Wat maakt de Dauphiné zo aantrekkelijk?

© AFP
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zaterdag start de Ronde van Zwitserland met wereldkampioen Peter Sagan en Greg Van Avermaet als headliners. Zowat alle klassementsrenners die op de Tour focussen zijn van de week echter in het Critérium du Dauphiné aan de slag. Waarom?

Het was een opvallende statistiek vorig jaar: van de top twintig van de Ronde van Frankrijk reden er liefst vijftien renners als voorbereiding de Dauphiné. Slechts twéé fietsten de Zwitserse bergen omhoog: Geraint Thomas en Jarlinson Pantano, die in de Tour pas als 15e en 19e eindigden. In de top tien van La Grande Boucle verder nog twee coureurs die niet in de Dauphiné en in Zwitserland gestart waren: Alejandro Valverde, die als enige de combinatie met de Giro aandurfde, en Nairo Quintana, die in de Route du Sud ging koersen.

De voorkeur van de andere renners voor de Dauphiné is geen recent fenomeen. Van de 156 coureurs – geen 170 wegens dopingdiskwalificaties – die sinds 2000 in 17 edities in de top tien van de Tour finishten, startten er 81 in de Dauphiné (of 51,9 procent). Slechts 23,8 procent trok richting Zwitserland, 24,3 procent reed geen van beide races. Sinds 2010 helt het overwicht van de Dauphiné zelfs over naar 65 procent.

Kijk je alleen naar de voorbereiding van de Tourwínnaars, dan is de keuze voor de Franse Alpen nog duidelijker: sinds 2011 eindigde de geletruidrager in Parijs telkens in de top tien van de Dauphiné. Meer nog: sinds 2002 (als we de later geschrapte Lance Armstrong meetellen) reed slechts één Tourwinnaar in juni niet in Frankrijk, maar in Zwitserland: Andy Schleck in 2010. Al won die pas de Tour door diskwalificatie van Alberto Contador. En die was in de Dauphiné gestart…

Ook dit jaar zullen zowat alle Tourfavorieten – op Nairo Quintana na – hun conditie aanscherpen in de Dauphiné: Chris Froome, Richie Porte, Alberto Contador, Romain Bardet, Alejandro Valverde…

Wegens velerlei redenen: (1) de Franse rittenkoers eindigt een week vroeger dan de Ronde van Zwitserland, en die extra rust is welkom richting de Tour. (2) De voorbije jaren ontkrachtten Froome (in 2016, 2015 en 2013) en Bradley Wiggins (in 2012) met de dubbel Dauphiné-Tour de mythe dat je de mini-Tour de France níét mag winnen, als je ook de gele trui in juli wil veroveren. (3) In de Dauphiné wordt vaak een etappe gereden die een (gedeeltelijke) kopie is van een Touretappe. Vrijdag moeten Froome en co bijvoorbeeld de bijzonder lastige Mont du Chat naar bovenfietsen, en die col staat in de negende Tourrit op het menu – handig om parcourskennis op te doen. Ook de vlakke tijdrit in de Dauphiné is zo goed als identiek aan die in de Tour, zowel qua profiel (vlak) als qua lengte (goed twintig kilometer). (4) Op een goed blaadje staan bij de almachtige ASO, de organisator van Tour én de Dauphiné, is niet onbelangrijk. Zelfs al werkt de Ronde van Zwitserland samen met Velon, de onafhankelijke joint venture van elf WorldTourteams, waaronder Lotto-Soudal en Quick-Step. (5) Renners houden graag vast aan tradities en als ze bovenstaande statistieken onder ogen zien, zullen ze dat nog meer doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content