Waarom de sprint tussen Van der Poel en Van Aert zo uitzonderlijk was

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Een sprint voor de eeuwigheid, die Mathieu van der Poel als ‘de sprint van zijn leven’ bestempelde. Hoe uitzonderlijk was zijn duel met Wout van Aert als slot van een zinderende Ronde van Vlaanderen? Een analyse, aan de hand van vier redenen.

Omdat Van der Poel en Van Aert zelden tegen elkaar ‘à deux’ hebben gesprint

‘In de cross is het nog niet vaak voorgekomen. En op de weg is het een van de eerste keren dat we met zijn tweeën naar de meet zijn gereden’, groef Mathieu van der Poel tijdens de persconferentie in zijn geheugen.

Een terechte vaststelling, want hoewel hij en Wout van Aert het bij de profs al in 137 races tegen elkaar hebben opgenomen (116 crossen en 21 wegkoersen), gingen ze in de Ronde van Vlaanderen pas de dérde maal met zijn tweeën naar de laatste rechte lijn, voor een échte sprint.

Op de weg zelfs voor de alleréérste keer, want in die vier keer dat ze voordien samen op het podium stonden, was het telkens na een sprint met een groepje: toen Van der Poel in 2017 de sprint won in de tweede rit van de Belgium Tour (in een groep van zeven) en in Dwars door het Hageland (in een groep van vier), waar Van Aert telkens derde werd. Toen Van Aert dat jaar op zijn beurt sneller was dan Van der Poel in de Brugse Elfstedenronde (in een groep van negen). En toen ze in 2018 als tweede en derde eindigden na Matteo Trentin op het EK in Glasgow.

De twee vorige sprints ‘à deux’ waren dus in het veld: de eerste keer in de manche van de BPost Bank Trofee in Hamme op 30 november 2014, in het eerste volledige profseizoen van beide renners. Op het laatste bultje moest Van Aert er even voet aan de grond zetten, waardoor Van der Poel enkele meters nam. De Kempenaar gaf zich echter niet gewonnen en remonteerde de Nederlander nog met een machtige sprint op de lange laatste rechte lijn.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Twee jaar later, op 16 oktober 2016, ging Wout van Aert in de Superprestigemanche in Zonhoven, als eerste de laatste bocht in, maar hij haperde in het zand, waardoor Van der Poel op zijn beurt met een minisprintje de Belg nog voorbijstak in de laatste vijftig meter. En vervolgens als een vis happend naar lucht, op de grond viel.

Bekijk hieronder de sprint vanaf 7:32.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook in Namen 2015, Diegem 2016, Antwerpen 2016 en 2017 vochten de twee rivalen een felle strijd uit in de slotronde, maar toen kon Van der Poel telkens een kloofje slaan in de laatste honderden meters, waardoor het nooit een echte sprint werd.

Zelfs in al hun crossen bij de jeugd gingen de Belg en de Nederlander nooit met zijn tweeën naar de finish voor een sprint, vaak omdat Van der Poel toen (en ook later bij de profs) in het veld superieur was en al vroeg wegreed.

Omdat een sprint tussen twee jarenlange rivalen sowieso uitzonderlijk is

Nu de rivaliteit tussen Van Aert en Van der Poel ook op de weg helemaal losbarst, wordt er teruggegrepen naar andere duels van dit kaliber in het recente verleden, vooral tussen Tom Boonen en Fabian Cancellara. Maar zij hebben in een klassieker nooit een sprintduel onder hun beiden uitgevochten zoals de twee wereldkampioenen veldrijden.

Slechts twee keer sprintten de Belg en de Zwitser om de zege, maar telkens in een groepje van drie renners: in de E3 Harelbeke van 2007 en Parijs-Roubaix 2008, toen Boonen won en Cancellara telkens als tweede eindigde, met respectievelijk Marcus Burghardt en Alessandro Ballan als derde.

In de E3 Harelbeke en de Ronde van Vlaanderen 2010 knalde Spartacus op zijn beurt Boonen uit het wiel, respectievelijk in de slotkilometer en op de Muur van Geraardsbergen.

Een sprint met zijn tweeën in Vlaanderens Mooiste is wel niet uitzonderlijk: de laatste keer tussen Alexander Kristoff en Niki Terpstra in 2015, daarvoor tussen Leif Hoste en Alessandro Ballan in 2007, tussen Tom Boonen en Leif Hoste in 2006, en tussen Peter Van Petegem en Frank Vandenbroucke in 2003. Op Hoste vs. Ballan na nooit zo spannend als zondag. En nooit tussen twee jarenlange rivalen, die op zo veel vlakken, ook in de sprint, zo aan elkaar gewaagd zijn.

Waarom de sprint tussen Van der Poel en Van Aert zo uitzonderlijk was
© BELGA

Omdat Van der Poel ook de perfecte, tactische sprint reed (en Van Aert toch bijna won)

Hoewel Van der Poel Van Aert niet kon losrijden op de Oude Kwaremont en de Paterberg, had de Nederlander duidelijk controle over de wedstrijd. Onder meer toen hij op de Kwaremont het steile gedeelte op kop reed, net als op de hele klim van de Paterberg, zonder dat de Kempenaar kon overnemen. Een duidelijk verschil met Gent-Wevelgem, waar een imponerende Van Aert de dans leidde op de Kemmelberg, met Van der Poel zich vastbijtend in het wiel.

Met die nuance dat een zeer sterk ogende Julian Alaphilippe zonder zijn botsing tegen de motor misschien een nog andere plaat had kunnen opleggen. Nadat hij was weggevallen, wisten Van der Poel en Van Aert dat het op een sprint zou uitdraaien, er immers van overtuigd dat ze elkaar konden kloppen. De Nederlander met de les van de Brabantse Pijl in het hoofd: toen keek hij te veel naar Julian Alaphilippe en liet hij zich zo ringeloren, nu wilde hij absoluut zijn éígen sprint rijden.

Wat Van der Poel ook deed, nog lucide genoeg om in zo’n bloedstollend moment, met een hartslag van 190, de kalmte te bewaren. Hij liet zich op 1,3 kilometer van de finish wel de kop opdringen door Van Aert, zwenkte dan van links naar rechts, van rechts naar links, en weer van links naar rechts. Om vervolgens tegen de dranghekken, de laatste 500 meter aan te vatten.

Als een pistier loerend om de linkerschouder, bewust de snelheid laten zakken tot gemiddeld 32,8 kilometer per uur over de volgende 310 meter. Tot Van der Poel op 190 meter van de eindstreep de sprint lanceerde nét nadat hij voor de maar liefst 32e(!) keer achterom gekeken had. Met het idee dat hij vanuit een lagere snelheid en met zijn grotere explosiviteit in de eerste vijf seconden Van Aert kon verrassen.

Wie de beelden echter goed analyseert, ziet hoe de Kempenaar bij de aanzet van MVPD metéén reageerde, geen kloofje moest laten en na vijftig meter al langszij kwam. Maar nooit helemaal – het scheelde tien centimeter aan de finish. Na een sprint van 13 seconden over 190 meter met gemiddeld zo’n 53 kilometer per uur, volgens Van Aerts Strava-account met een topsnelheid van 55,8 kilometer per uur. Niet supersnel, maar de laatste 50 meter op de Minderbroederstraat loopt dan ook heel licht bergop.

Waarom de sprint tussen Van der Poel en Van Aert zo uitzonderlijk was
© BELGA

Had Van Aert de sprint gewonnen als hij zelf van verder was aangegaan? Of meer had geprofiteerd van Van der Poels slipstream? Misschien, maar feit is dat hij over een sprint van 190 meter, ook niet superkort, niet over de Nederlander raakte. Mogelijk net dat tikkeltje kracht tekortschietend door zijn duik in de gracht op 113 kilometer van de aankomst, en door zijn kettingprobleem in de afdaling van de Stationsberg waardoor hij op de Taaienberg all-in moest gaan om Van der Poel en Julian Alaphilippe bij te benen.

Details die meespelen, zoals ook het materiaal (wat vaak wordt vergeten): Van der Poel rijdt sinds Tirreno-Adriatico op het nieuwste Aeroad CFR-model van fietsenfabrikant Canyon. Een model waar vier jaar aan gesleuteld werd, en dat in een vergelijkende test tussen verschillende merken als de meest aerodynamische fiets uit de bus kwam in een sprint van… 200 meter.

Sneller dan de Bianchifiets waar Van Aert mee sprintte? Dat laten we in het midden, want die werd niet in de test opgenomen, maar als het verschil op de streep slechts tien centimeter is, dan kan zo’n aero bike mede een (miniem tot klein) verschil hebben gemaakt. In wat trouwens ook de de snelste Ronde van Vlaanderen op het nieuwe lussenparcours was (gemiddeld 42,52 km per uur, weliswaar zonder Muur en 25 km korter dan de voorgaande edities sinds 2012).

Omdat de sprint getuigde van respect

Geen vreemde uitwijkmanoeuvres, zoals de voorbije weken vaker gebeurde, wel alle twee kaarsrecht sprintend, kop in de grond, alles gevend tot de streep. Een ultieme krachtmeting die gevolgd werd door een omhelzing. Uitbollend sloeg Van Aert immers een arm om de schouders van Van der Poel. Een mooi gebaar dat niet in beeld kwam, maar getuigde van respect.

Nochtans hadden ze in aanloop naar de Ronde niets van hun pittige verklaringen na Gent-Wevelgem teruggenomen, en zat er aan de start in Antwerpen ook geen vuistje in, wat Julian Alaphilippe, die rechts naast hen stond, wel uitdeelde aan de twee andere grote tenoren.

Maar tijdens de race – onder meer toen Van der Poel op de top van de Nieuwe Kwaremont Van Aert, die in het wiel zat, sportief wees op een verandering van richting – en ook na de finish bleek het respect voor elkaar toch groot.

Toen ze elkaar op het podium wel een vuistje gaven, inclusief een tikje met de champagneflessen. En ook verbaal, toen Van Aert eerlijk toegaf dat Van der Poel iets sterker was, reagerend als een groot kampioen. Zoals hij maandagmorgen de Nederlander op Instagram ook bedanktte om hem al die jaren tot zijn limiet te pushen, leidend tot hun “closest battle ever“. Afsluitend met: “To be continued.”

Zo eindigde de Ronde van Vlaanderen op een duel waar iedereen vooraf van droomde en werd het tegelijkertijd het duel van de toekomst. Tussen twee rivalen van nog altijd maar 25 en 26 jaar. Ook al zullen ze elkaar allicht nog weleens in de haren vliegen, maar als dat telkens gevolgd wordt door zo’n prangende sprint, zullen wielerliefhebbers aller landen dat er graag bijnemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content