani, de twee sprinters die over de beste treintjes beschikken. En positionering wordt door de hoge snelheid cruciaal.

Deze keer geen Wout van Aert dus, die zal weer ingeschakeld worden in de lead-out van Jumbo-Visma.

De revanche van Rik I

In aankomststad Toulouse hebben in het verleden ook veel sprinters de handen in de lucht gestoken: als laatste Cavendish in 2008, in de gietende regen, zijn tweede van dertig ritzeges. Rik Van Steenbergen in 1949, zeventig jaar geleden, als eerste. Een verplicht nummer voor de Antwerpenaar, die Ronde van Frankrijk, maar als hij als lid van de Belgische ploeg niet deelnam, dan zou hij geen ticket krijgen voor het WK in Kopenhagen.

Na een miskleun op de piste in Bordeaux, geklopt door Guy Lapébie, sloeg Van Steenbergen toch toe op de velodroom van Toulouse.En de volgende maand ook in Denemarken, op het wereldkampioenschap -zijn eerste regenboogtrui.Zes jaar later veroverde hij ook in Toulouse zijn vierde en laatste ritoverwinning in de Tour, na een legendarische spurt tegen Rino Benedetti, Miguel Poblet en Stan Ockers.

Een pijl voor VDB

Opvallend: de laatste keer dat een vluchtersgroep standhield in vlakke postrustdagetappe dateert al van 2003, toen Juan Antonio Flecha op 14 km van de finish wegsprong uit een kopgroep en naar de zege soleerde in … Toulouse. De in Buenos Aires geboren Spanjaard was eindelijk verlost van veel frustraties door talloze ereplaatsen. En van het geplaag van zijn vrienden, die vaak lachten dat zijn boog niet strak genoeg gespannen stond. Flecha repliceerde dat hij ooit zijn pijl (in het Spaans … flecha) wel zou afvuren.

En dus schoot hij in de hoofdstad van de Haute-Garonne, als zegegebaar, een denkbeeldige pijl af, zoals bij zijn eerste profoverwinning in de Ronde van Aragon, in 2011. Extra motivatie voor de Catalaan: zijn Franse vriendin, Lourdes, is geboren en getogen in Toulouse en werkte er ook, waardoor hij ook de finale perfect kende en wist waar hij kon demarreren. Zijn (liefdes)pijl was ook voor haar.

Minder bekend is dat Flecha, tegenwoordig analist en parcoursverkenner bij de wieleruitzendingen van Eurosport, ’s avonds ook nog een goeie vriend uit België aan de lijn kreeg: Frank Vandenbroucke. Een jaar later werden ze ploegmaats bij Fassa Bortolo en werd de band tussen de twee nog hechter.

Voorbeschouwing Tourrit 11: stilte voor de storm. Of waait het nu al (opnieuw)?
© BELGAIMAGE

Telkens als Flecha de Vlaamse koersen ging verkennen, sliep hij in VDB’s huis in Nieuwkerke. Die had er een gastenkamer laten inrichten, die hij noemde naar zijn vriend: La chambre Flecha. Toen de Spanjaard in 2010 de Omloop Het Nieuwsblad won, was de pijl die hij aan de finish afschoot, dan ook voor de enkele maanden ervoor overleden Vandenbroucke.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content