Alexander Blessin (KV Oostende): ‘Als we dit jaar niet in de degradatiezone komen, hebben we het fantastisch gedaan’

© INGE KINNET

Vorig jaar werd Alexander Blessin met KV Oostende Trainer van het Jaar. Ook na het vertrek van zijn beste spelers blijft hij verrassen. Wat is zijn geheim? ‘Ik moest anders leren denken om alle spelers mee te krijgen.’

Het is geen weer om op een terras lekker garnaalkroketjes te gaan eten in Oostende. De wind komt opzetten, maar de weergoden kunnen het goede humeur van Alexander Blessin niet verstoren. ‘Alleen al de lucht hier in Oostende is anders dan in Stuttgart, zo gezond’, zegt hij, voor hij enthousiast aan tafel gaat zitten.

Een jaar geleden werd de compleet onbekende Duitser vijfde met zijn ploeg. Het leverde hem de titel van Trainer van het Jaar op. Enkele spelers hielden er een mooie transfer aan over. Ook Blessin kon weg, maar hij bleef en doet het nu weer goed, ‘al voetballen we nog niet zo goed als vorig jaar.’

Blessin geeft graag interviews, ‘al vraag ik me soms af of ik alles al niet drie keer verteld heb.’

Een ander soort vraag dan maar om te openen.

Wat vertelt u wanneer mensen in Duitsland vragen wat ze zich moeten voorstellen bij Oostende?

Alexander Blessin: ‘Men weet dat het aan zee ligt. Ik zeg dat het een mooi strand heeft waar het veel waait. Vroeger was Oostende in Duitsland vooral bekend als opstapplaats voor de ferry richting Engeland. De Haan is in Duitsland wel een bekend vakantieoord. Ik moet eerlijk bekennen: net als in Leipzig kennen mijn vrouw en kinderen ook hier de populaire plekken beter dan ik; ik ben van ’s morgens half negen tot ’s avonds acht uur op het trainingscentrum bezig. Als ze in het weekend of tijdens de vakanties hier zijn, proberen we iets samen te doen, maar soms trekken ze er alleen op uit. Dan hoor ik achteraf hun enthousiaste verhalen, bijvoorbeeld over de glijbanen in het zwembad van Center Parcs in De Haan, waarbij ze me trots hun blauwe plekken tonen.’

Waarom koos u voor KV Oostende?

Blessin: ‘Ik vond dat ik na acht jaar helemaal uit mijn vertrouwde wereld weg moest om beter te worden. Niet alleen de stap zetten van de jeugd naar een eerste elftal, maar ook in een omgeving waar ik mezelf weer zou moeten uitvinden. Ik wilde ook absoluut een club waar ik mijn voetbalfilosofie helemaal kon uitwerken. Dat kon niet bij de Duitse voorstellen die ik kreeg.

‘Toen ik aan mijn vrouw het voorstel van Oostende uitlegde, onderbrak ze me al na een kwartier en zei: ‘Stop, je beslissing is al genomen.’ Terwijl ik dat zelf nog niet zo aanvoelde op dat moment. Toen kwam er nog een tweede en een derde gesprek, en daarna pas ging ik ter plaatse kijken. Dat was heel moeilijk. Want de hotels waren niet open. Uiteindelijk vond ik toch een kamer, maar er was geen eten te krijgen en ik moest met een kom soep naar mijn kamer. Dan maar naar McDonald’s. In een rij van honderd auto’s stond ik drie kwartier aan te schuiven voor een hamburger. En toch wist ik: dit ga ik doen. Ook al omdat ik de trainingsaccommodatie en het stadion fantastisch vond. Ik wist ook dat ik me in Oostende sportief helemaal mocht uitleven.’

Alexander Blessin: 'Duitse discipline? Dat gaat hier niet, met dertien verschillende culturen.'
Alexander Blessin: ‘Duitse discipline? Dat gaat hier niet, met dertien verschillende culturen.’© INGE KINNET

Comfortzone

Hoe begint u daar dan aan? Want u had hier geen netwerk. U trad helemaal uit uw comfortzone?

Blessin: ‘Dat was net wat ik wilde. Alle kennissen raadden me aan om voor een Duitse club te kiezen. Maar net in die vele voordrachten bij Leipzig waarschuwden de psychologen: wie in zijn comfortzone blijft, ontwikkelt niet verder en blijft ter plaatse trappelen. De makkelijkste weg is niet de juiste weg. Beter is de moeilijke weg zoeken.

‘Je moet regelmatig voor de spiegel gaan staan en je afvragen: ben ik wel goed bezig? Dat geldt evenzeer voor een ploeg. Net wanneer je vier wedstrijden na elkaar gewonnen hebt, riskeer je in de fout te gaan en moet je alert zijn omdat je jezelf dreigt wijs te maken: nu zijn we goed bezig. Vorig jaar was er ook meer ervaring in de kern, met Kévin Vandendriessche, Jack Hendry en AndrewHjulsjager, die open stonden voor mijn aanpak. Doorgaans doen jonge spelers zonder nadenken wat je hen vraagt, maar vragen meer ervaren voetballers zich op basis van al hun ervaringen gauw af: moet dit wel?’

Waarom wilde u eigenlijk de stap zetten van jeugdvoetbal naar een eerste elftal?

Blessin: ‘De U19 van Leipzig leunde dicht aan bij de profs. De beste drie, vier spelers van mijn ploeg trainden mee met hen en zo volgde ik daar vaak de trainingen. Tegelijk vond ik dat die U19 er nog niet helemaal klaar voor was. Ze komen uit een opleidingssysteem waarbij ze heel hun jeugd opofferen voor school en voetbal. Bij Leipzig mocht iemand wiens schoolresultaten niet goed waren in het weekend niet meespelen.’

Omdat ruim 95% van die spelers toch nooit een profcontract zal krijgen.

Blessin: ‘Dat klopt. Ik had het makkelijker in mijn tijd. Na school gingen we de straat op, later combineerde ik voetballen met een gewone job. Je maakte toen zelf nog keuzes. Nu wordt heel hun dag voorgeprogrammeerd, tot acht uur ’s avonds. Maar toch: ik wilde eens bij een echte profclub werken, met enkel spelers die elke dag maar één taak hadden: het beste uit zichzelf halen. Een interessant proces, met veel aspecten: eten ze goed, drinken ze genoeg, slapen ze voldoende? Ik kan ze natuurlijk niet allemaal de hele tijd controleren, dus moet ik proberen een structuur uit te werken waarbij ik ze een houvast bied en laat beseffen: ik heb hooguit vijftien jaar om hier alles uit te halen, laat ik dus maar niet om de twee dagen naar Burger King gaan eten of ’s nachts tot drie uur FIFA spelen met een ploegmaat. Ik kan niet tot alle spelers doordringen, maar ik zal tevreden zijn als ik er een aantal kan sturen.’

Standard? Ik ben geen brandweerman. Ik heb mijn voorbereiding nodig om mijn ploeg naar mijn hand te zetten.’

Alexander Blessin

Eerste ontslag

U bent behoorlijk veeleisend. Er werd en wordt hard gewerkt bij Oostende.

Blessin: ‘Het fijnste is als er harmonie heerst in een groep, maar de bedoeling is net iedereen uit zijn comfortzone te halen door veeleisend te zijn. Als je de zaken op hun beloop laat, is het leven fijn maar geraak je niet ver. Vanaf het begin legde ik een duidelijke structuur op: tot hier en niet verder. Belangrijk was ook die lijn consequent aan te houden en de jongens duidelijk te maken: ‘Dit is mijn weg, als je die volgt, gaan we succes beleven.’ Als je dán zijwegen toestaat, gaat het snel de verkeerde richting uit. Pas toen alles goed liep, gaf ik ze wat vrijheid. Zo vond ik het belangrijk om telkens de dag na een wedstrijd te trainen, omdat je dan de spelers het best confronteert met wat er verkeerd is gelopen. Pas na driekwart seizoen gaf ik ze voor het eerst een zondag vrij. Het is een intensief eerste jaar geweest, met elke dag veel beslissingen die je moet nemen. Vaak goeie, soms verkeerde.’

Vindt u dat makkelijk, beslissingen nemen?

Blessin: ‘Nee, maar je kunt dat leren. Belangrijk is dát je een beslissing neemt; het probleem niet voor je uitschuift. Natuurlijk zit ik soms fout. Dat heb ik vorig seizoen ook twee keer toegegeven, voor de ganse groep, na een verkeerde tactische keuze in een wedstrijd. De ene keer wonnen we, dan is dat makkelijker. Maar ook toen het misging, gaf ik mijn fout toe. Een trainer die een fout bekent, toont dat hij ook maar een mens is. Ik weet niet of het aanzien van een coach die doet alsof hij nooit iets verkeerd doet op termijn groot blijft.

‘Wat je daarmee óók bereikt, is dat spelers die eerst niets zegden op den duur onder vier ogen makkelijker toegeven: wat ik gisteren getoond heb, trok op niets. Ik denk dat een trainer sterker wordt door zich kwetsbaar te durven opstellen. Ik geef mijn spelers ook mee dat, wanneer het niet loopt, ze niet moeten zeuren over de scheidsrechter. Laten we eerst kijken wat wij zelf fout hebben gedaan, aan zelfanalyse doen. Je moet als trainer natuurlijk niet elke week gaan zeggen dat je fout was. En als speler dien je óók te focussen op wat goed ging, al ís voetbal een spel van fouten maken. Wie er de minste maakt, wint.’

Hoe vertaalt u dat concreet naar uw spelers?

Blessin: ‘Belangrijk is hoe je reageert op je fouten. Wat doe je bij balverlies? Even blijven staan en vloeken? Of meteen aan de slag gaan om de bal te recupereren? Mijn spelers weten dat ze fouten mogen maken, op voorwaarde dat ze er naar streven om hun fouten te reduceren en er uit te leren.’

Als iedereen zijn beste niveau nastreeft en we niet in de degradatiezone belanden, hebben we het dit jaar fantastisch gedaan.’

Alexander Blessin

U belandde in Oostende niet meteen in een winnend team, wel een dat vaker verloor dan won. Hoe keerde u dat om?

Blessin: ‘Door in elke training, in elke oefening een aspect van winnen in te bouwen en bijvoorbeeld te bepalen dat de verliezer na de training alles moet opruimen. Zo hoopte ik dat de spelers nog meer een hekel kregen aan verliezen. Ik kan het DNA van mijn spelers niet veranderen maar ik kan ze wel de gevolgen laten voelen van verliezen en hopen dat ze daar iets aan doen.

‘Mijn devies van vorig seizoen was: met onze 100%-mentaliteit kunnen we van iedereen winnen, maar als we met onze 90%-mentaliteit voetballen kunnen we ook van iedereen verliezen.’

Theate

Waarop bent u het meeste trots, op wat u vorig jaar deed?

Blessin: ‘Dat ik de ploeg zo naar mijn hand heb kunnen zetten dat iedereen het over een eigen speelstijl had, dat die ook nog eens voldoende resultaten opleverde en dat we uiteindelijk de op twee na beste verdediging in eerste klasse hadden, wat niet alleen de verdienste was van de verdedigers, maar van alle spelers. Dat is dit seizoen nog een werkpunt, ik vind dat we te veel goals tegen krijgen nu.’

Wat had u beter kunnen doen?

Blessin: ‘De periode in november, toen we geen punten pakten – hoewel elke wedstrijd kantje boord was – en we elke keer aan het kortste eind trokken.’

Bent u verbaasd dat Arthur Theate, die hier aankwam als testspeler, vandaag in de Serie A voetbalt?

Blessin: ‘Daar ben ik zo trots op, al was het voor mij al na één week duidelijk dat hij een interessante speler was. Hij kwam als flankverdediger maar ik zag in hem meteen een goeie centrumverdediger in een driemansverdediging. Hij was onstuimig maar ook zeer leergierig. Alles wat ik zei, pikte hij meteen op. Met zijn mentaliteit en zijn vermogen om nieuwe indrukken meteen in de praktijk om te zetten, heeft hij zich zeer snel ontwikkeld.

‘Maar wat hij bereikt heeft, is voor tachtig procent zijn eigen verdienste. Ik heb hem alleen maar geholpen om te worden wat hij kon worden. Dat vind ik de taak van een trainer: spelers helpen uitzoeken wat ze kunnen worden. Veel trainers roepen wanneer ze ergens aankomen dat ze alle spelers willen beter maken, maar uiteindelijk moet elke speler zélf elke dag beter willen worden. Arthur wilde elke training en elke wedstrijd zijn maximum bereiken. Hij was de verpersoonlijking van de slogans ‘ hard work beats talent‘ en ‘ mentality beats talent‘. Bij alle ploegen blijven toptalenten achter omdat ze niet alles uit zichzelf halen en voorbijgestoken worden door spelers die elke dag vol op het gaspedaal drukken. Als je ziet hoe Manchester City vorige week op Club speelde: allemaal toptalenten van wie er geen één niet bereid was te lopen en hard te werken. Wie de top wil halen, moet zijn grenzen willen verleggen.’

Alexander Blessin: 'Vroeger trok ik één lijn, nu twee.'
Alexander Blessin: ‘Vroeger trok ik één lijn, nu twee.’© INGE KINNET

Dat Hendry het goed doet bij Club, verbaast u ook niet?

Blessin: ‘Aan een Schotse reporter die me voor het EK belde, zei ik: ‘Ik zie geen Schotse verdediger die beter is.’ Zonder zijn blessure was zo’n speler niet bij ons terechtgekomen. Met zijn snelheid, zijn duelkracht en kopbalsterkte combineert hij alles wat vandaag nodig is om een moderne verdediger te zijn. Daar mikken wij op: jonge talenten die een stap hoger willen zetten of spelers die na blessurepech willen terugvechten.’

Standard

De betere spelers zijn weg, de trainer niet, terwijl u ook kon vertrekken. Waarom bent u hier nog?

Blessin: ‘Voor mij is het belangrijk dat ik ergens kan doen wat ik wil doen. Bij een aantal clubs was dat niet het geval. Ik voel dat ik hier nog fouten mag maken zonder daar meteen voor bestraft te worden. Wat is het nut om nu naar een club te gaan die de ambitie heeft om bovenin mee te spelen, maar waar ik meteen onder vuur lig na twee nederlagen? Als zich geen club meldde waar ik me goed bij voelde, hoefde ik hier niet weg. De enige ploeg die me interesseerde, was Sheffield United, omdat het Engelse voetbal me fascineert. Zonder de Brexit was er een kans dat ik die stap zou hebben gezet.’

Naar Standard wilde u niet?

Blessin: ‘Standard is een fantastische club met enthousiaste supporters en een goeie jeugdwerking, maar het moment moet ook kloppen. Ik ben geen brandweerman. Ik heb mijn voorbereiding nodig om een ploeg naar mijn hand te zetten.’

Hier blijven was wel een risico: u kunt moeilijk beter doen dan vorig jaar.

Blessin: ‘Ik vind ons niet zo sterk als vorig seizoen; we staan nog niet waar ik wil staan. We missen nu bijvoorbeeld de snelheid van Fashion Sakala. Dus moeten we nu anders voetballen. En hard werken. Als iedereen zijn beste niveau nastreeft en we niet in de degradatiezone belanden zullen we het dit jaar fantastisch gedaan hebben. Als we daarbij ook nog eens opnieuw een herkenbare speelstijl brengen, en eventueel weer één of twee spelers kunnen doorverkopen, zou dat top zijn.’

Vorig jaar was KVO de revelatie, maar nu bent u weer aan een half mirakel bezig, met een halve nieuwe ploeg. Wat is uw geheim?

Blessin: ‘Deze voorbereiding was nog zwaarder dan die van vorig jaar, met slechts vijftien spelers in het begin. Dan heb je twee mogelijkheden: je kunt gaan zeuren of net harder gaan werken. Ofwel geef je je gewonnen, of je staat op en bekijkt alles positief in plaats van het glas slechts half vol te zien.’

Kunt u zich voorstellen dat u op een dag aan de slag gaat bij een club die op een andere manier voetbalt, die bijvoorbeeld zweert bij balbezit?

Blessin: ‘Als mijn principes daar overeind kunnen blijven. Manchester City speelde op Club perfect de tegenpressing: het verdedigde naar voren, maar had ook vaak de bal. Mijn principe is en blijft: ik wil zo snel mogelijk de bal hebben, zodat ik er dan ook iets creatiefs mee kan doen.’

Wat neemt u mee van België wanneer u hier op een dag vertrekt?

Blessin: ‘Bijvoorbeeld hoe je met spelers uit andere culturen omgaat. Vanuit mijn Duitse achtergrond hecht ik belang aan een stipte discipline. Dat gaat hier niet, met dertien verschillende culturen. Met alleen maar Duitse discipline krijg je pakweg Franstalige spelers niet mee. Ik moest hier anders leren denken om alle spelers in mijn verhaal mee te krijgen. Dus leerde ik om sommige spelers wat extra vrijheid te geven, om ze niet te verliezen. Vroeger trok ik één lijn, nu twee, maar wel een duidelijke. Daartussen mogen mijn spelers zich bewegen.’

Mensenvanger Klopp

Alexander Blessin gaf al aan dat hij beïnvloed werd door Ralf Rangnick, die bij RB Leipzig de voetbalfilosofie uitzette. Maar dat betekent niet dat hij hem kopieert, zegt hij: ‘Rangnick is een voetbalfanaat. Hoe hij dat fanatisme op de spelers overbrengt, vind ik fantastisch. Maar hij heeft ook eigenschappen waarvan ik denk: dat zou ik anders aanpakken. Ik probeer van elke trainer iets op te steken. Hoe ontspannen Jürgen Klopp met de media omgaat, vind ik ook indrukwekkend. Net zoals de manier waarop hij zijn spelers meekrijgt. Klopp is een mensenvanger. Met zijn aanpak neemt hij mensen mee in zijn verhaal. Dat kan alleen als je van je verhaal overtuigd bent en het enthousiast en op een positieve manier kunt overbrengen. Dat probeer ik ook. Als ik míjn enthousiasme niet kan overbrengen, hoe kan ik mijn spelers dan enthousiast krijgen?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content