Zet Geraint Thomas de puntjes op de i in tijdrit?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

De gele trui heeft hij na de laatste Pyreneeënrit definitief binnen. Zet Geraint Thomas die eindoverwinning nog wat luister bij met een tijdritzege?

Zaterdag 28 juli – Saint-Pée-sur-Nivelle -> Espelette – 31 km

Toen Tom Dumoulin vorig jaar Chris Froome tijdens het WK tijdrijden bijna anderhalve minuut aan de broek smeerde, regende het grappen op Twitter. Over hoe Christian Prudhomme richting parcoursbouwer Thierry Gouvenou sprintte en hem beval extra tijdritkilometers in de Tour op te nemen. Opdat Dumoulin, de nieuwe aaibare wielerster, de saaie Brit zou kunnen afdrogen.

Het tegendeel bleek waar. In plaats van méér individuele tijdritkilometers werden het er 5,5 mínder dan in 2017: slechts 31. Alleen de editie van 2015 dook daar nog onder met 13,8 (de openingstijdrit in Utrecht), op dat moment het minste aantal kilometers tegen de klok sinds de Tour in 1934 de discipline introduceerde.

Ter vergelijking: de voorbije jaren waren het 36,5 km (2017), 53,5 km (2016), 54 km (2014), 65 km (2013) en zelfs 101,4 km (2012). Dat jaar wou Prudhomme “het aantal potentiële eindwinnaars vergroten”. Lees: met Bradley Wiggins de poort tot de Engelse markt openen. Nauwelijks zes jaar later klinkt het echter: “Tijdritten vermoorden de spanning.”

Tobogan

Geen toeval dus dat de enige (individuele) tijdrit in deze Tour geen voer is voor de pure specialisten die (alleen) de grote molen kunnen ronddraaien. “Veeleer voor punchers”, aldus Prudhomme. Un tobogan géant, eenreuzenroetsjbaan, zo omschrijft de Tourbaas het. Technische afdalingen, scherpe bochten en vier steile klimmetjes. Met de laatste, de Col de Pinodieta, als grootste kuitenbreker: 900 meter, gemiddeld 10,2 procent, met een stukje van zelfs 21 procent.

Goed voor in totaal zo’n 550 hoogtemeters op 31 kilometer. “Zelfs na tien keer verkennen zul je de tijdrit niet helemaal in je hoofd kunnen prenten”, aldus parcoursbouwer Thierry Gouvenou.

Extra piment, volgens Prudhomme: het “postkaartdecor” dat de schoonheid van Frans Baskenland laat zien. Met start aan het meer van Saint-Pée (water!) en aankomst in Espelette, net buiten het prachtige, voor auto’s afgesloten, centrum. Onderweg: open velden met Baskische pepers (de streekspecialiteit), typische Baskische huizen en dorpjes als Ustaritz en Souraïde.

Ondanks die mooie omgeving is het al twaalf jaar geleden dat de Tour nog eens in Frans Baskenland passeerde, op een ommetje in 2015 na, langs Soule, op weg naar La Pierre-Saint-Martin. In 2006 startte de tiende etappe in Cambo-les-Bains, vlakbij Espelette, met finish in Pau, gewonnen door Juan Miguel Mercado.

Voor de hoteluitbaters zal dit bezoek echter niet veel extra inkomsten opleveren, want de feesten van Bayonne, een van de grootste stadsfeesten in Frankrijk met meer dan een miljoen bezoekers, vinden deze week plaats, van 25 tot 29 juli.

Daarom besliste ASO om alle 5000 volgers van de karavaan vier dagen in Pau te stationeren. “Goed voor drie miljoen euro inkomsten!”, juichte de burgemeester van Pau.

Roglic naar plaats twee?

Wie juicht in deze chronorace? Met, opvallend, vier tijdritspecialisten die na alle bergetappes en voor de eerste individuele tijdritkilometer nu de eerste vier plaatsen in het algemeen klassement bekleden.

Geletruidrager Geraint Thomas is tweevoudig olympisch kampioen ploegenachtervolging en won vorig jaar de (volledig) vlakke openingstijdrit van de Tour in Düsseldorf. Tom Dumoulin (2e op 2’05” van de Skyrenner), Primoz Roglic (4e op 2’24”) en Chris Froome (3e op 2’37”) eindigden in 2017 in die volgorde op het podium van het WK in Bergen.

In deze tijdrit zal, zoals altijd op het einde van een grote ronde, de frisheid echter een doorslaggevende rol spelen. En dan lijken Thomas en Roglic de topkandidaten voor de zege, ook op dit atypische parcours. Zij, en met name de LottoNL-Jumborenner, maakten in de laatste bergrit de beste indruk, terwijl DumoulinenFroomede Girodolk steeds dieper in hun kuiten voelden steken.

De Brit kon alleen met de hulp van ploegmaat Egan Bernal aanklampen, en de Nederlander gaf in Laruns toe dat hij vollédig tot het gaatje was geweest. Veelbetekenend was zijn quote na de finish: “Ik denk dat Roglic mij morgen zal verslaan.”

Is hij na twee grote rondes inderdaad zo goed als op, dan is de vraag of de Sloveen 19 seconden sneller zal rijden dan de wereldkampioen, want zo ver bedraagt diens achterstand op Dumoulin, tweede in het klassement.

Het is wellicht de enige positiewissel die in de top vier zal plaatsvinden. Thomas zal met Roglic allicht kampen om de ritoverwinning, en heeft in de algemene ranking een geruststellende voorsprong van ruim 2 minuten op Dumoulin – het geel heeft hij dus binnen.

Die leiderstrui kan hem een extra boost geven om zo met een tijdritzege de puntjes op de i te zetten. De Skyrenner heeft ook het voordeel dat hij alle tussentijden van zijn tegenstanders zal kennen en heeft het verraderlijke parcours op verkenning al drie keer helemaal afgefietst.

Anderzijds gaf de Welshman al aan dat hij in de tijdrit geen risico’s meer hoeft te nemen in de afdalingen. Die seconden kan/zal hij misschien tekortkomen tegen Roglic. Maar met de eindoverwinning zal Thomas meer dan tevreden zijn.

Chris Froome volgt nu als vierde in het klassement op 13 seconden van de Sloveen. Het is echter weinig waarschijnlijk dat hij, behoudens valpartijen of materiaalpech van Roglic of Dumoulin, dat nog goedmaakt en toch op het eindpodium in Parijs belandt, naast eindwinnaar Geraint Thomas.

Dat zullen er weinigen, net als de twee andere in de top drie, op 7 juli hebben voorspeld. Zoals L’Equipe van de week titelde, na de aankomst op de Col de Portet: ‘Le nouveau monde’. Een nieuwe wereld. Dat zal in de tijdrit in Espelette nogmaals bevestigd worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content