Waarom Chris Froome de Tour niet wint

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Toen Chris Froome vorig jaar met groot overwicht zijn derde Tour won, droomde hij al van een vierde eindzege. Ook voor veel waarnemers leek het dan al een formaliteit. Toch zijn de voortekenen ongunstig. Vijf redenen waarom de Skyrenner de Tour níét zal winnen.

1.

Met grote ambitie trok Chris Froome naar het voorbije Criterium du Dauphiné. Na een zeer rustig voorseizoen met amper 19 koersdagen – bewust gepland om frisser te zijn in de Vuelta, die de Brit ook wil winnen – zou hij tonen dat hij klaar was voor de Tour. En zijn reeks voortzetten, want zowel in 2013, 2015 en 2016 won hij zowel de mini-Tour de France in juni als de ‘echte’ versie in juli.

De Skykopman stootte deze keer in de Dauphiné echter op een ijzersterke Richie Porte, en een verrassende Jakob Fuglsang. Bovendien bleken zijn benen, zowel bergop als in het tijdrijden, niet zo soepel te wentelen als de voorbije jaren.

De enige keer in de voorbije vier jaar dat Froome de Dauphiné niet won, toen hij in 2014 pas twaalfde werd, crashte hij in de daaropvolgende Tour, in de uitgeregende kasseirit naar Arenberg, en moest hij opgeven.

Zo trekt Froome zonder één enkele zege in 2017 naar Düsseldorf. Ook dat is geen goed teken: in de laatste 50 jaar, sinds 1967, wonnen er slechts zeven renners La Grande Boucle met nul overwinningen in de eerste seizoenshelft op hun conto.

Bovendien ging het telkens om aparte of verrassende eindwinnaars: Andy Schleck in 2010 (na de dopingschorsing van Alberto ‘0,0000005’ Contador), Carlos Sastre in 2008 (een grote outsider), Oscar Pereiro in 2006 (dankzij een marathonontsnapping en nadat Floyd Landis op een te hoog testosterongehalte werd betrapt), Lance Armstrong in 2005 (al werd diens zege, net als zijn zes voorgaande, geschrapt wegens doping), Greg LeMond in 1990 en 1989 (na een miraculeuze comeback, na een jachtongeval) en Roger Pingeon in 1967 (nog zo’n outsider die profiteerde van een marathonvlucht).

2.

De geboren Keniaan droomt niet alleen van een vierde zege, maar ook van een evenaring van het record van Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain (vijf stuks).

Opvallend: geen enkele renner heeft vier eindoverwinningen in de Tour op zijn naam staan. Wel drie coureurs met drie (Philippe Thys, Louison Bobet en Greg LeMond), maar zij bleven op dat aantal steken. Degenen die wel een vierde Tourzege behaalden – het bovengenoemde viertal -, stoomden telkens door naar vijf eindoverwinningen.

Geen van die vier was echter al zou oud als Froome (op 20 mei 32 geworden) toen hij zijn vijfde recordzege behaalde. Merckx was er pas 29, Anquetil en Hinault telden 30 lentes, Indurain 31. Ook Thys en Bobet (beiden 30 jaar) en LeMond (29 jaar) slaagden er niet meer in om op de leeftijd van Froome nog een (vierde) Tourzege te boeken.

3.

De Skybots lijken dit jaar niet zo buitenaards: Wout Poels, Froomes sterkste ploegmaat in de vorige Tour, sukkelde met knieproblemen en neemt niet deel, die andere meesterknecht van weleer, Richie Porte, is nu de grootste rivaal.

Froome beschikt wel over vijf renners die al top twintig reden in de Tour (Kwiatkowski 11e, Henao 12e, Nieve 12e, Thomas 15e, Knees 19e), maar de vraag is of zij ook in het hooggebergte hem kunnen bijstaan.

Kwiatkowski werd in de voorbije Dauphiné 43e, en in de Ronde van Zwitserland strandde Mikel Nieve in een zwak deelnemersveld op de 9e stek. Parijs-Nicewinnaar Sergio Henao raakte in de Route du Sud, niet verder dan een 19e plaats, Geraint Thomas werd er 25e. De vraag is ook of Thomas weer met zijn topvorm kan aanknopen, nadat hij in de Giro moest opgeven na een val – al zou hij wel op het goeie spoor zitten.

Mikel Landa rijdt, nadat hij wel de hele Giro afwerkte en uitblonk in de bergen, ook de Tour, maar met tegenzin, want hij had zijn zinnen op de Vuelta gezet. Bovendien zou hij volgend seizoen naar Movistar trekken. Zal de Spanjaard zich de ziel uit het lijf rijden voor Froome? Of cavalier seul spelen?

4.

Froome gaf het zelf al aan: het parcours is allerminst op zijn maat gesneden. Amper drie aankomsten bergop en slechts 36,5 kilometers tegen de klok, daar waar hij de voorbije jaren telkens zijn slag sloeg.

ASO bouwde een Tour voor aanvallers, en dat past niet echt in het kraam van de defensieve tactiek van Sky. Anderzijds verraste de Keniaanse Brit vorig jaar zelf met aanvallen in de afdaling van de Peyresourde en in de rit naar Montpellier, met een miniwaaier. Dat verrassingseffect kan hij nu minder uitspelen.

5.

Voor het eerst sinds zijn eerste Tourzege botst Froome op een renner die vooraf zowel bergop áls in het tijdrijden duidelijk de betere was: Richie Porte. De Tasmaniër zit in de vorm van zijn leven, en lijkt ook mentaal (in het verleden weleens een probleem voor de emotioneel wispelturige Porte) meer dan ooit klaar om zijn ex-ploegmaat het vuur aan de dunne schenen te leggen.

Bovendien is de BMC-renner zeer getergd na de voorbije Dauphiné, waarin Froome volgens Porte meer reed om hem te doen verliezen, dan om zelf te winnen. ‘Ik zal dat in juli niet vergeten’, aldus de Australiër. Dat zal moeten blijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content