Waarom het BK wielrennen in Middelkerke het kortste kampioenschap sinds héél lang is

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Welgeteld 208,7 km lang is het Belgische wegkampioenschap voor elite mannen, zondag in Middelkerke. Of beter: kort, want het is liefst 82 jaar geleden dat de nationale titelstrijd zo weinig kilometers telde. Hoe komt dat?

Tweemaal een passage door De Moeren, als onderdeel van een ronde van ongeveer 35 km. Plus de heen- en terugkeer daarnaartoe. Plus het plaatselijke parcours in Middelkerke van 13,8 km dat de renners zesmaal moeten afleggen. Goed voor samen ‘slechts’ 208,7 km.

Voor het eerst sinds 1941 is het nationaal kampioenschap zo korter dan 220 km, toen over een parcours van 218 km in Namen, gewonnen door André Defoort.

Voor een nog korter BK dan dat in Middelkerke moet je nog een jaar vroeger teruggaan in de geschiedenis. Naar 1940, toen de titelstrijd in Wilrijk over slechts 175 km gespreid werd. Odiel Van Den Meerschaut mocht er toen de tricolore trui aantrekken.

Ter vergelijking: in 2008 was het BK in Knokke 254,6 km lang. Ook de kampioenschappen in Geel (2012, 253,5 km), Wielsbeke (2014, 250,2 km) en Tervuren (2015, 250 km) rondden de kaap van de 250 km.

Het langste BK ooit is dat van Quaregnon in 1951, toen Lode Anthonis won na 298 km.

Geen minder aantrekkelijke koers

De komende titelstrijd in Middelkerke is 90 km korter. Een beslissing van Johan Museeuw, die voor de organisatoren het parcours uittekende in zijn streek.

Hij koos er niet alleen voor om de hellingen van het West-Vlaamse Heuvelland en ook kasseistroken van de Steenstraat te mijden – ‘Niet elke wedstrijd hoeft een kopie te zijn van Gent-Wevelgem of de Ronde van Vlaanderen. Een vlakke koers aan zee, op mooie, brede wegen, met de wind als factor is ook mooi’ – hij beperkte dus ook de afstand tot 208,7 km.

‘Ik vind het onnodig om Belgische kampioenschappen van 250 km en meer te organiseren. Wat is daar het nut van? Het programma is al druk genoeg voor de renners, zeker voor diegenen die volgende week in de Tour starten. Die zullen er niet rouwig om zijn.’

‘Bovendien moeten we af van het idee dat een koers met minder kilometers minder aantrekkelijk zou zijn. Integendeel: als de afstand korter is, zullen renners vlugger beginnen te koersen. En krijg je uiteindelijk toch dezelfde winnaar. Het zijn de renners en de weersomstandigheden die het koersverloop bepalen, niet de parcoursbouwers.’

‘En nog een extra voordeel: zo kunnen we zondag ook het BK voor de vrouwen (119, 9 km lang, nvdr) op een beter uur laten starten en laten eindigen (11 en 14 uur). Iedereen tevreden dus’, aldus Museeuw.

West-Vlaamse reeks

Opvallend: voor de derde keer, in een reeks van vier BK’s op de weg, vindt de nationale titelstrijd voor elite plaats in West-Vlaanderen. Na Anzegem (2020), Waregem (2021), nu Middelkerke en volgend jaar Izegem.

De laatste keer dat een BK viermaal op rij in dezelfde provincie werd gereden dateert al van 1970, toen het Naamse Yvoir het kampioenschap organiseerde, na drie opeenvolgende keren in Mettet (1967, 1968 en 1969).

Middelkerke is al het zesde West-Vlaamse BK sinds 2008, op 15 edities. Vroeger werd met een beurtrol per provincie gewerkt, om zo veel mogelijk verschillende regio’s in België op te zoeken.

Tegenwoordig geldt echter het hoogste bod van een kandidaat-organisator/gemeente. In het wielergekke West-Vlaanderen willen die, meer dan elders, daarin investeren.

De provincie Antwerpen blijft wel koploper met de meeste BK-organisaties (18 keer).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content