Zwemmen (vrouwen)

© AFP

Een van de meest gehypete nummers in Londen wordt ongetwijfeld de 400 meter vrij.

Michael Phelps heeft zijn olympisch medaillerecord nog niet definitief gevestigd of er wordt al gespeculeerd dat een landgenote van de Baltimore Bullet het in de toekomst zou kunnen verbeteren: Melissa Franklin, amper 17 jaar en door Phelps himself al omschreven als “de beste zwemster die hij ooit gezien heeft”.

Gezegend met een goddelijk lichaam (1m85, schoenmaat 45 en een spanwijdte van liefst 1m90) veroverde Franklin op het WK 2011 al vijf medailles: goud en brons op de 200 en 50 meter rugslag, plus tweemaal goud en zilver in drie aflossingsnummers.

Op het WK korte baan in oktober verbeterde The Next Big Thing in Swimming ook het wereldrecord op de 200 meter rug.

In Londen start Franklin, als eerste zwemster ooit, in zeven olympische nummers (100 en 200 meter vrij én rug, plus de drie aflossingen). Als ze dat goed verteert, kan Missy The Missile de koningin van het zwemtoernooi worden.

Chinese tienerster

Andere jonge opkomende tienerster is Shiwen Ye, die in het Chinese sterrendom gekatapulteerd werd na haar gouden medaille op het WK 2011 in Shanghai op de 200 meter wisselslag. Ye, amper 1m60 groot en slechts 45 kilo zwaar, was toen amper 15 jaar, vijf jaar jonger dan de op een na jongste deelneemster…Geen megaverrassing, want het jaar ervoor had ze al tweemaal zilver veroverd op het WK klein bad in Dubai.

De tegenstand op de 200 meter wisselslag in Londen wordt voor Ye niettemin bijzonder zwaar met de Amerikaanse Ariana Kukors (derde WK 2011) en twee Australische toppers: Alicia Coutts (tweede WK) en Stephanie Rice (de titelverdedigster op de 200 en 400 meter wissel).

De 400 meter wissel is voor de piepjonge Ye allicht nog iets te zwaar om te wedijveren met de Amerikaanse wereldkampioene Elizabeth Beisel en de Britse favoriete Hannay Miley.

Shiwen Ye is voor China niet de enige medaillehoop in het zwemtoernooi bij de vrouwen, want ook Zhao Jing (21) en Jiao Liuyang (20) pakten in Shanghai WK-goud, respectievelijk op de 100 meter rug en de 200 meter vlinder.

Becky vs. Super Fede

Een van de meest gehypete nummers in Londen wordt ongetwijfeld de 400 meter vrij, met het duel tussen de thuisfavoriete Rebecca Adlington (23) en haar Italiaanse leeftijdsgenote Federica Pellegrini.

In Peking behaalde Adlington, als eerste Britse zwemster in 48 jaar, verrassend olympisch goud. Op de 400 meter, én 800 meter waar Becky bovendien het legendarische, toen 19 jaar oude, wereldrecord van Janet Evans verbeterde.

Na de Spelen kreeg ze een dipje – pas vierde op het WK 2009 en slechts zevende op het EK 2010 op de 800 meter -, maar in Shanghai rechtte ze de rug met een gouden medaille op de 800 meter (voor haar Deense rivale Lotte Friis) en zilver op de 400 meter na Pellegrini.

Pellegrini pakte in China ook de titel op de 200 meter vrij, haar tweede dubbelslag op een WK na goud in Rome op de 200 en 400 meter.

In Athene behaalde de Italiaanse schone op haar zestiende al zilver op de 200 meter, en in Peking kroonde ze zich op dat nummer tot olympisch kampioene, al werd ze op de 400 meter pas vijfde.

Moeilijk karakter

Super Fede lijkt untouchable, maar is mentaal heel kwetsbaar. Ze gaf al meermaals toe dat ze last heeft van stress en soms paniekaanvallen krijgt.

Pellegrini houdt er ook een turbulent liefdesleven op na (tussen 2007 en 2011 had ze een relatie met topzwemmer Luca Marin en nu met tweevoudig wereldkampioen 100 meter vrij Filippo Magnini) en is sinds de plotse hartdood van haar coach/tweede vader Alberto Castagnetti in oktober 2009, veranderde ze even vaak van trainer als van onderbroek.

Ze trekt naar Londen onder de hoede van Claudio Rosetto, die ook haar vriend Magnini traint. Hij mocht al ondervinden hoe moeilijk Fede’s karakter is toen ze op het afgelopen EK zich niet kon kwalificeren voor de 400 meter.

Dat heeft het geloof in Pellegrini’s kansen op goud een ferme knauw gegeven. En ook op de 200 meter lijkt ze niet meer onaantastbaar. De Amerikaanse zwemsters Allison Schmitt en Missy Franklin, en de Française Camille Muffat zijn gebrand om haar definitief uit het zadel te lichten.

Nederlands goud?

Onze noorderburen rekenen vooral op de sprintnummers. Met Ranomi Kromowidjojo hebben ze een van de topfavorietes op de 50 en 100 meter vrij in de rangen.

Op het WK 2011 behaalde ze zilver (na Therese Alshammer) en brons (na Jeanette Ottesen en Aliaksandra Herasimenia), maar op beide nummers zwom ze in april in Eindhoven de snelste entry time voor Londen.

Met haar teamgenotes Marleen Veldhuis, Femke Heemskerk (ook medaillekandidates op respectievelijk de 50 en 100 meter vrij) en Inge Dekker moet ze ook in staat zijn om voor de tweede keer olympisch goud in de 4 maal 100 te behalen.

Op het afgelopen WK hield het Nederlandse viertal vrij gemakkelijk de VS (met onder meer Franklin) en Duitsland af.

Jonas Creteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content