Waarom in de Giro de echte strijd om het roze nog moet beginnen

© Getty Images/iStock
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Na vijftien vaak geanimeerde ritten is niets in het algemene klassement van de Giro al beslist. Welke drie factoren zullen die strijd om de roze trui in de derde week bepalen? Een overzicht.

1) Het zwaarste moet nog komen

Hoewel we al een korte tijdrit, een zware bergrit naar Blockhaus en een spektakeletappe afgelopen zaterdag naar Turijn achter de rug hebben, zijn ze met zijn vijven, de renners die binnen de 1 minuut en 1 seconde in de top vijf van het algemene klassement staan:

1. Richard Carapaz, 2. Jai Hindley 7”, 3. João Almeida 30”, 4. Mikel Landa 59” en 5. Domenico Pozzovivo 1’01”.

Sinds 1981 stonden er nooit meer renners na vijftien ritten zo kort op elkaar. Met die nuance dat in 2002 er na rozetruidrager Jens Heppner (een leiderstrui die hij dankte aan een lange ontsnapping) er zeven renners na vijftien etappes op een zakdoek van ruim één minuut zaten.

Het tijdsverschil tussen Carapaz en Hindley (zeven seconden) is ook uitzonderlijk klein na ruim twee weken. Alleen tussen Jaroslav Popovitsj en Serhij Hontsjar was de kloof in 2004 nog kleiner, toen amper drie secondjes.

Alles is dus nog speelbaar voor de roze trui.

Bovendien moeten vier van de vijf zwaarste bergritten nog volgen, met achtereenvolgens de 16e rit naar Aprica op dinsdag (5268 hoogtemeters, 202 km, volgens Cycling Col Index de zwaarste bergrit in de drie grote rondes dit jaar), de 17e etappe naar Lavarone op woensdag (3950 hoogtemeters), de 19e rit naar Santuario di Castelmonte (3489 hoogtemeters) op vrijdag en de 20e etappe met aankomst op de Fedaiapass (4718 hoogtemeters) op zaterdag.

In totaal 17425 hoogtemeters over vier dagen, een klein derde van het totale aantal hoogtemeters in deze Giro. Inclusief een rist zeer steile cols, én enkele verraderlijke afdalingen, zoals in de rit van dinsdag, met name die van de Mortirolo.

En dan moet de slottijdrit in Verona nog volgen. Slechts 17 kilometer, maar wel over een 4 km lange helling (Torricelle), met veel draaien en keren. In die tijdrit en in de vier voorgaande zware bergritten kunnen de huidige verhoudingen dus nog helemaal kantelen.

2) De noodzaak om aan te vallen

Hij heeft bergop, en vooral bergaf, nog geen al te beste indruk gemaakt, en toch staat de specialist-aanklamper João Almeida op slechts een halve minuut van rozetruidrager Richard Carapaz.

Zo’n tijdsverschil, ook op de andere resterende kandidaat-eindwinnaars, is voor hem perfect overbrugbaar in de laatste tijdrit. Daar kunnen de slechte tijdrijders tot een minuut verliezen op de Portugees (vorig jaar nog vijfde in de laatste chronoproef in de Giro). Als Almeida tenminste niet als een leeggewrongen vod uit het hooggebergte komt.

Joao Almeida samen met Domenico Pozzovivo in de achtervolging, zoals al een paar keer in deze Giro. De concurrentie moet, met oog op de tijdrit van zondag, de voorsprong op de Portugees uitbouwen.
Joao Almeida samen met Domenico Pozzovivo in de achtervolging, zoals al een paar keer in deze Giro. De concurrentie moet, met oog op de tijdrit van zondag, de voorsprong op de Portugees uitbouwen.© iStock

Zelfs Carapaz moet zijn voorsprong uitbouwen als hij met een relatief gerust gemoed aan de laatste dag wil beginnen. Aan alleen het roze verdedigen met Team INEOS Grenadiers kan en mag de Colombiaan niet denken. Hij moet dus nog aanvallen, en dan zal moeten blijken of de rekker van Almeida definitief knapt, of sterker wordt, zoals in de derde week van de Giro vorig jaar.

En dan moet ook duidelijk worden of Carapaz zélf sterk genoeg is, want richting Turijn kon hij, na zijn aanval op 28 km van de streep, een verschil van een kleine halve minuut niet vasthouden, terwijl hij dacht dat het hem wel zou lukken. En ook op Blockhaus kon de INEOS-renner de concurrentie niet losschudden.

De Colombiaan zei dat hij in zijn voorbereiding rekening heeft gehouden met de slotweek, om dan helemaal top te zijn. In de Tour van 2021 (derde na Pogacar en Vingegaard), de Vuelta van 2020 (nipt tweede na Roglic) en bij zijn eindwinst in de Giro van 2019 bewees Carapaz dat hij die inhoud heeft.

Belangrijk, gezien zijn leiderspositie: hoe sterk is zijn team? Dat toonde al tekenen van zwakte, zoals toen Carapaz alleen zat in de finale van de rit naar Turijn.

Verrast door de putsch van BORA-hansgrohe? Of simpelweg niet goed genoeg? ’s Anderendaags, richting Cogne, tekenden luitenants Richie Porte en Pavel Sivakov immers wel weer present. Zeker Porte wordt de komende dagen voor Carapaz een sleutelfiguur, zoals ook al op Blockhaus.

De Colombiaan zal sowieso rekening moeten houden met Jai Hindley die zaterdag met BORA-hansgrohe de rit naar Turijn deed ontploffen, al had dat met meer doelgerichte aanvallen efficiënter gekund.

De Australiër werd in 2020 al eens tweede in de Giro, toen hij in de laatste tijdrit het roze verspeelde aan Tao Geoghegan Hart. Hij lijkt nu te blaken van zelfvertrouwen na zijn ritzege op Blockhaus en zijn sterke prestatie in Turijn, waar hij Carapaz weer inrekende.

Nu gaat hij naar eigen zeggen vol voor winst, met een podiumplaats is Hindley niet tevreden. Bovendien heeft hij Buchmann (als 7e in het klassement, op 1’58”) en Wilco Kelderman (als 13e, weliswaar al op ruim 10 minuten) als troefkaarten.

Voor nog meer explosiegevaar kunnen twee veteranen zorgen, Mikel Landa en Vincenzo Nibali. Die zullen met hun huidige klassement (4e, op 59 seconden, en 8e op 2’58”) ook geen genoegen nemen. En zouden weleens all-in durven te gaan in het hooggebergte, bergop of bergaf.

De Haai van Messina heeft zo de Giro van 2016, in de 19e rit naar Risoul, volledig op zijn kop gezet, en een achterstand van bijna vijf minuten op Steven Kruijswijk (die viel in een afdaling) in een voorsprong omgezet.

Zo sterk als toen is de intussen 37-jarige Nibali niet meer, maar een gooi naar het podium, in zijn allerlaatste Giro, zal hij zeker ondernemen. Als de benen het tenminste toelaten, zoals in de rit naar Turijn.

Landa zal na zes toptienplaatsen in grote rondes zelfs nog hoger mikken, en komt de komende dagen op zijn geliefkoosd terrein in het hooggebergte. Bovendien kan hij rekenen op Bahrainploegmaat Pello Bilbao, die zeker in afdalingen, als een van de beste dalers van het peloton, valstrikken kan opzetten.

Wat kan deze Mikel Landa in de slotweek?
Wat kan deze Mikel Landa in de slotweek?© GETTY

3) De omslag van het weer

Volgens data van Velofacts, een twitteraccount die al jaren de Stravagegevens van alle grote wielerkoersen bijhoudt, was de gemiddelde temperatuur in de eerste vijftien Giroritten liefst 26,7 graden, met een uitschieter in de rit die Biniam Girmay won, tot 29,6 graden. Zeker in de tweede week, zoals zaterdag in Turijn, maar eerder ook op Blockhaus, hebben de renners liters zweet gelaten.

Heel anders wordt het de komende dagen, met aangekondigde regen- en onweersbuien, temperaturen van 15 graden op de bergpassen. Een brutale omslag die een extra impact zal hebben op de vermoeide lijven in de derde week. Met name bij renners, zoals João Almeida, die bij zo’n weer niet gedijen.

Terwijl anderen, zoals Richard Carapaz of Vincenzo Nibali, zich wel als een vis in het water zullen voelen, zeker als enkele technische afdalingen er spekglad zouden bijliggen.

Alleen goeie benen zullen dus niet volstaan om zondagavond met het roze in Verona te pronken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content