Analyse Bekerfinale: Antwerp blijft de groten kietelen

© Belga
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Met een eerste prijs in 28 jaar – als we de promotie naar 1A niet meerekenen – blijft Antwerp progressie maken. Nu ook onder een nieuwe coach. ‘We dream big’, zei Ivan Leko die na de bekerwinst aan de vooravond van de start van een nieuwe competitie niet wil spreken van mee doen voor de titel. Maar zijn eerste prijs heeft hij wél op zak.

Toen hij de persconferentie verliet, nam Philippe Clement nog even het woord. ‘Jullie mogen er nog aan toevoegen dat ik Antwerp proficiat wens met de bekerwinst.’

Toen hij de persconferentie begon, opende Ivan Leko met een bedankje richting zijn voorganger en de spelers die er niet meer bij waren vanwege geen contract meer. ‘Laszlo Bölöni en de jongens hebben de club naar de finale gebracht, waarvoor dank. Wij hebben het gewoon afgemaakt.’

Twee mooie momenten van aandacht voor de ander. Daarna kon de focus weer op de eigen verdiensten.

Gigantische stap vooruit

Antwerp heeft gisteren in een leeg Koning Boudewijnstadion een gigantische stap vooruit gezet met deze bekerwinst. Dat zal later blijken. Paul Gheysens, eigenaar, glunderde en genoot. Hij heeft al veel centen geïnvesteerd in de club en met succes: met rasse schreden dicht de Great Old de stap naar de top. Steeds dieper wordt de kern – de winst tegen Club kwam er met een ploeg zonder versterkingen – steeds mooier wordt de eigen infrastructuur.

Voor wie er nog aan twijfelde: de G5 is niet meer. Anderlecht, Genk, Standard, ze moeten rekening houden met een kapitaalkrachtige, verstandig geleide nieuwkomer. Meer dan een stadsclub wordt Antwerp een regionale grootmacht. Zelfs in Brugge worden ze zenuwachtig, dat zag je gisteren. Snel na affluiten droop iedereen af, diep teleurgesteld. Op de verdiende zege van de underdog viel niks af te dingen.

Kwalificatie poulefase Europa League

De bekerwinst betekent kwalificatie voor de poulefase van de Europa League. Niet zo lucratief als de Champions League waar Club Brugge straks aan deelneemt, maar een nieuwe fase in de sportieve ontwikkeling van Antwerp. Europese exposure, nog meer naam. Iets minder dan een jaar geleden schoot de ploeg nog in eigen voet, in ditzelfde Koning Boudewijnstadion. Toen, tegen AZ, gaf het een haast zekere kwalificatie door eigen stommiteiten – twee rode kaarten – weg.

Dit keer stond er een elftal op het veld dat uit die fouten heeft geleerd, dat de discipline behield, dat het hoofd koel hield, dat eendrachtig was. En dat straks wél Europa in mag. Of het in eigen stadion kan, valt nog af te wachten. UEFA moet de vernieuwde Bosuil nog goedkeuren, en corona hypothekeert nog de aanwezigheid van fans. Maar de uitbouw van het team (en de schuldafbouw van de exploitatie) kan er alleen wel bij varen.

Dat uitgerekend Lamkel Zé een van de sleutelfiguren van deze wedstrijd zou worden, kon een week geleden niemand bevroeden. We zagen Antwerp toen tegen Lyon. Eenzelfde veldbezetting, maar toen nog zonder de Kameroener. (En ook nog voor het grootste deel van de match zonder Faris Haroun, de 34-jarige aanvoerder blijft belangrijk voor dit elftal). De Great Old miste kracht, finesse aa de bal en offensieve aansluiting.

Enfant terrible

Drie dagen later sloot het enfant terrible aan bij de groep. Zeer tegen de zin van de leiders bij de spelers, maar aangestuurd door bovenaf. Daar zijn ze niet gek (en hebben ze veel ervaring met moeilijke karakters). Je moet Luciano D’Onofrio het voetbal niet leren. Ivan Leko evenmin. De principes gingen opzij, de ego’s ook. De Kameroener, een maand lang opgevangen en fysiek klaargestoomd bij de beloften, kreeg de kans om zich in de groep te integreren.

Hij was zaterdag een uur lang voorbeeldig, in een andere rol dan destijds bij Bölöni. Toen voetbalde hij nog vooral op de flanken, links of rechts, nu in de driehoek op het middenveld. Hoofdzakelijk langs de rechterkant, met Buta langs zich in steun. Brugge heeft daar offensieve mannen staan, met in hun rug ruimte. Clever.

Leko’s gok, Lamkel Zé aan de aftrap brengen, lukte. Het blok stond laag en eens de sterke beren achterin de bal veroverden, brak Antwerp snel uit. Via Lamkel Zé, via Refaelov en vooral via Mbokani, die 90 minuten lang zeer lastige ballen kreeg. Het resulteerde voor de rust in vijf grote kansen. De vijfde was raak.

Lukt het niet, dan wordt Leko nu afgemaakt voor die tactiek. Maar het lukte wel. De Kroaat noemde het ‘luck.’ Wij omschrijven het als: ballen aan je lijf hebben. Durven.

Moeilijke voorbereiding

Leko had een moeilijke voorbereiding, en hield – cool – na de bekerwinst een slag om de arm. Dit was het succes in één match, pas over een of twee maanden zal Antwerp het staan. Lees: met nog wat andere spelers. Een andere doelman, al viel Matijas niks te verwijten, en nog wat andere verdedigers, al viel ook Seck, tegen Lyon zag je zijn tekortkomingen in het uitvoetballen, nu niks te verwijten. De rest moet bevestigen. Ook Lamkel Zé. Maar met deze bekerwinst koop je alvast tijd. En respect.

Leko heeft krediet gewonnen. In Brugge heeft deze groep krediet verloren. Een dramatische eerste helft van de landskampioen (Mechele vond achteraf dat Antwerp het meer leek te willen) leidde tot een donderpreek aan de rust, en wat tactisch geschuif erna. Deketelaere werd weggehaald uit de spits, en moest op het middenveld extra assistentie verlenen.

Het systeem werd verfijnd. Een paar minuten later verdween Okereke al naar de kant. Nukkig, zonder handjes schudden. Krmencik zat al in de tribune, Dennis kreeg alleen opwarmingstijd, geen invalbeurt. Ai ai ai. De kansen van Club? Eén schot en een kopbal. Weinig, als je vooraf tot topfavoriet bent gebombardeerd en na de rust de meerderheid van het balbezit kan opeisen.

Valse noot

Bevestigen is moeilijk, duidelijk ook voor de landskampioen, dat met een valse noot de laatste rechte lijn richting competitie aanvat. Zonder de steun van de fans kon Club – Haroun noemde zijn tegenstrevers wat arrogant – niet de energie uit zichzelf halen om de tegenstand te overrompelen. Brandon Mechele legde de vinger op de wonde. ‘Antwerp leek het meer te willen.’ Tempo, snelheid, grinta, het was er allemaal niet. Dan win je geen beker.

Het is een wake up call voor de West-Vlamingen. De energie rolt (even) niet van buitenaf over het team, het team moet het zélf waarmaken. En in dat team, zeker voorin, zit weinig zelfvertrouwen, weinig killersinstinct. Club lijkt op dit moment wat braaf, mak, tam. Gelukkig begint straks een nieuwe competitie en wat voor Leko geldt, geldt ook voor Clement: het is (gelukkig) niet één wedstrijd, deze Cup Final, die alles bepaalt. Pas over een maand zal Club er staan. Met nieuwe namen, ongetwijfeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content