Waarom Wout van Aert bij de jeugd nooit Belgisch kampioen werd

© belga
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Drie keer Belgisch en wereldkampioen in het veld bij de profs, plus een wereldtitel bij de beloften. Vreemd genoeg behaalde Wout van Aert bij de jeugd echter nooit een Belgische titel. Wat liep er telkens mis?

De crosscarrière van Wout van Aert gaat al heel ver terug, tot bij de miniemen en aspiranten. In de West-Brabantse Veldritcompetitie in Nederland pikt de Kempenaar zelfs geregeld een zege mee. Als dertienjarige (in het seizoen 2006/07) onder meer in Kruiningen, Zundert en Heerle. Dat seizoen kroont hij zich ook tot provinciaal kampioen in Mol voor jeugdvriend Daan Soete.

Op zijn eerste nationale kampioenschap als veldrijder moet Van Aert echter wachten tot november 2007, wanneer de allereerste editie van het BK voor aspiranten wordt georganiseerd, in Zelzate. Op 17 november klinkt vooraf in Het Volk dat voor die titelstrijd alle ogen gericht zijn op een renner van DCM-GB Vorselaar: Wout van Aert. Die is de weken ervoor immers verschillende keren op het podium geëindigd. In andere artikels schuiven concurrenten hem ook naar voren als een van de favorieten, naast Daan Soete, Yorben Van Tichelt, Toon Wouters en Jens Couckuyt.

Maar in de top tien en in het wedstrijdverslag in de kranten op maandag is er van Wout van Aert echter geen spoor. Reden? ‘Ik werd in de week voor het BK wat ziekjes, kwam kracht tekort en viel net buiten de top tien’, herinnert hij zich nog.

Geveld door klierkoorts

Een tekort aan kracht die hem, als nog tenger Woutje, in zijn jaren bij de nieuwelingen ook terugslaat van het podium naar de verdere ereplaatsen. Steevast tekortschietend tegen fysiek rijpere leeftijdsgenoten als de broers Laurens en Diether Sweeck, Yorben Van Tichelt en Daan Hoeyberghs. En uiteraard tegen supertalent/veelwinnaar Mathieu van der Poel.

Op het BK in Ruddervoorde, in januari 2009, eindigt Van Aert bij de eerstejaarsnieuwelingen zo pas als twaalfde, op ruim twee minuten van Laurens Sweeck.

Een jaar later moet hij, geveld door klierkoorts, zelfs forfait geven voor het BK in Oostmalle en voor álle crossen na Nieuwjaar.

Pas hersteld moet Van Aert zich in zijn eerste jaar bij de junioren (2010/11) ook tevreden stellen met twee zeges in crossjes zonder veel tegenstand, plus enkele podiumplaatsen en vooral verre ereplaatsen, zeker in de Wereldbekermanches.

In 2011 raakt hij op het BK in Antwerpen ook niet verder dan een zevende stek, weer op goed twee minuten van kampioen Laurens Sweeck.

Eerste BK-medaille

Een kentering volgt het seizoen erna (2011/12), wanneer Van Aert als tweedejaarsjunior stilaan zijn voet naast die van zijn leeftijdsgenoten zet. Eén keer, in Ruddervoorde, kan hij zelfs Mathieu van der Poel kloppen – voor het eerst in zijn carrière.

Daarnaast stapelt de Lillenaar de podiumplaatsen op, zoals ook op het BK in Hooglede-Gits. Daar moet hij door een schuiver een gat dichten op Telenet-Fideaploegmaat Daan Soete, krachten die hij in de finale ontbreekt. Van Aert kan zo alleen nog aanklampen en is in de sprint kansloos. Goed voor zilver, zoals hij later die maand ook tweede wordt op het WK in Koksijde, na Van der Poel.

Waarom Wout van Aert bij de jeugd nooit Belgisch kampioen werd
© BELGA

Ook als eerstejaarsbelofte zet Van Aert zijn opmars voorzichtig voort, met onder meer zeges in Gavere en Zonhoven. En voor de tweede maal op rij met goud op het provinciaal kampioenschap.

Op het BK in Mol, in januari 2013, is de één jaar oudere Laurens Sweeck echter weer duidelijk de sterkste, op zijn geliefkoosd zandparcours. Van Aert verovert op ruim een minuut brons, na Gianni Vermeersch.

Het seizoen erna (2013/14) ontpopt Woutje zich steeds meer tot een struisere Wout en troeft hij als tweedejaarsbelofte zelfs geregeld Mathieu van der Poel af.

Maar op het BK in Waregem loopt het weer verkeerd. De Kempenaar maakt een valse start, rijdt toch nog door, maar wordt een ronde later uit koers genomen. Van Aert weet met zijn woede geen blijf, gooit zijn fiets weg en breekt daarbij zijn kader.

Waarom Wout van Aert bij de jeugd nooit Belgisch kampioen werd
© BELGA

Met de opborrelende ergernis in zijn lichaam neemt hij de dag erna wel revanche, door in Otegem zijn allereerste zege bij de profs te boeken.

Enkele weken later wordt de Kempenaar in Hoogerheide zelfs voor het eerst wereldkampioen bij de beloften, op het thuisparcours van topfavoriet Mathieu van der Poel.

Op één na jongste

Zijn carrière is definitief gelanceerd, maar dus zonder nationale titel bij de jeugd op zak. Na een eerste mislukte poging bij de elite in Erpe-Mere in 2015 (derde na Klaas Vantornout) trekt Van Aert daarna drie keer op rij de tricolore trui aan, onder meer in 2016 in Lille, voor eigen volk.

Waarom Wout van Aert bij de jeugd nooit Belgisch kampioen werd
© BELGA

Zondag, na twee jaar onderbreking, met winst op BK’s voor Toon Aerts (2019) en Laurens Sweeck (2020), kan hij in Meulebeke zijn vierde gouden BK-medaille mee naar huis nemen.

Op een leeftijd van 26 jaar, 3 maanden en 22 dagen oud zou Van Aert daarmee de op één na jongste ooit zijn. Alleen Roland Liboton was jonger toen hij voor de vierde maal Belgisch kampioen werd (25 jaar, 10 maanden en 24 dagen). Er zouden voor Liboton nog zes titels volgen. Van Aert heeft nog ruim de tijd om hem te evenaren, al zal dat ook afhangen van zijn ambities op de weg.

Eerst focussen op zondag. Al heeft hij zijn allermooiste zege al maandag behaald, als kersverse papa van Georges.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content