Waarom een podium met Van der Poel, Van Aert en Pidcock zo uniek is

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

1. Mathieu van der Poel, 2. Wout van Aert, 3. Tom Pidcock: het podium van de Wereldbekercross, afgelopen zondag in Namen. Om meer dan één reden uitzonderlijk en zelfs uniek.

Even zag het ernaar uit dat Tom Pidcock in Namen Mathieu van der Poel zijn tweede nederlaag op rij zou toedienen in een veldrit. Het was een stunt geweest, want de laatste keer dat de Nederlander twee opeenvolgende crossen niet won, dateert al van januari 2017, toen hij in de Wereldbekerrace in Hoogerheide pas als 24e finishte en vervolgens tweede werd op het WK in Bièles, na Wout van Aert.

Sindsdien, in een reeks van 107 crossen (tot en met Namen), verloor Van der Poel slechts 12 maal, maar won hij télkens de race erop, zoals ook zondag in Namen, na de nederlaag in Gavere tegen Tom Pidcock, de week ervoor.

Met dank aan een verschroeiende slotronde, waarin hij de fastest lap van de hele wedstrijd neerzette: 6’42”, alleen geëvenaard door Tom Pidcock in de vierde ronde. Hoewel Van der Poel ervoor naar eigen zeggen tegen de limiet zat, had hij in die slotomloop dus nog wat over, als volbloedkiller die met het zicht op de finish nog dat tikje sneller kan gaan (6 seconden rapper dan zijn voorlaatste ronde, 17 seconden rapper dan zijn op twee na laatste ronde). Profiterend ook van zijn technische superioriteit door bij het opdraaien van de cruciale kasseistrook op de fiets te blijven zitten, in tegenstelling tot Van Aert of Pidcock, die telkens moesten afstappen.

Waarom een podium met Van der Poel, Van Aert en Pidcock zo uniek is
© BELGA

Wout van Aert werd zo tweede, voor de 52e keer na MVPD in zijn profcarrière als veldrijder. Tom Pidcock moest tevreden zijn met de derde plaats. Op een leeftijd van 21 maanden, 4 maanden en 21 dagen als jongste crosser ooit die op het podium van een veldrit bij de profs stond met de twee ‘cyclocross kings’, zoals Pidcock hen omschreef.

Medaillewinnaars op WK’s

Na een wedstrijd om vingers en duimen bij af te likken, waarin het niveau ongelofelijk hoog lag. Niet toevallig met drie multitalenten die niet alleen in het veldrijden, maar ook in andere wielerdisciplines al meermaals hun grote klasse hebben getoond.

Zowel Van der Poel, Van Aert als Pidcock hebben op WK’s op de weg al medailles behaald: de Nederlander werd wereldkampioen bij de junioren in 2013, de Belg behaalde twee keer zilver op het afgelopen WK in Imola bij de profs, en de Brit veroverde de tijdrittitel bij de junioren in 2017 en brons bij de beloften op de weg in 2019.

Drie ex-medaillewinnaars op een WK op de weg (bij de jeugd/elite) die in een klassementscross bij de profs de eerste drie plaatsen bezetten: dat is nog nooit gebeurd, sinds de Superprestige in 1982 werd opgericht en later de GVA-Trofee (vanaf 1987) en de Wereldbeker (vanaf 1993) volgden.

Waarom een podium met Van der Poel, Van Aert en Pidcock zo uniek is
© BELGA

Voor het eerst eindigden ook de regerende winnaars van de Ronde van Vlaanderen (Van der Poel) en van Milaan-Sanremo (Van Aert) als één en twee in cross. En Tom Pidcock won afgelopen wegseizoen ook de Baby Giro, de Ronde van Italië voor beloften. Plus ook een wereldtitel in het e-mountainbiken, én bij de beloften. Een discipline waarin Van der Poel ook al WK-brons behaalde (in 2018 in Lenzerheide).

Dat Michael Vanthourenhout en co het onderspit moesten delven tegen die drie toptalenten, is dus niet meer dan logisch. Al kon Eli Iserbyt wel het excuus aanvoeren van zijn materiaalpech, en was Toon Aerts niet top na een botsing tegen een bestelwagen op training.

Maar zelfs op topniveau zullen zij tegen Van der Poel en Van Aert, die nog altijd in een opbouwfase zitten, allicht ook in de komende crossen tekortschieten. Gezien de klasse van de twee ‘cyclocross kings’ is dat geen schande.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content