Waarom de dominantie van Annemiek van Vleuten in de Tour de Femmes wél goed kan zijn voor het vrouwenwielrennen

© iStock
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

In haar niet te stoppen zoektocht naar perfectie wordt Annemiek van Vleuten, zelfs op haar 39e, steeds beter. Dat ze in de Tour de France Femmes zo bergop iedereen overklaste, is tekenend voor de grote groeimarge van het vrouwenwielrennen. Dat hoeft daarom niet negatief te zijn. Integendeel.

Het duurde zaterdag 56 minuten en 42 seconden eer, na winnares Annemiek van Vleuten, de laatste renster over de finishlijn bolde. Na een zware bergrit van 127 km, inclusief drie Vogezencols en bijna 3000 hoogtemeters.

Helaas voor die renster, de Amerikaanse Emily Newson, arriveerde ze buiten tijd, net als vijf andere collega’s. De laatste die wel nog de tijdlimiet haalde, was de Belgische kampioene Kim De Baat, op 38 minuten en 20 seconden.

Al even opvallend: de achterstand van de rensters in het bovenste gedeelte van de rituitslag: 1 vrouw (Demi Vollering) binnen de 5 minuten van Van Vleuten, 8 rensters binnen de 10 minuten, slechts 17 vrouwen binnen de 15 minuten.

Nochtans gingen ze stuk voor stuk tot het gaatje. Soms tot ver over de limiet. Tot ze snikkend en amechtig happend naar adem op het asfalt neervielen. Zelfs een emotionele Demi Vollering stamelde na afloop dat ‘een dag nooit langer had geduurd’, in haar poging om Annemiek van Vleuten zo lang mogelijk te volgen.

Negatieve commentaren

Intussen stond de kersverse geletruidraagster fris en monter de internationale pers te woord. Na nochtans een solo van 62 km, en getrapte wattages (tot 5,3 watt per kg) die in het vrouwenwielrennen zelden of nooit vertoond waren. Tenzij door Van Vleuten zelf, of in duistere epotijden.

En dus doken op sociale media ook de te verwachten negatieve commentaren op. Over hoe de verpletterende dominantie van Annemiek van Vleuten bewees dat de concurrentie amper iets voorstelt.

Zelfs een hevige verdedigster van het dameswielrennen tweette de volgende morgen dat het ‘goed zou zijn indien Annemiek vandaag niet weer al op de eerste col aan de boom schudt.’

Dat deed de Nederlandse zondag niet, mede door haar vele fietswissels, en omdat de gele trui toch al binnen was. Versnellen aan de voet van La Planche des Belles Filles bleek meer dan voldoende voor ritwinst. Deze keer bleek het slagveld achter Van Vleuten ook ‘beperkter’: 17 rensters binnen de 5 minuten, Demi Vollering moest slechts een halve minuut toegeven.

Een machine

De conclusie bleef niettemin dezelfde: de Movistarrenster was geen partij voor de rest. Nota bene nadat ze in het begin van de week bijna geveld werd door een maaginfectie, en toen amper haar koffer kon pakken.

Maar, wist haar ploegleider Sebastián Unzué: ‘Op 95 procent is Annemiek nog steeds de beste. Elk normaal mens zou niet herstellen van zo’n ziekte. Maar zij is niet normaal, ze is een machine.’

Het is een van de hoofdredenen voor Van Vleutens alleenheerschappij in het hooggebergte: ze is extreem getalenteerd. Toen ze in 2010, op haar al 27e, haar job opgaf om fulltimerenster te worden, won ze dat seizoen al meteen de Route de France, naast de Giro toen de belangrijkste rittenkoers voor vrouwen. Nog een jaar later schreef ze al de Ronde van Vlaanderen op haar palmares.

Daar zou ze later nog een regenboogtrui op de weg, twee wereldtitels en een olympische titel in het tijdrijden, drie eindzeges in de Giro Donne, twee keer Luik-Bastenaken-Luik, en nog een zege in Vlaanderens Mooiste aan toevoegen. Een diverse erelijst (los van de tijdrittitels) die bij de mannen alleen ene Eddy Merckx kan voorleggen.

De perfectere perfectie

Naast de beperktere tegenstand en haar buitengewone talent te danken aan wat Van Vleuten zaterdag zelf aanhaalde: een trainingsregime dat bij de vrouwen zijn gelijke niet kent. Omdat niemand het kan opbrengen en niemand dat simpelweg ook aankán.

Tot negentig dagen per jaar verblijft ze op grote hoogte, pendelend tussen Andorra, Livigno, de Teide-vulkaan op Tenerife, en zelfs Colombia. Naast de mentale rust die de Nederlandse er vindt, verstevigde ze er de laatste jaren haar fysieke fundamenten, intussen gemaakt van gewapend beton.

Van Vleuten kan er zichzelf zo pijnigen dat ze, zelfs op haar 39e een beetje beter wordt. Zelfs haar trainer Louis Delahije verbaasde er zich over dat ze in de voorbije Giro nog hogere waardes trapte dan vorig seizoen, toen ze olympisch tijdritkampioene werd.

Meer dan gelijk welke zege is dát wat Van Vleuten drijft. De vreugde om de schijnbaar gevonden perfectie temperen, om de volgende dag geprikkeld te worden door de zoektocht naar een nog ‘perfectere perfectie’.

Winnen is het logische gevolg van dat proces. Een proces waar Van Vleuten zaterdag zelf ook een belangrijke kanttekening bij plaatste: dat zij door al die trainingsuren en jaren een niveau gehaald heeft dat (voorlopig) onbereikbaar is voor jongere rensters. En dat haar regime ook geen standaard kan zijn voor hen, omdat ze zich kapot zouden trainen.

Meer dan echter te benadrukken dat Van Vleuten zo té dominant is en dat ze zo elke spanning uit de race haalt, kan je ook aangeven dat haar hyperprofessionele aanpak (mét ‘vijf procent ontspanning’ zoals ze in Vive le Vélo beklemtoonde), en ook haar charisma naast de fiets op korte en (middel)lange termijn als lichtend voorbeeld kan dienen.

Het zal Demi Vollering, op haar pas 25e, en vele anderen ertoe aanzetten om zelf nog beter te worden – afhankelijk uiteraard van het aanwezige talent.

Nalatenschap

Dat Van Vleuten en de intussen ook al 35-jarige Marianne Vos (met twee ritzeges en de groene trui) dé twee figuren van de eerste officiële Tour de France Femmes waren, is dan ook het beste wat het vrouwenwielrennen kon overkomen.

Dat de strijd om te gele trui in het slotweekend niet spannend was, so be it. In een Tour die een cruciale mijlpaal was, en die qua kijkcijfers, publieke belangstelling langs de kant van de weg en media-aandacht de verwachtingen overtrof, is hun inspirerende rol nú belangrijker.

Het zal op termijn, als Van Vleuten na 2023 gestopt is, en Vos nog x jaar later, het niveau van het vrouwenwielrennen alleen maar opkrikken. Met veel meer rensters die ook in het hooggebergte een Van Vleuteniaans niveau halen/benaderen.

Zodat organisator ASO niet meer afkerig moet zijn om etappes in de Alpen of Pyreneeën te programmeren, uit schrik dat de achterstand van 90 procent van het peloton te hoog zou oplopen.

Evenzeer als haar imposante palmares zal dat dé nalatenschap van Annemiek van Vleuten worden. En meer dan haar alleenheerschappij zullen we dat binnen tien, twintig jaar ook onthouden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content