Muhammad Ali in België: The Greatest in de Grand Bazar

Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Vandaag zou Muhammad Ali, die op 3 juni 2016 overleed, 80 jaar geworden zijn. Een door velen vergeten verhaal is dat van het bezoek van ‘The Greatest’ aan België in 1979. Een chaotische driedaagse die fel afstak bij de faam van het mythische boksicoon. Een reconstructie.

Dit verhaal verscheen in Sport/Voetbalmagazine van 8 juni 2016.

Vrijdag 1 juni 1979. Terwijl Muhammad Ali zich in de coulissen van de Luikse Sart-Tilman Hal klaarmaakt voor zijn demonstratiekamp tegen de lokale held Albert Syben, ziet Francis Remy, journalist van La Wallonie, de 61-jarige ex-bokser Joe Cornelis op een stoeltje zitten. Aan lager wal geraakt, maar toch heeft hij een ticket bemachtigd om de grootste aller tijden een laatste keer aan het werk zien. Wanneer Ali zich even later tussen een ritssluiting van boksfans van kleedkamer richting ring worstelt, klampt Remy, die de Amerikaan eerder op de dag heeft geïnterviewd, hem aan. Of hij een viervoudige Belgische bokskampioen kort wil ontmoeten? The Greatest wrikt zich los uit de menigte, stapt naar Cornelis en laat zich na een hartelijke handdruk en knuffel fotograferen met de geëmotioneerde Luikenaar. ‘Liever dan met de mooiste vrouw ter wereld ga ik met een bokser op de foto’, zegt hij. ‘Iedereen die zich in een ring waagt, verdient respect. Of hij nu een kampioen is of telkens knock-out geslagen wordt, dat maakt niet uit. Hij blijft een toonbeeld van moed.’

Grote belangstelling voor Muhammad Ali
Grote belangstelling voor Muhammad Ali© GF

De ontmoeting met de Waalse ex-bokser is een van de zeldzame momenten waarop Muhammad Ali de publicitaire tralies kan doorbreken waarin hij tijdens zijn bezoek aan België gevangen zit. Remy: ‘Hij werd alleen opgevoerd als een sandwichman voor sponsors. Toen ook niet meer de imponerende atleet: dan al traag sprekend, met een lijzige stem en fysiek totaal uit vorm. Alleen de omhelzing met Cornelis toonde nog eens zijn grootsheid, als mens.’

Pas negen maanden ervoor heeft de 37-jarige Amerikaan nochtans de wereldtitel bij de heavyweights op Leon Spinks heroverd, maar dan al is duidelijk dat Ali’s carrière op zijn laatste benen loopt – een jaar eerder adviseerde ringarts Ferdie Pacheco hem al met pensioen te gaan omdat zijn reflexen steeds minder flitsten. Na de zege tegen Spinks, de eerste keer dat een zwaargewicht een derde keer de wereldtitel wint, verklaart ThePeople’s Champion dat hij de grootste dwaas ter wereld zou zijn om zijn loopbaan met een nederlaag te eindigen. ‘Ik wil stoppen als een kampioen.’

Het ideale moment voor zijn nieuwe management IMG om werk te maken van diens postcarrière: een rol in een tv-reeks, een resem lezingen, een reclamedeal met een aardappelproducent, een afscheidsspecial voor tv… Totale opbrengst: ruim 2,5 miljoen dollar. Meer dan welkom voor een bokser die de jaren ervoor miljoenen heeft verkwist door tientallen rammelende contracten te tekenen en als goedhartige diepgelovige geld te pompen in de beweging van Nation of Islamleider Elijah Muhammad.

Nog een middel om Ali’s bijna lege kas te spijzen: een lucratieve afscheidstournee langs tien Europese landen, die zo’n drie miljoen dollar moet opbrengen. In ruil zal de Grootste Aller Tijden er promotie voeren voor sponsors en demonstratiepartijen tegen lokale kampioenen vechten. Een van de tussenstops is een driedaagse in België, georganiseerd door Fiat Belgio NV met medewerking van het BOIC en de Belgische boksbond. Het Italiaanse automerk profileert zich al langer in de sport – onder meer met een professioneel wielerteam – en telt samen met warenhuisketen GB zes miljoen Belgische frank (150.000 euro) – een half fortuin in die tijd – neer voor Ali’s komst.

Die stelt ook zijn eisen. Zo zal hij in de strikt afgemeten persontmoetingen geen vragen beantwoorden over godsdienst, politiek, seks en vrouwen. En ondanks de aanwezigheid van zijn vrouw VeronicaPorche wil hij ’s avonds het gezelschap van twee zwarte jongedames (minimumlengte 1m79), als ‘ontspanning’ na zijn exhibitiekampen. De Belgische boksbond verbiedt die normaal, maar maakt met graagte een uitzondering. Alle opbrengsten gaan immers naar het BOIC, dat het geld zal gebruiken voor de Olympische Spelen van Moskou, in 1980.

VERWELKOMD DOOR MERCKX

Na passages in Londen en Oslo landt Muhammad Ali op donderdagmiddag 31 mei 1979 twee uur te laat in Zaventem. Met een hele entourage in zijn spoor stapt de Amerikaan uit zijn privévliegtuig, gekleed in een blauw kostuum, echtgenote Veronica in de ene en een lederen aktetas in de andere hand. Op de tarmac bestaat het ontvangstcomité, naast enkele fans en fotografen, uit vertegenwoordigers van Fiat, de boksbond en het BOIC, plus ene Eddy Merckx. ‘Ik had in 1977 voor Fiat gereden en had er nog goeie contacten. Daarom vroegen ze of ik Ali wilde verwelkomen’, vertelt de Brusselaar. ‘Een grote eer, maar hij kende me duidelijk niet – logisch, want wielrennen was in de VS toen totaal onbekend. Ali zag er ook vermoeid uit en zei niet veel, zodat het beperkt bleef tot een begroeting en een obligate handdruk voor de fotografen.’

Muhammad Ali en Eddy Merckx
Muhammad Ali en Eddy Merckx© GF

Meer oog heeft het boksicoon voor Freddy Cousaert, de intussen overleden Oostendenaar die later de manager van zanger Marvin Gaye zou worden. ‘Freddy’, vertelt zijn broer Rudy, ‘had Ali al enkele keren ontmoet in de Q Club, de Londense disco die veel bekende kleurlingen uit de muziek- en sportwereld frequenteerden en waarvan hij goed bevriend was met de eigenaar. Omdat Freddy ook veel mensen uit de Belgische bokswereld kende, werd hij tijdens Ali’s bezoek diens begeleider/vertaler.’

Nadat een douanier de neen schuddende Amerikaan doodernstig vraagt of hij iets aan te geven heeft, gaat het richting het Brusselse Hyatt Regency Hotel waar Ali eregast is van de American Club. De leden hebben tweeduizend frank – vijftig euro – neergeteld voor een exclusief diner in het gezelschap van hun landgenoot, maar die vertrekt na een kort interview al een kwartier later naar zijn hotelkamer. Het tijdschema is immers even strak als chaotisch: buiten staat een bus, volgeplakt met Fiatemblemen, te wachten. Bestemming, na een korte rondrit door Brussel: de parking van de… Grand Bazar op de Kortrijksesteenweg in Sint-Denijs-Westrem, bij Gent. Als Sinterklaas wordt de bokslegende er verwelkomd door een fanfare, kortgerokte majorettes, enkele honderden enthousiaste fans en een spandoek: ‘I know that you are The Greatest!

In een inderhaast neergepote tent volgt even later een interview met Louis Ceulemans, de (intussen overleden) journalist van Het Nieuwsblad. Ali haalt er zijn steeds terugkerende grap boven: ‘Voor je tot twee telt, zal ik je tien keer slaan’, zegt hij tegen Ceulemans. Die gehoorzaamt, maar de Amerikaan verroert niet. ‘Heb je het niet gezien? Heb je het niet gezien? Ik was zo snel dat je het niet kón zien.’

Meer comical dan Muhammad Ali en opgewarmde kost voor de kenners, maar de geboren entertainer krijgt wel het publiek op zijn hand. Ook als hij het daarna in de ring opneemt tegen kinderen die een tekenwedstrijd, uitgeschreven door GB, gewonnen hebben. Jules De Keersmaecker, een fan uit Londerzeel, keek vanop de eerste rij toe. ‘Ali ging er zo in op dat hij zich na een ‘klap’ liet vallen en de mouw van zijn grijs kostuum afscheurde! Hij daalde de trap van de ring af, dreigde met zijn vinger dat niemand hem mocht aanraken, maar beneden schudde hij toch vriendelijk mijn uitgestoken hand. Daarna deelde Ali aan een lange rij wachtenden nog handtekeningen uit, op foto’s van zichzelf en op kaartjes van GB – ‘Een wereldkampioen op bezoek bij de prijzenkampioen’.’

HALFVOL KUIPKE

’s Avonds moet The Greatest opnieuw aan de slag: in het Gentse Sportpaleis voor de ‘Muhammad Ali Ritmo Show’, een demonstratiegevecht genoemd naar het nieuwste Fiatmodel waarmee hij in het donker, met de spots op hem, de wielerpiste wordt opgereden. De 1m91 grote bokser past nauwelijks in het stadsautootje, maar zwaait toch naar het publiek in een niet eens voor de helft gevuld Kuipke. Tot zijn ergernis, laat hij achteraf blijken. ‘Jammer dat de zaal niet nokvol zat. Te hoge toegangsprijzen zeker? Van mij mochten jullie nochtans allemaal gratis binnen.’

Wel aanwezig in het Kuipke: Eddy Merckx, die naast Ali’s vrouw Veronica mag plaatsnemen, én Jean-Pierre Coopman. Hij kijkt op de derde rij toe wanneer journalist Louis Ceulemans Ali opnieuw interviewt, de bokser zijn ‘Heb je het niet gezien?’-mop weer bovenhaalt en diens oog op zijn ex-tegenstander valt. ‘Omdat ik fel vermagerd was,’ vertelt Coopman, ‘herkende Muhammad me niet meteen. Maar toen ik zwaaide, viel zijn frank. Hij stak zijn hoofd tussen de bovenste en middelste koord, riep ‘Cooperman!!!‘ en deed teken dat ik in de ring moest komen. Wat er toen gebeurde, vergeet ik nooit meer. In 1976 in New York, op de persvoorstelling voor onze kamp in Puerto Rico, had ik Ali tot zijn grote verbazing twee zoenen gegeven. Dat was hij drie jaar later nog niet vergeten, want gaf hij me twee kussen en een warme knuffel terug. Een crème van een kerel.’

Na het intermezzo met Coopman volgt Ali’s demonstratiekamp. Niet, zoals aangekondigd, tegen zijn vermoeide sparringpartner Jimmy Ellis, maar tegen de 28-jarige West-Vlaamse profbokser Robert Desnouck. ‘Pas de dag zelf belde Albert Faccenda, de voorzitter van de Belgische bond, naar mijn manager Charles De Jager met de vraag of ik wilde invallen, in ruil voor 15.000 frank (375 euro, nvdr)’, vertelt Desnouck, nu 65. ‘Ik was aan het werk in een meubelfabriek, maar moest geen seconde nadenken – een gigantische eer. Zenuwachtig was ik wel niet, ik had Ali tenslotte al in Puerto Rico gezien, bij de kamp van Coopman.’

De duidelijk te zware wereldkampioen wil er een gezapige exhibitiekamp van maken, maar dat is buiten de gemotiveerde Desnouck gerekend. ‘In het interview met Ceulemans zei Ali dat het publiek getuige zou zijn van drie keer drie minuten professioneel boksen, en dat wilde ik ook tonen. Bovendien droegen we allebei een helm, dan mag je toch wat harder slaan, hé. Ali raakte echter geïrriteerd en tikte af en toe zwaar terug. Na de kamp weigerde hij zelfs om met mij op de foto te gaan.’ The People’s Champion richt zich wel tot het publiek: ‘Mijn excuses voor mijn niet al te beste conditie. Ik heb tien kilo overgewicht. Wat jullie zagen was dus natuurlijke aanleg.’

Ook zijn geloofsovertuiging als moslim heeft Ali duidelijk nog niet verloren, zo blijkt in de discussie tussen hem en een journalist op de daaropvolgende persconferentie. Hij lapt er zijn eigen interviewregels – niet praten over godsdienst – aan zijn laars.

– ‘Wat ga je doen met het geld van deze tournee?’

– ‘Weggeven, ik ben een moskee aan het bouwen in Californië.’

– ‘Meen je dat?

– ‘Méén ik dat? God zou me straffen mocht ik liegen tegen jou. Waarom zou ik dat doen?’

– ‘Veel mensen denken dat je show verkoopt.’

– ‘Mensen beoordelen elkaar op daden, Allah beoordeelt het hart. Hij weet wat ik denk, daar alleen geef ik om. Jij kan geloven wat je wil, maar jij kan mij niet straffen, Allah wel. Hij is de autoriteit.’

PRIJS VAN KLATERGOUD

Na een (al dan niet) amusante nacht met zijn vrouw Veronica en twee gezelschapsdames, gevolgd door een korte passage in het Westland Shopping Center in Anderlecht, is Ali de volgende middag te gast in het Brusselse Carlton Hotel. Hij krijgt er de Prijs Dag Hammerskjöld, een onderscheiding – genoemd naar de vermoorde Zweedse ex-secretaris-generaal van de VN – voor personen die zich hebben ingezet voor de wereldvrede. Een initiatief van Urbain ‘Bob’ Dirix, een tot de islam bekeerde, omstreden Limburgse burggraaf. Hij is getrouwd met een Indonesische prinses en voorzitter van de Diplomatieke Academie voor de Vrede. Gekleed in een witte tabbaard, zoals een Tempelier, legt Dirix een ketting van klatergoud om Ali’s nek. ‘Groter dan mijn olympische medaille van Rome’, lacht het boksicoon, niet beseffend dat de onderscheiding vooral berust op uiterlijk vertoon van een schimmige organisatie. Een ander ‘prijsbeest’ die middag is Will Tura, die wordt bekroond voor zijn inzet voor minderbedeelden. ‘Ik heb Ali de hand gedrukt, ging met hem op foto, maar meer hield dat niet in. Mij kende hij alleszins niet’, aldus de zanger.

Die avond staat in Luik het tweede demonstratiegevecht op het programma, tegen Albert Syben, de 26-jarige Waalse bokser die de kamp aanvankelijk weigert wanneer het BOIC hem contacteert. ‘Eerst mócht ik gratis boksen, daarna kreeg ik 30.000 frank (750 euro, nvdr), maar dat vond ik te weinig – ik was tenslotte een prof’, zegt Syben. ‘Pas toen de directeur van Fiat België me een Fiat Ritmo wilde geven – hij betaalde de btw zelfs uit eigen zak – stemde ik heel laat toe. Tot zijn grote opluchting, want ik was heel populair, zeker in mijn stad Luik, en dat moest extra volk lokken. Ik had de pers echter al laten weten dat ik niet zou vechten, en dus verscheen vooraf slechts een klein artikel in de Waalse kranten. Gevolg: de zaal slechts voor de helft gevuld, zo’n kleine tweeduizend toeschouwers.’

Muhammad Ali en Albert Syben
Muhammad Ali en Albert Syben© GF

Ali’s entourage, onder wie coach Angelo Dundee, is aanvankelijk ook niet enthousiast met Syben als sparringpartner. ‘Ze kenden me niet en vreesden dat ik er een échte kamp van zou maken. Ik had echter niet de behoefte om te tonen hoe sterk ik wel was. Zo werd het een gezapige wedstrijd zonder harde klappen – ik droeg zelfs geen helm. Ali moest zich niet erg inspannen en om het publiek te entertainen ging hij zelfs tweemaal gespeeld door de knieën. Achteraf feliciteerde hij me tijdens een vipdiner in de cafetaria. Ik mocht er naast hem plaatsnemen, maar lang praten zat er niet in. Ik sprak slechts een mondje Engels en Ali werd om de halve minuut aangeklampt. Ik vond het meer vervelend dan hij, want hij bleef opvallend kalm en professioneel. Zelfs toen iemand al lachend een hap van het eten op zijn bord nam, plantte hij gespeeld zijn vuist op diens kaak, tot jolijt van de fotografen.’

Syben, op zijn 63e nu bokscoach en agent in Luik, wordt ondanks twee Europese titelgevechten nog altijd geassocieerd met die ene exhibitiekamp tegen The Greatest. ‘Vooral daarom ben ik een voorbeeld voor jonge boksers, al is mijn mooiste herinnering de eerste, korte ontmoeting met een bijzonder vriendelijke Ali in zijn hotel in Brussel. Hij nam er zelfs mijn vier maanden oude dochtertje vast en heeft de foto later nog getekend. Een prachtig aandenken.’

PFAFF POPULAIRDER

Op Muhammad Ali’s laatste dag in België wacht hem in het GB Center op de Bredabaan in Schoten hetzelfde feestelijk onthaal als in Sint-Denijs-Westrem, inclusief muziekkapel en majorettekorps. Deze keer maakt het zwaargewicht zijn blijde intrede in een oranje Fiat Ritmootje waaruit hij als een paus, rechtstaand door het schuifdak, de menigte groet, omringd door bodyguards van GB. Op de parking volgt in een ring opnieuw een interview met Louis Ceulemans en ‘gevechten’ met enkele jonge boksers van Boxingclub Wilrijk, een van de weinige keren tijdens zijn Belgische trip waar Ali, een notoire kindervriend, echt van lijkt te genieten. ‘Alleen zij zijn mooier en belangrijker dan een wereldtitel’, is zijn zeemzoete, maar oprechte boodschap.

Muhammad Ali en Jean-Marie Pfaff
Muhammad Ali en Jean-Marie Pfaff© GF

Minder blij kijkt de Amerikaan wanneer hij daarna luncht in het nabijgelegen restaurant Ten Weyngaert en klanten hem voortdurend fotograferen. ‘De glimlach lijkt met zijn uitbundigheid te zijn begraven’, schrijft de aanwezige reporter van Het Laatste Nieuws. Zijn aangeschoten sparringpartner Jimmy Ellis krijgt zelfs een opmerking wanneer hij na een paar glazen wijn iets te vrolijk is.

Aan een andere tafel even verderop ook een enthousiast gezelschap: de spelers van kersvers landskampioen SK Beveren. Onder hen de immens populaire Jean-Marie Pfaff – hij moet zelfs meer handtekeningen uitdelen dan Ali. ‘Die had van voetbal of SK Beveren uiteraard nog nooit gehoord’, vertelt de toenmalige Gouden Schoen, ‘maar iedereen mocht wel met hem op de foto. Bij mij bleef het daarbij, want ik sprak geen Engels. Ali keek me ook enkele seconden recht in de ogen. Zijn manier allicht om te zien of ik een serieuze mens was. Ik voelde me nog drie centimeter groot, zeker toen ik zijn hand schudde, een kolenschop die nauwelijks de stift kon vasthouden waarop hij zijn foto signeerde. Ali had ook moeite met de schrijfwijze van Jean-Marie. Hij dacht dat het John was.’ (lacht)

Ook aanvaller Bert Cluytens laat zich fotograferen met de grootste aller boksers. ‘Ik heb mijn vuist zelfs voorzichtig op zijn kaak geplant. Niet veel voetballers kunnen zeggen dat ze Muhammad Ali ‘slaag’ gegeven hebben, hé.’

Na een laatste groepsfoto vertrekt Ali naar de luchthaven van Deurne. Echtgenote Veronica vertelt er dat ze een pop voor de kinderen en een kanten tafelkleed heeft gekocht en The Greatest schaduwbokst nog even met de cameraman. Meer dan hij in de demonstratiekampen in Gent en Luik samen heeft gedaan, lacht hij breeduit en lijkt hij weer heel even op de vlinder die steekt als een bij.

Een kleine maand later, op 27 juni 1979, kondigt Ali in de VS officieel zijn pensioen aan. Een eerste keer, want in een korte comeback danst hij daarna nog twee treurige tango’s tegen Larry Holmes en Trevor Berbick. Een afscheid in mineur voor een bokslegende die zijn sport mijlenver oversteeg en wereldwijd miljoenen mensen van alle rassen en kleuren jarenlang geïnspireerd en geëntertaind heeft. Zelfs op de parking van twee Belgische GB’s.

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S GF

’s Avonds wilde hij het gezelschap van twee zwarte jongedames, als ‘ontspanning’ na zijn exhibitiekampen.

‘Ali keek me ook enkele seconden recht in de ogen. Zijn manier allicht om te zien of ik een serieuze mens was.’ – JEAN-MARIE PFAFF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content