Antwerp: anekdotes uit een rijk Europees verleden

Georg Kessler in de dug-out. Hij coachte Antwerp van 1986 tot 1989 en van 1996 tot 1998. © BELGAIMAGE
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Als we de vier wedstrijden die het ooit speelde voor de Intertoto even vergeten, is Antwerp vanavond in Loedogorets aan zijn 60e Europese match toe. Een paar anekdotes.

Het is pas als je lijstjes begint af te lopen dat een mens beseft hoe oud hij is. Maandag kregen we de reeks Europese matchen van Antwerp onder ogen. De zestigste vandaag, Intertoto niet inbegrepen. Alleen de eerste veertien hebben we gemist… Brrr.

Onze eerste wedstrijd, op de Bosuil, was die tegen FC Köln. Het moest een beetje het grote gelijk van Georg Kessler worden, de man die Antwerp van degradatiekandidaat naar de Europese plaatsen had geloodst. Een jaar na zijn komst, op 4 december 1986, was Antwerp herfstkampioen. Een titel pakte de ploeg niet, maar Europa mocht het team wel in. Eerste tegenstander: FC Köln.

In de aanloop naar de match hingen we aan Kesslers lippen. De coach kon veel, vooral verbaal. En FC Köln, dat was zijn werkgever voor hij naar Antwerp kwam. De ploeg die hem – en nu citeren we – ‘op een bijzonder ongemanierde wijze’ aan de deur zette. Ondankbaar vond hij dat, want hij had hen behoed voor degradatie.

Helaas voor Kessler waren de Duitsers die avond, op 6 september 1988, een maatje te groot. Al na twee minuten stond het 0-1. Na goals van Frans van Rooy en Dirk Goossens, zette Köln na rust orde op zaken: 2-4. Het moet gezegd: het was smullen van de Duitse groten. Pierre Littbarski, Bodo Illgner, Thomas Hässler, Jürgen Kohler. En van Flemming Poulsen, de Deen. Uit werd het 2-1, Köln veegde moeiteloos een vroege goal van Franky Dekenne weg. Wim De Coninck, gewaardeerd analist, stond toen in doel.

Het volgende Europese duel zit in eenieders geheugen. Vitosja Sofia. Afgelopen zondag hoorden we nog een verslaggever van televisie aan Ritchie De Laet vragen wat hij daar nog van wist. ‘Eh…, alleen van horen zeggen’, klonk het. Die match dateert dan ook uit 1989 en Ritchie werd in november 1988 geboren.

Wij waren er, in die lage persbanken op de Bosuil, waar je amper zicht op het veld had. Er is die avond ferm gevloekt. Het verslag voor de krant was klaar, 1-3 in de 89e minuut, dat zet geen ploeg meer recht. Het proces van voorzitter Wauters en zijn oubollig beleid was gemaakt, door Kessler in het kader van zijn stadionproject ook al fel bekritiseerd voor zijn gebrek aan durf. Maar toen veerde Antwerp recht, in een dolle slotfase, op een modderveld. Alles mocht de vuilbak in. Scorebordjournalistiek.

De ronde erna herinneren we ons ook nog. Een bezoek aan Dundee. Altijd in ons geheugen gebleven, vanwege een lange nacht die tegen de ochtend eindigde op spoed. Journalisten, een paar jongere leden uit de delegatie en wat spelersvrouwen hadden vertier gevonden in een nachtclub in de Schotse stad. Daar dansten ze op de vloer rond hun handtassen, de lokale deernen. Wij vonden dat grappig, hun mannen niet.

Toen iemand uit het Belgische gezelschap, een collega, naar het toilet ging, werd hij daar in elkaar geslagen. Er kwam een ziekenhuisbezoek aan te pas. De man is maanden werkonbekwaam geweest, de Schotten hadden hem grondig toegetakeld. ’s Anderendaags, tijdens het persdiner, maakten we kennis met de toorn van Eddy Wauters die ons journalisten de mantel uit veegde. Hij had iets horen waaien over het incident en vond ons geweldplegers die zijn club in een slecht daglicht stelden.

De knieën van soldaten

Het voorjaar van 1992 zullen we ook niet snel vergeten. Het bezoek aan Wenen, prachtige stad, spectaculaire duels, en daarna Boekarest in de kou, een paar jaar na de revolutie. Verschrikkelijke leefomstandigheden, veel armoede op straat, dakloosheid en dan dat schrille contrast met de grootsheidswaanzin van het paleis van Nicolae Ceaucescu, dat hele blokken in het hartje van de stad in beslag nam.

De maanden voordien had de tegenstander, Steaua Boekarest, in België het nieuws gehaald, Mister Michel van Anderlecht was er een soort van consultant voor geweest en had de bouw van de loges mee begeleid.

Bleek dat tegen te vallen. Antwerp voetbalde er vooral in een bouwval, met overal bouwafval. De Roemeense fans maakten er gretig gebruik van. Toen de uitschakeling wenkte, pakten ze losliggend puin in sneeuw in en gooiden ze ermee richting de Belgen. Die ‘sneeuwballen’ kwamen keihard aan.

Opvallend ook: ‘bevrijding’ of niet, veel volk in het stadion droeg nog een legeruniform. Achter de persbanken zaten ze, met hun zware bottines en hun kaki broeken. We voelden ons zeer veilig. Beschermd. Tot het ook hen begon te dagen dat hun club zou worden uitgeschakeld. Venijnig begonnen ze hun knieën ‘per ongeluk’ in onze rug te planten, telkens ze bewogen. En dat deden ze veel, stampvoetend tegen de kou…

Maar Wembley, later dat voorjaar, maakte veel goed. Trafalgar Square in rood en wit.

Het gangetje

Kevin Keegan in het gangetje op de Bosuil, dat zullen we ook nooit vergeten. Een van onze jeugdhelden als voetballer. Alle aandacht ging bij de komst van Newcastle uit naar de terugkeer van Philippe Albert, en de prestatie van Andy Cole, de spits. Een droge 0-5 werd het, het kwaliteitsverschil was groot.

Nu zijn persconferenties in grote zalen, met trainers achter een tafel en een microfoon. In die dagen gebeurde dat nog in het smalle gangetje buiten de kleedkamer en was het drummen. We stonden helemaal vooraan en Keegan probeerde Antwerp nog mooi te praten. En ging dan uitgebreid de lof van Albert zingen. Heerlijke man.

In datzelfde gangetje verraste een paar jaar later overigens Laszlo Fazekas, het clubicoon. Na een 0-3 tegen Cercle kwam hij de kleedkamer uit, zag hij de journalisten en klonk het: ‘Ik ben weg.’ Weg zoals: echt weg, ik neem ontslag. Straf, nooit hebben we een coach dat zien doen. Hij had toen al last van de Antwerpse humor in zijn spelersgroep en voelde zich vernederd.

Goeie wijn

Na het debacle tegen Newcastle werd het Europees veel minder. Het stadion kwam meer in het nieuws dan de ploeg. Even was er nog een opflakkering, in de zomer van 1997 tijdens een Intertotocampagne. Aan écht Europees voetbal kwam Antwerp niet meer toe, maar aan die krakkemikkige zomercompetitie mocht het wél deelnemen.

In de eerste matchen ging het zo goed, dat een Europese kwalificatie – wie de groep won, mocht Europa in – even tot de mogelijkheden behoorde. Wij naar Auxerre, de Bourgognestreek. Een prachtige dag, lekker in het zonnetje, heerlijk eten, een wijntje. De hele Antwerpfamilie verbroederde in het centrum, de wijn vloeide rijkelijk. De match beleefden we in een roes. De Antwerpspelers precies ook: 5-0-forfaitcijfers.

Niemand die ’s anderendaags, met een houten kop, kon bevroeden dat het wachten werd tot 2019 en de voorrondeduels tegen Pilsen en AZ, voor Antwerp nog eens Europa in mocht…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier